nr. 11
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN DAM TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 10
Ontvangen 6 december 2004
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
A. In onderdeel E vervalt artikel 2.7a, onderdeel a. Voorts vervallen
de dubbele punt na de aanhef en de aanduiding van onderdeel b.
B. In onderdeel K wordt in artikel 2.16 «4 jaren prestatiebeurs»
vervangen door: 7 jaren prestatiebeurs.
C. In onderdeel L wordt artikel 4.7 als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «ten hoogste 4 jaren» vervangen
door: ten hoogste 7 jaren.
2. In het tweede lid wordt «4 jaren studiefinanciering» vervangen
door: 7 jaren studiefinanciering.
3. Het vierde lid vervalt.
D. In onderdeel L vervalt in artikel 4.8 «, vermeerderd met 3 jaren».
E. In onderdeel L wordt artikel 4.17 als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «ten hoogste 4 jaren» vervangen
door: ten hoogste 7 jaren.
2. Het tweede lid vervalt.
3. De lidaanduiding van het eerste lid vervalt.
F. In artikel 4.20, eerste lid, wordt «De artikelen 4.7, eerste,
derde en vierde lid» vervangen door: De artikelen 4.7, eerste en derde
lid.
G. Onderdeel V vervalt.
Toelichting
Het is van groot belang dat jongeren een startkwalificatie behalen. MBO
niveau 3 of 4 voorziet daarin. Met het wetsvoorstel wordt het prestatieregime
ingevoerd voor deze groep MBO-ers. Daarmee wordt het niet behalen van een
diploma gesanctioneerd doordat de voorwaardelijke lening niet wordt omgezet
in een gift. Artikel 4.7 van het wetsvoorstel beperkt daarnaast de maximale
duur van de gift tot 4 jaren. Deelnemers die instromen op of na hun 18e en
moeite hebben om de opleiding te halen, worden met een jaar lening bestraft
als zij een jaar vertraging oplopen. Dit amendement beoogt die sanctie ongedaan
te maken, zodat slechts het niet behalen van een diploma wordt gesanctioneerd.
Het behalen van een diploma is het streven, zelfs als daarvoor drie jaar langer
nodig is.
Van Dam