29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 314 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE EN VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2015

Met deze brief bieden wij u de toegezegde rapportage aan over de voortgang van de uitvoering van het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme1, conform de gewijzigde motie van het lid Pechtold2. Deze rapportage wordt voor de tweede maal in de vorm van een schematisch overzicht gepresenteerd (zie bijlage 1)3, zoals door uw Kamer verzocht. Verder informeren we u over de stand van zaken van de moties en toezeggingen (zie bijlage 2)4.

In het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) 39, dat gelijktijdig met deze voortgangsrapportage aan uw Kamer wordt aangeboden, is het dreigingsniveau wederom vastgesteld op substantieel. Dit betekent dat de kans reëel is dat er een aanslag in Nederland plaatsvindt. De factoren die in de vorige DTN-periode de dreiging bepaalden, gelden nog onverkort. De gebeurtenissen in Frankrijk en Tunesië van afgelopen vrijdag (26 juni jongstleden) bevestigen eens te meer het huidige dreigingsbeeld. Ook in Nederland en andere Westerse landen zijn soortgelijke aanslagen al langere tijd voorstelbaar. De professionele aandacht en inzet voor deze dreiging mag dan ook niet verslappen. In de uitwerking en uitvoering van de maatregelen van het Actieprogramma wordt rekening gehouden met actuele ontwikkelingen. Waar nodig zijn in gang gezette maatregelen geïntensiveerd of aangepast.

Een effectieve mix van maatregelen

Het Actieprogramma bestaat uit maatregelen gericht op de bestrijding en verzwakking van de jihadistische beweging in Nederland en het tegengaan van radicalisering. Het in samenhang toepassen van deze repressieve en preventieve maatregelen maakt dat er een effectieve mix ontstaat om de huidige dreiging het hoofd te kunnen bieden. Desondanks kan een aanslag nooit worden uitgesloten.

Zowel op lokaal als op nationaal niveau worden de reeds beschikbare maatregelen in samenhang bekeken en toegepast. Waar nodig worden repressieve maatregelen toegepast. Zo staan er momenteel ca. 85 paspoorten gesignaleerd om uitreis naar strijdgebieden te bemoeilijken of en reizen buiten Nederland te bemoeilijken (maatregel 7 en 15). Ook zijn er sinds november 2013 85 sociale uitkeringen stopgezet (maatregel 9) en zijn er 18 personen toegevoegd aan de nationale terrorismelijst (maatregel 8). Bij de Raad van Kinderbescherming zijn 49 aan jihadisme gerelateerde kindzaken in onderzoek genomen sinds februari 2013. Er lopen in Nederland op dit moment ruim 95 «gewelddadige jihad-gerelateerde» strafrechtelijke onderzoeken naar circa 145 personen. Deze maand heeft de rechtbank in Rotterdam een man veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 jaar voor het voorbereiden van een terroristisch misdrijf en het bezit en de handel in verboden wapens.

Tegelijkertijd wordt er op lokaal niveau ook onverminderd ingezet op acties die de preventieve en persoonsgerichte aanpak in gemeenten en regio’s versterken. Daarbij zullen wij vooruitlopend op de structurele versterkingen5 reeds een aantal gemeenten in 2015 ondersteunen bij de uitvoering van enkele trajecten (maatregel 26). Verder wordt gewerkt aan de versterking van de ondersteuning van onderwijsinstellingen (maatregel 24) waarbij nu afspraken voor een complementaire aanpak gemaakt worden met de achttien gemeenten waar de problematiek van radicalisering het meest nijpend is6. Er wordt verkend hoe met verschillende organisaties en koepels uit de islamitische gemeenschappen kan worden samengewerkt in het vergroten van de weerbaarheid tegen extremisme (maatregel 21 en 27). Hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van de expertise en netwerken die aanwezig zijn binnen de expertise-unit sociale stabiliteit (maatregel 25). Tenslotte wordt in 9 gemeenten de opbouw van strategische netwerken van gemeentemedewerkers, professionals uit het maatschappelijk middenveld en burgers ondersteund (maatregel 22).

Nieuwe wettelijke mogelijkheden

Het bestaande strafrechtelijke, bestuursrechtelijke en civielrechtelijke instrumentarium biedt een stevig kader voor het integrale beleid zoals uiteengezet in het Actieprogramma. Deze mogelijkheden worden dan ook ten volle benut. Alhoewel de jihadistische beweging in Nederland relatief klein is, vormt zij een bijzonder risico. Ter bescherming van de nationale veiligheid, om radicalisering tegen te gaan en te voorkomen dat de Nederlandse overheid ongewild terroristische organisaties ondersteunt, worden aanvullende maatregelen voorgesteld in diverse wetsvoorstellen.

  • Hiervoor wordt gewerkt aan het wetsvoorstel «Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding» dat o.a. voorziet in een meldplicht, een gebiedsverbod en een uitreisverbod ter bescherming van de nationale veiligheid (maatregel 11). Tevens wordt het mogelijk gemaakt voor bestuursorganen om o.a. een subsidie of vergunning in te trekken, indien de subsidieontvanger of vergunninghouder in verband kan worden gebracht met terroristische activiteiten of de ondersteuning daarvan en er ernstig gevaar bestaat dat de subsidie of vergunning mede zal worden gebruikt ten behoeve van terroristische activiteiten of de ondersteuning daarvan. De planning is erop gericht dat dit wetsvoorstel nog deze zomer voor advies aan de Raad van State wordt gezonden.

  • Dit wetsvoorstel wordt ondersteund met een wijziging van de Paspoortwet waarmee geregeld wordt dat paspoorten en identiteitskaarten van rechtswege vervallen bij het opleggen van een uitreisverbod (maatregel 15). Dit voorstel is op 15 juni jl. in consultatie gegaan.

  • Er wordt gewerkt aan twee wijzigingen van de rijkswet op het Nederlanderschap. De eerste is ter verruiming van de mogelijkheden voor het ontnemen van het Nederlanderschap bij een veroordeling wegens een terroristisch misdrijf naar aanleiding van motie Dijkhoff7, de tweede wijziging voorziet in de mogelijkheid om het Nederlanderschap in te trekken in het belang van de nationale veiligheid. Het eerste voorstel ligt ter behandeling bij de Eerste Kamer. Het tweede voorstel ligt bij de Raad van State voor advies (maatregel 4).

  • Het wetsvoorstel «bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek» waarover de Raad van State begin juni advies heeft uitgebracht, vult de bestuurlijke maatregelen aan met de mogelijkheid om huurders in het kader van een huisvestingsvergunning te screenen op radicaal, extremistisch of terroristisch gedrag (maatregel 20). Ook de procedure tot verwijdering van strafbare uitingen met jihadistische content van het internet (notice and take down) wordt verbeterd middels het wetsvoorstel Computercriminaliteit III (maatregel 29). Het streven is dit wetsvoorstel kort na het zomerreces bij de TK in te dienen

  • Tenslotte wordt een wetsvoorstel voorbereid waarin wordt voorzien in een toegesneden beëindigingsgrond om uitkering, toeslag of studiefinanciering direct te beëindigen wanneer iemand is aangemerkt als onderkende uitreiziger. Het wetsvoorstel zal voor de zomer in consultatie gaan en naar verwachting na de zomer naar de Raad van State worden gezonden (maatregel 9).

Internationale context

De terrorismedreiging is niet uitsluitend een nationaal probleem. Niet alleen op het terrein van potentiële of onderkende uitreizigers, waar operationele informatie uitwisseling cruciaal is, maar ook op het terrein van radicalisering waar landen van elkaars ervaringen kunnen leren. Om deze reden is Nederland voorzitter van de Foreign Terrorist Fighters werkgroep binnen het GCTF. Daarnaast zal Nederland vanaf september 2015 het co-voorzitterschap van het GCTF overnemen van de Verenigde Staten (VS). Binnen de anti ISIS coalitie is Nederland samen met Turkije voorzitter van de Foreign Terrorist Fighters werkgroep en participeert in diverse werkgroepen zoals een werkgroep ten behoeve van het tegengaan van financieringsstromen richting ISIS en een werkgroep ten behoeve het ontwikkelen van een inclusieve narratief ten opzichte van ISIS propaganda. Daarnaast is Nederland op dit onderwerp actief in de Financial Action Task Force (FATF). Zo zal de Nederlandse inbreng in de Joint Experts» Meeting in september onder meer gericht zijn op financiering van en via uitreizigers. Tenslotte zal op mijn voorstel een Europese werkgroep onder onze leiding zich buigen over aanvullende maatregelen op Europees niveau als het gaat om buitenlandse extremistische predikers die mogelijk een bedreiging vormen voor de openbare orde en veiligheid. Het streven is om in oktober met voorstellen te komen. Nederland blijft hiermee, naast een militaire, ook een civiele bijdrage leveren aan de gezamenlijke internationale strijd tegen terrorisme.

Tot slot

De maatregelen in het Actieprogramma zijn zonder uitzondering in uitvoering. Samen met onze ketenpartners zullen we ons blijvend hiervoor inzetten.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Kamerstuk 29 754, nr. 253

X Noot
2

Kamerstuk 29 754, nr. 267

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

Kamerstuk 29 754 nr. 302 Brief «Versterking Veiligheidsketen»

X Noot
6

Kamerstuk 29 754 nr. 310, 4 juni 2015

X Noot
7

Kamerstuk 29 754, nr. 224

Naar boven