nr. 16
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 december 2004
Dinsdag 14 december 2004 is door mevrouw Joldersma een amendement
(29 719, nr. 14) ingediend bij het wetsvoorstel «Wijziging van
onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met invoering prestatiebeurs
in een deel van de beroepsopleidende leerweg en meeneembaarheid studiefinanciering
voor deze leerweg in het buitenland». Hieronder informeer ik u over
mijn reactie op dit amendement.
Dit amendement heeft als doel de meeneembaarheid van studiefinanciering
voor de bol structureel te regelen, door artikel 12.7 uit het wetsvoorstel
te schrappen. Het tijdelijke karakter (pilot) verdwijnt hiermee. Tijdens de
behandeling van het wetsvoorstel heb ik aangegeven dat ik de voorkeur geef
aan een pilot. Dit amendement leidt echter niet tot onoverkomelijke problemen.
Het beoogt geen uitbreiding van het aantal opleidingen en levert daardoor
geen budgettaire problemen op. Bovendien blijven de risico's, die gepaard
gaan met meeneembare studiefinanciering (zie ook mijn brief van 13 december
jl., SFB/2004/35077), beheersbaar. Meeneembaarheid van studiefinanciering
kan indien noodzakelijk nog steeds worden beëindigd door geen opleidingen
(meer) aan te wijzen.
Artikel 12.7 (tweede en derde lid) regelt, naast de beëindiging van
de pilot, ook de bescherming van deelnemers tegen een al te abrupte beëindiging
van de meeneembaarheid. U hebt maandag jl. een brief van mij ontvangen waarin
dit onderdeel van het artikel wordt toegelicht (SFB/2004/35078). Dit onderdeel
van het artikel komt ook te vervallen wanneer het amendement Joldersma wordt
aangenomen. Uiteraard wordt ook dan, wanneer de meeneembaarheid zou worden
beëindigd door geen opleidingen (meer) aan te wijzen, de benodigde zorgvuldigheid
richting deelnemers in acht genomen.
Het oordeel over het amendement Joldersma (nr. 14) wil ik daarom aan uw
Kamer overlaten.
Ik hoop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd,
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Rutte