29 742
Interpellatie inzake het achterlaten van vrouwen en kinderen in Marokko

nr. 13
MOTIE VAN HET LID AZOUGH C.S.

Voorgesteld 25 mei 2005

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening, dat er helderheid moet komen over de vraag welke ondersteuning en welke rechten «achtergelaten vrouwen» kunnen verwachten van de Nederlandse regering;

verwijzend naar de motie Hirsi Ali c.s. (29 742, nr. 5) die verzoekt om een zelfstandige verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd voor achtergelaten vrouwen met Nederlandse kinderen;

verzoekt de regering met een helder kader te komen waaruit duidelijk blijkt welke ondersteuning en welke rechten de verschillende groepen achtergelaten vrouwen van de Nederlandse regering kunnen verwachten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Azough

Arib

Vergeer

Naar boven