29 765
Wijziging van een aantal wetten in verband met de invoering van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Aanpassingswet Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen)

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID NOORMAN-DEN UYL

Ontvangen 26 januari 2005

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In hoofdstuk 1, afdeling B, wordt na artikel I een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL II. DE WET WERK EN BIJSTAND

Na artikel 36 van de Wet werk en bijstand wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 36a Huurkostentoeslag

1. Het college verleent op aanvraag een huurkostentoeslag aan een alleenstaande of een gezin, indien:

a. het maandinkomen van de alleenstaande of het gezin ten opzichte van het gemiddelde maandinkomen in de voorgaande 12 maanden is gedaald met 20% of meer, en

b. dit lagere maandinkomen recht zou geven op huursubsidie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Huursubsidiewet, indien dit maandinkomen gedurende het gehele kalenderjaar zou zijn genoten.

2. Onder maandinkomen als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan 1/12 deel van het rekeninkomen, bedoeld in artikel 1, onderdeel i, van Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, dat zou zijn vastgesteld indien gedurende het gehele kalenderjaar dat maandinkomen zou zijn genoten.

3. De toeslag wordt verleend zolang wordt voldaan aan de in het eerste lid, onderdeel b, genoemde voorwaarde, met ingang van de maand waarin wordt voldaan aan beide voorwaarden genoemd in het eerste lid, uiterlijk tot en met 31 december van het lopende kalenderjaar.

4. De hoogte van de toeslag is per maand gelijk aan 1/12 deel van het verschil tussen de huursubsidie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Huursubsidiewet en de huursubsidie die zou zijn verleend, indien het lagere maandinkomen gedurende het hele kalenderjaar zou zijn genoten.

5. Een huurkostentoeslag wordt niet toegekend indien deze minder dan € 10 per maand zou bedragen.

6. De artikelen 13, eerste lid, onderdeel a en derde lid, 40, 46, eerste, derde, vierde en vijfde lid, 54, paragraaf 6.4 en 6.5, alsmede artikel 63 zijn van overeenkomstige toepassing.

II

In hoofdstuk 1, afdeling E, wordt na artikel I een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL II. DE WET INKOMSTENBELASTING 2001

In artikel 3 104, onderdeel f, van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt «artikel 36 van die wet» vervangen door: de artikelen 36 en 36a van die wet.

Toelichting

Met dit amendement wordt beoogd om bij mensen die in de loop van het berekeningsjaar een aanzienlijke inkomensterugval ondergaan, voor de huursubsidie in de periode na die terugval een toetsingsinkomen in aanmerking te nemen dat is gebaseerd op dat lagere inkomen. Net als in de huidige vangnetregeling moet de inkomensdaling ten minste 20% bedragen. De huurkostentoeslag is gelijk aan het verschil tussen het voorschot op de huursubsidie die zou worden verleend als de inkomensdaling op 1 januari zou hebben plaatsgevonden, en het voorschot dat conform de Awir wordt uitgekeerd. De huurkostentoeslag wordt verleend door de gemeente, zoals dat nu ook gebeurt met de vangnetregeling huursubsidie. Voor de kosten van deze huurkostentoeslag en de uitvoering daarvan zal het budget van de huidige vangnetregeling worden ingezet.

In onderdeel II van het amendement wordt de onder I bedoelde huurkostentoeslag gedefiscaliseerd. Daardoor leidt deze toeslag niet tot een hoger toetsingsinkomen en daarmee evenmin tot een lagere inkomensafhankelijke tegemoetkoming.

Noorman-den Uyl

Naar boven