29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 551 MOTIE VAN HET LID YESILGÖZ-ZEGERIUS

Voorgesteld 2 juli 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat, gelet op jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, voor intrekking van het Nederlanderschap van uitgereisde jihadisten moet blijken van aansluiting en handelingen op of na 11 maart 2017;

overwegende dat terroristische organisaties niet pas terroristisch werden na publicatie van de lijst van terroristische organisaties en dat uitgereisde jihadisten ook voor publicatie van deze lijst al wisten dat zij zich aansloten bij een terroristische organisatie;

van mening dat het niet in de geest van de wet is om het Nederlanderschap alleen in te trekken van jihadisten die zich hebben aangesloten bij een terroristische organisatie op of na 11 maart 2017;

verzoekt de regering, de Kamer tijdens het zomerreces 2020 te informeren op welke wijze mogelijk gemaakt kan worden dat het Nederlanderschap van uitgereisde jihadisten met terugwerkende kracht kan worden ingetrokken, dus ook als blijkt van aansluiting en handelingen vóór 11 maart 2017,

en gaat over tot de orde van de dag.

Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven