Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 29754 nr. 472 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 29754 nr. 472 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 november 2018
Op 2 oktober jl. heeft de AIVD een rapport genaamd «Rechts-extremisme in Nederland. Een fenomeen in beweging» op zijn website gepubliceerd. Met deze brief voldoe ik, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, aan uw verzoek tijdens de regeling van werkzaamheden op 3 oktober jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 8, item 5), alsmede aan de toezegging van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tijdens het AO IVD-aangelegenheden aan het lid Verhoeven (D66) op diezelfde datum, om te reageren op dit rapport.
Tijdens het AO van 8 oktober jl. is aanvullend gevraagd om een historische analyse van het fenomeen rechts-extremisme in Europees perspectief. Met deze brief informeer ik uw Kamer tevens over de analyse over rechts-extremisme die is opgesteld door de NCTV, genaamd «De golfbewegingen van rechts-extremistisch geweld in West-Europa. De aard, ernst en omvang van de rechts-extremistische geweldsdreiging in West-Europa inclusief Nederland». Deze publicatie is als bijlage1 bijgevoegd bij deze brief en is vanaf heden te vinden op de website van de NCTV.
De AIVD analyse focust op de veranderingen binnen de rechts-extremistische beweging in Nederland en schetst een nieuw normbeeld. De NCTV notitie is uitgebreider van omvang en focust op de rechts-extremistische dreiging in Europa, waaronder Nederland. Het laatstgenoemde stuk richt zich met name op de gewelddadige component van de rechts-extremistische dreiging, de meest recente inzichten uit de literatuur, verschuivingen in modus operandi en doelwitten en de activiteiten online.
Reactie op beide rapporten
Ideologie
De AIVD stelt dat het gedachtegoed van de rechts-extremistische scene in Nederland een ontwikkeling heeft doorgemaakt. Rechts-extremisme werd de afgelopen decennia gekenmerkt als neonazistisch, fascistisch en antisemitisch gedachtegoed, maar in de afgelopen jaren heeft een verschuiving plaatsgevonden en is het anti-islamgedachtegoed dominanter geworden binnen de Nederlandse rechts-extremistische beweging. Daarnaast heeft het uit de VS overgewaaide alt-rightgedachtegoed voet aan de grond gekregen in Nederland. Deze ontwikkeling past ook in het beeld dat de NCTV heeft van de internationale ontwikkelingen van het rechts-extremistisch gedachtegoed in West-Europa in de afgelopen decennia, al is het belangrijk om op te merken dat er ook veel variëteit bestaat binnen het gedachtegoed. In de analyse worden vier ideologische hoofdstromingen genoemd.
Organisatie
Zowel de AIVD als de NCTV besteden in hun rapporten aandacht aan de manier waarop de rechts-extremistische scene in Nederland is georganiseerd. Groeperingen, voorheen met een redelijk vaste samenstelling en weinig nieuwe aanwas, hebben een minder grote rol bij de verspreiding van het gedachtegoed. Sociale media en chat-apps daarentegen dienen steeds meer als vehikels van de extremistische ideologie, waardoor nieuwe geïnteresseerden sneller aansluiting kunnen vinden. Traditionele organisatiestructuren zijn daarmee minder belangrijk geworden voor bijvoorbeeld het treffen van voorbereidingen voor acties. Zorgelijk is dat deze fragmentatie ervoor zorgt dat de beweging moeilijker dan voorheen is in te delen in groepen en onvoorspelbaarder is geworden.
Activiteiten
De AIVD stelt vast dat de meeste activiteiten van rechts-extremisten in nederland niet gewelddadig zijn. Eén van de belangrijkste activiteiten is het verspreiden van het gedachtegoed. Daarnaast wonen rechts-extremisten demonstraties bij en in meer verregaande gevallen voeren ze bezettingen uit. Weer een stap verder is het uiten van bedreigingen. In een uiterste geval kan geweld gepleegd worden. De AIVD zegt daarover: «het plegen van geweld mag dan zeldzaam zijn, het aanmoedigen en verheerlijken van geweld is dat niet.» En ook dat is zorgelijk, aldus de AIVD, omdat er daardoor een klimaat wordt geschapen waarin het risico groter wordt dat rechts-extremistische eenlingen of kleine groepen geweld inzetten tegen bijvoorbeeld migranten of moslims. Ook in de confrontatie met links-extremistische groepen lijken rechts-extremisten aan vertrouwen te winnen, al ligt het initiatief van die confrontaties vooralsnog vooral bij links-extremisten en is de bereidheid van rechts-extremisten om geweld te gebruiken tijdens die confrontaties tot nu toe beperkt gebleken. De NCTV laat zien dat historisch beschouwd er in Nederland minder rechts-extremistisch geweld plaatsvindt dan in landen als Duitsland, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk.
Het feit dat het toepassen van geweld door rechts-extremisten in Nederland momenteel zeldzaam is, wil echter niet zeggen dat er geen reden is tot zorg. Want, zo stelt ook de NCTV, «[t]och moet er bij [...] online oproepen steeds rekening mee worden gehouden dat er daadwerkelijk gevolg aan de oproep wordt gegeven, door een groep, enkelen of een eenling.» Hoewel er op rechts-populistische webpagina’s nauwelijks openlijke sympathie voor rechts-extremisten is waar te nemen en er niet wordt opgeroepen tot fysiek geweld, hebben xenofobe uitingen en het klimaat dat wordt geschapen op deze fora in sommige gevallen vreemdelingenhaat aangejaagd en zichtbaar gemaakt. De verharding van het rechtse internetdiscours kan een activerende rol hebben op kleine groepen of eenlingen. De AIVD en de NCTV geven nadrukkelijk aan dat, hoewel de algemene geweldsdreiging beperkt is, geweld door een eenling of kleine snel geradicaliseerde groep in de huidige context in Nederland een reëel risico is.
Zorgen nationale veiligheid
De AIVD constateert dat niet alleen de geweldscomponent een dreiging kan vormen voor de veiligheid. Belangrijk is om te constateren dat er, naast het aspect van de dreiging van geweld, ook een niet-gewelddadige dreiging tegen de democratische rechtsorde voortkomt uit rechts-extremistische handelingen. Dit doet men door systematisch haat te zaaien, bevolkingsgroepen te demoniseren, te intimideren en door een sfeer van angst te creëren. Deze dreiging gaat bijvoorbeeld uit van het door de alt-right beweging geïnspireerde rechts-extremisme. Het gedachtegoed van alt-rechts, gebaseerd op rassenleer, druist in tegen de principes waar onze democratische rechtsorde op gebaseerd is.
De analyse van de NCTV sluit hier bij aan door te stellen dat de Amerikaanse «alt-right» beweging, waardoor ook bijvoorbeeld het Nederlandse Erkenbrand wordt geïnspireerd, een witte identiteitspolitiek hanteert en daarbij streeft naar een «homogene blanke etnostaat». Bovendien wordt de «[d]emocratie nadrukkelijk [wordt] afgewezen.» Ook het feit dat er binnen Erkenbrand een sterke afkeer van feminisme en homoseksualiteit bestaat en een sterke antisemitische houding aanwezig is maakt dat het gedachtegoed in strijd is met de beginselen van de Nederlandse democratische rechtsstaat.
Beleidsinzet
In de publicaties van de AIVD en de NCTV wordt duidelijk geschetst waarom het rechts-extremistisch gedachtegoed een bedreiging vormt voor Nederland. Ook blijkt dat zowel de AIVD als de NCTV de ontwikkelingen scherp in de gaten houden. Het mag duidelijk zijn dat dit Kabinet er alles aan wil doen om die dreiging tegen te gaan. Hieronder geef ik een overzicht van de beleidsinzet die wordt gepleegd om de (rechts-)extremistische dreiging tegen te gaan.
Maatschappelijke spanningen
Het kabinet maakt zich zorgen om de snelheid waarmee de verhoudingen in de samenleving op scherp komen te staan. De spanningen tussen bevolkingsgroepen nemen toe en geven ruimte aan extremistisch gedachtegoed. Acties zoals het bedreigen van individuen, lokale gemeenschappen en geweldpleging bij gebedshuizen zijn onaanvaardbaar en worden vanuit het veiligheidsdomein vanzelfsprekend in de gaten gehouden. Dergelijke activiteiten voeden de angst en de onderlinge onverdraagzaamheid. Net als de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid sta ik in contact met gemeenten en gemeenschappen over veiligheidsvraagstukken en de omgang met maatschappelijke spanningen. Zo vindt er een bestuurlijk overleg plaats tussen de NCTV, SZW en verschillende moskeeorganisaties om zicht te houden op incidenten vanuit rechts-extremisme, de impact die deze incidenten kunnen hebben op lokale gemeenschappen en hoe er mee om te gaan. Tevens is de handreiking Veilige Moskee ontwikkeld. Deze bevat kennis, aanbevelingen en goede voorbeelden voor moskeeën, gemeenten en politie hoe gezamenlijk om te gaan met concrete spanningen en incidenten rondom moskeeën. Recent is in aanvulling hierop het handboek veiligheid religieuze instellingen ontwikkeld dat informatie bevat die instellingen kunnen gebruiken bij onveilige situaties. Dit draagt bij aan het verhogen van de weerbaarheid van religieuze instellingen. Indien dreiging en risico daartoe aanleiding geven worden aanvullende maatregelen genomen.
Aanpak radicalisering en extremisme
Net als voor alle andere soorten van extremisme is het zaak om te voorkomen dat personen radicaliseren naar rechts-extremistisch gedachtengoed. Op 26 april jl. stuurde de Minister van SZW uw Kamer al een brief over het voorkomen van radicalisering.2 De gezamenlijke ondertekening van deze brief onderstreept het belang dat het kabinet aan deze brede aanpak hecht en de gedeelde opgave om tot een effectief preventiebeleid te komen. Samen werken we aan een weerbare, veilige en democratische samenleving door excessen als extremisme, vergaande polarisatie en maatschappelijke spanningen tegen te gaan. Het kabinet staat voor een inclusieve samenleving waarin voor discriminatie, haatzaaien en geweld tegen andersdenkenden geen plaats is.
De in de brief beschreven basisstructuren van de preventieve aanpak zijn in de basis geschikt om iedere vorm van radicalisering tegen te gaan. Het fundament van de preventieve aanpak in Nederland staat, maar we moeten niet verslappen. Gemeentes en andere partners kunnen op dit fundament verder bouwen, ook daar waar het rechts-extremisme betreft. Het is daarbij zaak dat de aandacht niet verschuift maar wordt verbreed. Daarbij is het van belang dat lokale professionals geëquipeerd zijn om extremisme te herkennen en dat er op lokaal niveau een goede signaleringsstructuur is om problemen te onderkennen. In dat kader heeft de NCTV trainingen laten ontwikkelen die lokale professionals kunnen volgen ter versterking van hun werkzaamheden in de aanpak. Het Rijksopleidingsinstituut tegen Radicalisering (ROR) biedt trainingen specifiek op links- en rechts-extremisme. De Expertise-unit Sociale Stabiliteit zet zich verder op verschillende manieren in op het thema. Binnen de OMEI training (Omgaan met Extreme Idealen) wordt aandacht besteed aan alle vormen van extremisme en radicalisering. Ook richt Platform JEP (Platform Jeugd preventie van Extremisme en Polarisatie) zich op de preventie van radicalisering en extremisme in de brede zin. Daarnaast worden actuele ontwikkelingen rondom verschillende organisaties periodiek verwerkt in de «factsheet extreemrechts in Nederlandse gemeentes» die online is gepubliceerd. Tot slot is het Landelijk Steunpunt Extremisme (LSE) beschikbaar om gemeentes te ondersteunen bij vraagstukken omtrent rechts-extremistische casuïstiek en te adviseren op interventies.
Internetaanpak en tegengeluid
Voor rechts-extremistische individuen zijn digitale media steeds belangrijker om hun boodschap te verspreiden. Extremistische propaganda, van welke ideologische signatuur dan ook, probeert te bewerkstellingen dat personen worden gerekruteerd voor de extremistische beweging en dat haat en verdeeldheid wordt gezaaid in onze samenleving. Vanuit de overheid is de afgelopen jaren ingezet op het ondermijnen van extremistische propaganda enerzijds en het versterken van de weerbaarheid anderzijds om rekrutering door extremistische groepen te voorkomen. De Nederlandse overheid faciliteert en steunt maatschappelijke initiatieven (online en offline) die zich richten op het laten horen van alternatieve boodschappen. In 2017 is een onafhankelijk fonds ingesteld met de ambitie om alternatieve, verbindende geluiden te mobiliseren en de sociale weerbaarheid te versterken. Zo krijgen extremistische boodschappen minder vat op onze samenleving.
Op nationaal en internationaal niveau werkt de overheid aan het tegengaan van de verspreiding van extremistische propaganda. Onderdeel hiervan is de Internet Referral Unit van de politie (IRU NL) die in overleg met het Openbaar Ministerie (OM) zich voor nu richt op strafbare jihadistische content maar kan worden ingezet tegen rechts-extremistische content. Verder wordt de komende jaren ingezet op een integrale multidisciplinaire aanpak van extremistisch en terroristisch gebruik van digitale media. Alle betrokken organisaties streven naar een verdere bundeling van hun taalkundige, technische en inhoudelijke expertise. Doel is om vroegtijdig extremistische en terroristische structuren en activiteiten te kunnen onderkennen en om doelmatige en doeltreffende inzet en interventies te kunnen faciliteren vanuit een gezamenlijke analyse. Deze aanpak kan ook worden ingezet tegen de rechts-extremistische scene in Nederland.
Ondermijning van openbaar bestuur
Wanneer extremistisch gedachtengoed zijn weg vindt in het openbaar bestuur is dat een bedreiging voor de democratische rechtsorde. Het Ministerie van BZK (inclusief de AIVD) werkt, samen met de ministeries van SZW, JenV (inclusief de NCTV) en BZ nauw samen om het openbaar bestuur steviger, meer proactief te adviseren en ondersteunen bij het herkennen van ondermijnende processen zowel binnen als buiten de eigen organisatie. In opdracht van het Ministerie van BZK zijn verschillende onderzoeken en verkenningen uitgevoerd naar beschikbaar instrumentarium om het openbaar bestuur beter toe te rusten bij de aanpak van problematisch gedrag en ondermijning. Verder wordt dit jaar een project afgerond waarin samen met gemeenten een afwegingskader van problematisch gedrag is gemaakt. Dit afwegingskader, dat wordt gezien als een product dat steeds verder ontwikkeld kan worden, is een middel is om potentieel problematische gedragingen, handelingen en ondermijnende activiteiten zoals die beschreven door de AIVD als voortkomend uit het rechts-extremistisch klimaat, op inhoud te beoordelen. Ook biedt het openbaar bestuur onderbouwde argumenten voor eventuele interventies in reactie op problematische gedragingen, handelingen of activiteiten die ondermijnend zijn voor de democratische rechtsorde.
Strafvervolging
Wetgeving met het doel om extremisme en terrorisme te bestrijden en aanslagen te voorkomen geldt voor eenieder, ongeacht ideologische signatuur. De inlichtingendiensten, politie en Openbaar Ministerie zijn alert op rechts-extremistische uitlatingen. Wanneer er sprake is van extremistische gedragingen die een strafbaar feit opleveren, kan het Openbaar Ministerie onderzoek instellen en overgaan tot vervolging.
Tot slot
Het moge duidelijk zijn dat dit Kabinet er alles aan gelegen is om álle vormen van extremisme, ook rechts-extremisme, tegen te gaan. Daarom verwelkom ik de publicaties van de AIVD en NCTV, omdat zij bijdragen aan de kennis over het fenomeen. Kennis en bewustzijn van de ontwikkelingen binnen verschillende stromingen van extremisme zijn van groot belang. De structuren voor de aanpak van extremisme zijn conform het dreigingsbeeld en kunnen, daar waar nodig, worden ingezet.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29754-472.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.