29 738
Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met aanscherping van de wekeneis

nr. 12
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 15 maart 2005

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

I

In de artikelen I, onderdeel C, en IV, onderdeel B, wordt de zinsnede «gelegen voor die dag» vervangen door: gelegen voor of op die dag.

II

Artikel II, onderdeel B, onder 1, komt te luiden:

1. In het vierde lid, wordt de zinsnede «Indien de som van de uitkering krachtens artikel 52 van de Werkloosheidswet en de toeslag krachtens artikel 8, vierde lid, van de Toeslagenwet,» vervangen door: Indien de hoogte van de uitkering vastgesteld op grond van artikel 47 of artikel 52i van de Werkloosheidswet en de toeslag krachtens artikel 8, vierde lid, van de Toeslagenwet, gezamenlijk.

Toelichting

De artikelen I, onderdeel C, en IV, onderdeel B, van het wetsvoorstel zien op het opnemen van overgangsrecht in de Werkloosheidswet (hierna: WW) respectievelijk in de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid in verband met de aanscherping van de wekeneis. Bedoeld is de aanscherping van de wekeneis alleen te laten gelden voor personen voor wie de eerste werkloosheidsdag is gelegen op of na de dag van inwerkingtreding van het wetsvoorstel. Op grond van de tekst zoals die nu luidt, zou de aanscherping van de wekeneis echter ook gelden voor personen van wie de eerste werkloosheidsdag is gelegen op de dag voor de dag van inwerkingtreding. De tekst is daartoe aangepast.

Nu de kortdurende uitkering niet zal worden afgeschaft, is het wenselijk de strekking van artikel 9, vijfde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (hierna: IOAW) ook in de tekst van de wet tot uitdrukking te brengen. Daartoe wordt artikel II van het wetsvoorstel zo aangepast, dat in artikel 9, vierde lid, van de IOAW mede een verwijzing naar artikel 52i van de WW wordt opgenomen. Dit betekent dat de hoogte van de uitkering op grond van artikel 9, vierde lid, van de IOAW wordt vastgesteld op de som van de loongerelateerde uitkering en de toeslag (bij toepasselijkheid van artikel 47 van de WW) of op de som van de kortdurende uitkering en de toeslag (bij toepasselijkheid van artikel 52i van de WW) als die som lager is dan de in de IOAW genoemde relevante bruto grondslag verminderd met het in aanmerking te nemen inkomen uit of in verband met arbeid.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven