29 733
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 ten behoeve van meer keuzevrijheid voor de scholen bij de inrichting van de onderwijstijd

nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID HAMER C.S.

Ontvangen 30 juni 2005

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel III komt als volgt te luiden:

ARTIKEL III

De Wet medezeggenschap onderwijs 1992 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6, onder d, komt te luiden:

d. vaststelling van de schoolgids voor zover het niet betreft de vaststelling van de onderwijstijd;.

B

In artikel 9 vervalt aan het slot van onderdeel e «en», wordt de punt aan het slot van onderdeel f vervangen door een puntkomma gevolgd door «en», en wordt na onderdeel f een onderdeel toegevoegd, dat luidt:

g. vaststelling van de onderwijstijd.

C

Aan artikel 11 wordt een lid toegevoegd, dat luidt:

5. Een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in artikel 9, onderdeel g, wordt niet genomen dan na raadpleging van de ouders.

Toelichting

De oudergeleding van de medezeggenschapsraad krijgt een instemmingsbevoegdheid met betrekking tot elk door het bevoegd gezag te nemen besluit over de vaststelling van de schooltijden. Uit artikel 10 van de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 volgt dat een instemmingsrecht voor de oudergeleding op dit punt, een adviesbevoegdheid voor het personeelsdeel van de medezeggenschapsraad betekent.

Tevens is hiermee vastgelegd dat de oudergeleding dit doet nadat de meningen van alle ouders zijn gepeild en meegewogen. Dit in verband met het feit dat scholen ouders en kinderen niet voor onvoorziene problemen mogen plaatsen naar aanleiding van afwijkende schooltijden.

De gehele medezeggenschapsraad (bestaande uit personeels- en oudergeleding) houdt een instemmingsbevoegdheid ten aanzien van de vaststelling van de schoolgids, met uitzondering van het onderdeel in de schoolgids dat de benutting van de onderwijstijd (schooltijden) betreft.

Hamer

Balemans

Jan de Vries

Naar boven