29 753
Wijziging van een aantal bepalingen in de TNO-wet in verband met deregulering en modernisering en ter doorvoering van een aantal technische wijzigingen alsmede wijziging van de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek in verband met het tijdstip van vaststelling van het wetenschapsbudget en het herstel van een beroepsmogelijkheid

nr. 4
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 17 juni 2004 en het nader rapport d.d. 8 september 2004, aangeboden aan de Koningin door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 25 mei 2004, no.04 002020, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van een aantal bepalingen in de TNO-wet in verband met deregulering en modernisering en ter doorvoering van een aantal technische wijzigingen alsmede wijziging van de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek in verband met het tijdstip van vaststelling van het wetenschapsbudget en het herstel van een beroepsmogelijkheid, met memorie van toelichting.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 25 mei 2004, nr. 04.002020, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde wetsvoorstel rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 17 juni 2004, nr. W05.04.0201/III, bied ik U hierbij aan.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal nadat aan zijn opmerking aandacht zal zijn besteed.

1. In de toelichting bij artikel 21 van het voorliggende wetsvoorstel wordt opgemerkt dat dit artikel is aangepast aan de eisen van deze tijd. Zo wordt in het derde lid van dat artikel bepaald, dat bij de afzonderlijke begrotingsposten dient te worden vermeld of deze betrekking hebben op de uitoefening van de bij of krachtens de wet aan de Organisatie opgedragen taken dan wel op andere activiteiten. Deze andere activiteiten, die niet eerder in de wet voorkwamen, duiden op de marktactiviteiten van TNO, aldus de toelichting. Bij het Besluit Bestuursorganen Wet Nationale ombudsman en Wet openbaarheid van bestuur, Stb 1998, 580, zoals dat nadien is gewijzigd, is in artikel 2, aanhef en onder g, TNO aangewezen als bestuursorgaan als bedoeld in deze beide wetten. Dat betekent dat de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet Nationale ombudsman in principe ook van toepassing zijn op deze andere activiteiten. Voor vergelijkbare organisaties is in artikel 1 van het hiervoor genoemde Besluit, voorzover het betreft de uitvoering van met name genoemde werkzaamheden, hierop een uitzondering gemaakt.

De Raad adviseert om in de toelichting in te gaan op de aard van de marktactiviteiten van TNO en daarmee samenhangend op de vraag of niet ook voor TNO, voor deze activiteiten, een dergelijke uitzondering zou moeten worden gemaakt.

1. In reactie op de opmerking van de Raad van State merk ik het volgende op.

In de eerste plaats maak ik melding van het feit dat artikel 1a, tweede lid van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en artikel 1a, tweede lid, van de Wet Nationale ombudsman (WNo) op 30 juni 2003 zijn vervallen. Dit betekent dat daarmee de grondslag van artikel 2 van het door de Raad genoemde Besluit eveneens is komen te vervallen.

TNO heeft op grond van de TNO-wet de wettelijke taak ertoe bij te dragen dat onder meer op toepassing gericht technisch- en natuurwetenschappelijk onderzoek op doelmatige wijze dienstbaar wordt gemaakt aan het algemeen belang.

Naast deze wettelijke taak verricht TNO tevens marktactiviteiten waarbij bijv. valt te denken aan het verrichten van onderzoek door TNO management BV in opdracht van derden.

Anders dan de Raad meent, zijn de Wob en de WNo niet van toepassing op de marktactiviteiten van TNO. Voormelde wetten zijn alleen op TNO van toepassing voorzover deze is aan te merken als een bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit laatste is slechts het geval voor zover TNO zijn wettelijke taak uitoefent en niet voor wat betreft zijn marktactiviteiten. Het expliciet van toepassing van de Wob en WNo uitzonderen van deze activiteiten ligt derhalve niet in de rede.

Wat betreft de verwijzing van de Raad naar de uitzondering (in artikel 1 van het Besluit) wat betreft werkzaamheden van vergelijkbare organisaties merk ik het volgende op. Deze uitzondering ziet op activiteiten die dergelijke organisaties verrichten als bestuursorgaan. Daar is, zoals gezegd, bij het verrichten van marktactiviteiten door TNO geen sprake van.

2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

2. De redactionele kanttekeningen heb ik verwerkt in het wetsvoorstel en de memorie van toelichting. Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om de memorie van toelichting te actualiseren.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

Bijlage bij het advies van de Raad van State van 17 juni 2004, no. W05.04.0201/III, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

Voorstel van wet

– In artikel I, onder D, «voor een tijdvak van ten hoogste vijf jaren» vervangen door: voor een tijdvak van vijf jaren.

– Artikel I, onder L, in artikel 26, vijfde lid, «raad van bestuur» vervangen door: raad van toezicht.

In de toelichting

– In de toelichting, Algemeen deel, 4. gevoerd overleg, aangeven wat de uitkomst van dit overleg is geweest.

– In de toelichting op artikel I, onder M, artikel 26a van de TNO-wet, aangeven waarom, in afwijking van het aangehaalde artikel 27 van de NWO-wet, de zinsnede «de raad van bestuur gehoord» is toegevoegd.


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven