29 749
Wijziging van de wet van ..... tot wijziging van de Mediawet met het oog op de verbetering van de openheid en continuïteit van de landelijke publieke omroep, teneinde aan die wijzigingswet een tijdelijk karakter te geven

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het voorstel van wet tot wijziging van de Mediawet met het oog op verbetering van de openheid en continuïteit van de landelijke publieke omroep (Kamerstukken II 2002/03, 29 030, nrs. 1–2) te wijzigen in verband met de door de regering aangekondigde visie op de taak en organisatie van de publieke omroep op lange termijn en de wettelijke uitwerking daarvan, en daartoe door wijziging van de inwerkingtredingsbepaling aan voornoemd voorstel van wet het karakter van een tijdelijke regeling te geven;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Indien het bij koninklijke boodschap van 5 september 2003 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Mediawet met het oog op verbetering van de openheid en continuïteit van de landelijke publieke omroep (Kamerstukken II 2002/03, 29 030, nrs. 1–2) tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

Artikel III komt te luiden:

ARTIKEL III

1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, waarbij aan artikelen of onderdelen daarvan terugwerkende kracht kan worden verleend tot en met een bij dat besluit te bepalen tijdstip. In dat besluit wordt zonodig toepassing gegeven aan artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

2. Deze wet vervalt met ingang van 1 september 2008. Indien de met ingang van 1 september 2005 te verlenen erkenningen en voorlopige erkenningen, bedoeld in artikelen 31 en 37 van de Mediawet, op een later tijdstip dan het in de eerste volzin genoemde tijdstip vervallen, vervalt deze wet op dat latere tijdstip.

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van 5 september 2003 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Mediawet met het oog op verbetering van de openheid en continuïteit van de landelijke publieke omroep (Kamerstukken II 2002/03, 29 030, nrs. 1–2) nadat het tot wet is verheven, in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Naar boven