Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 29764 nr. 44 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 29764 nr. 44 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 februari 2006
In mijn brief van 5 december jl. aan de Tweede Kamer (TK 2005–2006, 29 764 en 29 765, nr. 42) ben ik ingegaan op de wijze waarop de marginale huurtoeslagdruk kan worden beperkt. In de brief wordt aangegeven dat het overstappen van de huidige tabel met stapsgewijze inkomensklassen naar een traploze formule voor de normhuurberekening voor drie van de vier huishoudcategorieën een substantiële bijdrage levert aan het terugdringen van de «pieken» in de marginale druk. Mede dankzij de effecten van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir), zou binnen deze categorieën huishoudens de marginale druk bij toepassing van de formule voor vrijwel alle huishoudens niet groter zijn dan 45%.1 Echter, voor de eenpersoonsouderenhuishoudens is de marginale druk bij inkomensstijging zowel met als zonder formule voor 8 tot 10% van de huishoudens (afhankelijk van de inkomenstoename) hoger dan 45%. In mijn brief had ik aangegeven na te gaan of het bij een eventuele overgang naar een formule mogelijk en wenselijk is aanvullende maatregelen te treffen om de effecten van de marginale druk voor de eenpersoonsouderenhuishoudens meer in lijn te brengen met die van de overige huishoudcategorieën. Ik kom daar in deze brief op terug. Tevens zal ik ingaan op de mogelijke datum van invoering en uitvoeringsaspecten van de formule.
Marginale druk eenpersoonsouderenhuishoudens
Vóór de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) kwam de marginale druk van eenpersoons- en eenpersoonsouderenhuishoudens doorgaans uit boven de 45%. Dit in afwijking van de marginale druk voor meerpersoons- en meerpersoonsouderenhuishoudens waar de normhuren een geleidelijker stijging kennen. De aanpassingen van de normhuursystematiek in het kader van de Awir hadden tot gevolg dat marginale druk voor eenpersoonshuishoudens daalde tot onder de 45%. Voor een belangrijk deel werd dat veroorzaakt door de extra compensatie die is toegepast voor die huishoudens in verband met het afschaffen van de correctie op het verzamelinkomen onder de Huursubsidiewet. Met deze extra compensatie zijn de minimuminkomensijkpunten en referentieinkomensijkpunten voor deze huishoudens verhoogd. Voor de ouderenhuishoudens was deze extra compensatie niet nodig om negatieve inkomenseffecten te mitigeren. Dit heeft tot gevolg gehad dat het effect van verlaging van de marginale druk zich wel voordoet bij de eenpersoonshuishoudens maar niet bij de eenpersoonsouderenhuishoudens. Aangezien de relatief hoge marginale druk zich alleen voordoet bij bovenminimale inkomens, kan om de marginale druk te verlagen worden volstaan met een verhoging van de referentieinkomensijkpunten. Dat betekent wel dat de gemiddelde bijdrage voor deze inkomensgroep zal stijgen. Ik kom daar bij de kosten op terug.
In beginsel zijn er verschillende redenen om de marginale druk te willen tegengaan. Eén aspect is mensen zoveel mogelijk te laten profiteren van een inkomensverbetering. Bij ouderen is echter meestal geen sprake van onvoorziene inkomensverbeteringen die niet al in de normhuursyste-matiek worden verwerkt. Een ander aspect betreft de werkloosheidsval. Voorkomen moet worden dat een stijging in inkomen door het aanvaarden van werk leidt tot een dusdanig verlies aan huurtoeslag dat hierdoor de inkomensverbetering voor een groot deel weer teniet wordt gedaan. Een vergelijkbaar effect geldt voor de doorstroom- en herintredersval. Hierdoor zou de prikkel om meer te gaan verdienen (bijvoorbeeld van een uitkering naar een betaalde baan) worden verlaagd. Bij ouderen is de werkloosheidsval echter niet aan de orde.
Zoals hierboven is aangegeven, betekent een verlaging van de marginale druk bij eenpersoonsouderenhuishoudens een verhoging van de gemiddelde bijdrage voor deze categorie. Deze kosten zijn structureel en bedragen ongeveer € 16,5 mln. per jaar vanaf 2008, oplopend tot circa € 18,5 mln. in 2011. Hiervoor is geen dekking binnen het huurtoeslagbudget. In dat verband wil ik tevens ingaan op de motie van de leden Omtzigt en Noorman-Den Uyl van 22 november 2005 (TK 2005–2006, 30 337, nr. 12). In die motie wordt de regering verzocht het koppelen van bestanden bij onder andere het inlichtingenbureau te intensiveren en eventuele besparingen die daaruit voortvloeien te gebruiken om de afloop van de huurtoeslag meer glijdend te maken. Ik merk op dat de primaire verantwoordelijkheid voor het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik van toeslagen ligt bij de Staatssecretaris van Financiën. Het koppelen van bestanden en tegengaan van fraude maakt daar onderdeel van uit. Het is op voorhand niet aan te geven welke besparingen het fraudebeleid op het gebied van toeslagen daadwerkelijk gaat opleveren en ik kan daarvoor dan ook geen concrete bedragen inboeken.
Zoals aangekondigd in mijn brief van 5 december 2005 ben ik in samenspraak met de Belastingdienst de mogelijkheden voor het overschakelen op een formule nagegaan. De invoering van een formule behelst een complexe operatie voor de uitvoering door de Belastingdienst/Toeslagen. Met name op het gebied van de automatisering valt een dergelijke wijziging niet op korte termijn in te passen, dit kan op zijn vroegst per 1 januari 2008. De hiermee gemoeide initiële kosten, met name voor automatisering, en structurele kosten dienen nog in kaart te worden gebracht.
Alles overwegende ben ik voornemens met ingang van 1 januari 2008 de formule in te voeren voor het bepalen van de hoogte van de normhuren, tenzij bij de nadere uitwerking zou blijken dat de hiermee gemoeide uitvoeringslasten onevenredig hoog zijn. Mocht dat het geval blijken, dan zal ik u daarvan terstond op de hoogte te stellen. Zo niet, dan zal ik de daarvoor benodigde wetswijziging in gang zetten.
Gezien de daarmee gemoeide kosten en beperkte voordelen ben ik niet voornemens extra maatregelen te treffen om de marginale druk bij eenpersoonsouderenhuishoudens in overeenstemming te brengen met die van de overige huishoudcategorieën.
De aanpassingen in het kader van de Awir die leiden tot het terugbrengen van de marginale druk zijn beschreven in bijlage II bij de brief van 5 december 2005. Invoering van een formule zorgt ervoor dat de marginale druk nog verder afneemt doordat de «sprongen» in de marginale druk van de huurtoeslag bij de trapsgewijze inkomensklassen verdwijnen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29764-44.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.