29 733
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 ten behoeve van meer keuzevrijheid voor de scholen bij de inrichting van de onderwijstijd

nr. 13
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID LAMBRECHTS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 10

Ontvangen 30 juni 2005

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, wordt in artikel 8, zevende lid, onderdeel b, «in de laatste 4 schooljaren» telkens vervangen door «in de laatste 6 schooljaren», en wordt «in de eerste 4 schooljaren» vervangen door «in de eerste 2 schooljaren».

II

In artikel II, onderdeel A, wordt in artikel 11, vierde lid, «in de eerste 4 schooljaren» vervangen door «in de eerste 2 schooljaren», wordt «in de laatste 4 schooljaren» vervangen door «in de laatste 6 schooljaren», en wordt «leerlingen van 8 jaar» vervangen door: «leerlingen van 6 jaar».

Toelichting

De wijzigingen hebben tot doel vast te leggen dat op de basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs, met uitzondering van de eerste twee leerjaren, een vijfdaagse schoolweek uitgangspunt is. Datzelfde uitgangspunt geldt voor het onderwijs aan leerlingen in de leeftijd vanaf 6 jaar aan de scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. De scholen houden keuzeruimte bij de inrichting van de onderwijstijd: die ruimte is gelegen in het afschaffen van het voorschrift maximaal 5,5 uur onderwijs per dag aan te bieden en het gelijktijdig introduceren van de mogelijkheid in de onder- en bovenbouw evenveel uur onderwijs per schooljaar aan te bieden (bijvoorbeeld op het niveau van 940 uur onderwijs per schooljaar).

De mogelijkheid voor scholen om in de laatste 6 leerjaren van het basisonderwijs structureel vier dagen in de week onderwijs te geven, wordt met dit wijzigingsvoorstel uitgesloten. Wel kunnen scholen in uitzonderingssituaties een kortere dan vijfdaagse schoolweek aanhouden, bijvoorbeeld bij feestdagen (waaronder ook lokale feestdagen) die op schooldagen vallen en buiten de reguliere vakantie, bij rapportdagen of teamscholing. Dit sluit aan op de huidige onderwijspraktijk in de bovenbouw. Ook behouden scholen de mogelijkheid om zes dagen onderwijs aan te bieden.

Voor de vaststelling van de schooltijden is de voorafgaande instemming van de medezeggenschapsraad nodig. Het voornemen van een schoolbestuur om in een schooljaar af te wijken van de hoofdregel van de vijfdaagse schoolweek, inclusief de redenen daarvoor, wordt dus in dat kader aan de medezeggenschapsraad voorgelegd. Ouders worden via de schoolgids ruim van te voren op de hoogte gesteld van het lesrooster inclusief de kortere schoolweken. De inspectie ziet erop toe dat het uitgangspunt van een vijfdaagse lesweek wordt nageleefd.

Lambrechts

Naar boven