nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de rol van
het provinciaal bestuur en het gemeentebestuur bij de rijkssubsidiëring
van monumenten te heroverwegen;
dat het tevens wenselijk is de voorhangbepaling van artikel 34 van de
Monumentenwet 1988 te heroverwegen;
dat in verband hiermee wijziging van de Monumentenwet 1988 noodzakelijk
is;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Monumentenwet 1988 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 34, eerste lid, komt te luiden:
1. Onze minister kan subsidie verstrekken ten behoeve van de instandhouding
van beschermde monumenten. Onder instandhouding wordt verstaan de onderhoudswerkzaamheden
aan een beschermd monument alsmede werkzaamheden die het normale onderhoud
te boven gaan en die voor het herstel van het monument noodzakelijk zijn.
B
In artikel 34, derde lid, wordt de zinsnede «Deze regels hebben
in ieder geval betrekking op de wijze waarop het provinciaal bestuur en het
gemeentebestuur bij het verstrekken van subsidie worden betrokken, en kunnen
voorts betrekking hebben op» vervangen door: Deze regels kunnen betrekking
hebben op.
C
Artikel 34, vierde lid, komt te luiden:
4. Indien bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt voorzien
in een subsidieplafond, worden daarbij regels gesteld omtrent de wijze van
verdeling.
D
Artikel 34, vijfde lid, vervalt.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,