29 718
Wijziging van de Werkloosheidswet in verband met maximering van de ziekengeldlasten in het wachtgeldfonds voor de uitzendsector en wijziging van enige andere wetten in verband met de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 11 oktober 2004

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

Artikel III wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel A, onder 1, komt luiden:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de tweede zin wordt «in afwijking van artikel 71a, derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: die geen eigenrisicodrager is.

b. De derde zin komt te luiden:

De werknemer verstrekt op diens verzoek het reïntegratieverslag aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

b. Onderdeel B komt te luiden:

B

Indien artikel IV, onderdeel G, van de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 in werking treedt wordt artikel 39a, eerste lid, als volgt gewijzigd:

1. In de eerste zin vervalt «of derde» en wordt voor «over een door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen vast te stellen tijdvak» ingevoegd: dat zal worden betaald.

2. De tweede zin wordt vervangen door: Dit tijdvak vangt aan op de eerste dag van ongeschiktheid tot werken nadat de dienstbetrekking is geëindigd en wordt afgestemd op de periode waarin de werkgever de in de vorige volzin bedoelde verplichtingen of regels niet is nagekomen of onvoldoende reïntegratie-inspanningen heeft verricht. Het tijdvak bedraagt ten hoogste 52 weken. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen stelt regels met betrekking tot het vaststellen van het in de tweede zin bedoelde tijdvak. Deze regels behoeven de goedkeuring van Onze Minister.

c. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

C

Artikel 45, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt na «belemmerd» ingevoegd: of nalaat voldoende mee te werken om aanpassing aan zijn ziekte of gebrek te verkrijgen.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel m door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

n. indien de verzekerde zich niet houdt aan het voorschrift, bedoeld in artikel 38, tweede lid, derde zin.

2

Artikel V komt te luiden:

ARTIKEL V. WIJZIGING VAN DE WET VERLENGING LOONDOORBETALINGSVERPLICHTING BIJ ZIEKTE 2003

De Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 wordt als volgt gewijzigd:

A

De artikelen IV, onderdeel F, onder 1, en VII vervallen.

B

In artikel V, onderdeel B, komt de eerste volzin te luiden:

De wijzigingen in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, bedoeld in artikel II van deze wet, worden voor ambtenaren, militaire ambtenaren respectievelijk rechterlijke ambtenaren op overeenkomstige wijze aangebracht in op artikel 125 van de Ambtenarenwet, artikel 50, eerste lid, van de Politiewet 1993 en artikel 12 van de Militaire Ambtenarenwet gebaseerde voorschriften respectievelijk het bij of krachtens de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren bepaalde.

3

Artikel VI wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt voor «7.3.1.12 en 7.3.1.13» ingevoegd: 3.2.5.2,.

b. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

C

In de derde zin van artikel 3.2.5.2, eerste lid, wordt voor «algemene maatregel van bestuur» ingevoegd: of krachtens.

4

Na artikel VI wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIA. NUMMERING

Voor de plaatsing in het Staatsblad brengt Onze Minister de aanhalingen van de artikelen, van de Wet financiering sociale verzekeringen die voorkomen in artikel VI in overeenstemming met de op grond van artikel 8.4 van de Wet financiering sociale verzekeringen vastgestelde nieuwe nummering van die wet.

Toelichting

Onderdeel 1

Met de wijziging onder a wordt bereikt dat de werknemer bij het einde van het dienstverband het reïntegratieverslag aan het UWV overlegt. Thans is nog geregeld dat deze verplichting bij de werkgever ligt. Overweging daarbij was dat het ook de werkgever is die de ziekmelding doet.

Bij nader inzien verdient het echter de voorkeur de verplichting tot overlegging van het reïntegratieverslag bij de werknemer neer te leggen. Dit heeft een aantal voordelen. Hierdoor wordt aangesloten bij de bestaande praktijk voor reguliere arbeidsrelaties, waarbij eveneens de werknemer en niet de werkgever bij het einde van de wachttijd voor de WAO het reïntegratieverslag overlegt. Voorts wordt op deze wijze gewaarborgd dat het medisch deel van het reïntegratieverslag dat opgesteld wordt door de arbodienst niet ter beschikking van de werkgever komt; de privacy van de werknemer is hiermee gediend. Tot slot wordt verzekerd dat het UWV de het reïntegratieverslag uit één hand ontvangt.

Voorts wordt bepaald dat de werknemer het reïntegratieverslag op verzoek aan het UWV doet toekomen. Omdat een efficiënte en snelle aanpak van herstel en reïntegratie gewenst is biedt deze wijziging het UWV de mogelijkheid de werknemer te verzoeken om het reïntegratieverslag reeds bij het eerste spreekuur te overleggen. De werknemer dient aan dat verzoek gehoor te geven.

Met de wijziging onder b wordt scherper tot uitdrukking gebracht dat de verhaalsregeling het karakter van schadevergoeding heeft. Buiten twijfel wordt gesteld dat het UWV bij toepassing van deze bepaling allereerst toetst of de werkgever in de verstreken periode zijn verplichtingen, bedoeld in artikel 38, tweede lid, tweede zin, ZW of artikel 71a, eerste, tweede, of vijfde lid van de WAO dan wel de krachtens het zevende lid van dat artikel gestelde regels is nagekomen en of hij voldoende reïntegratie-inspanningen heeft verricht. De toetsing vindt dus uitsluitend plaats aan de hand van toetsbare inspanningen die hebben plaatsgevonden en niet mede op basis van een inschatting door het UWV van de periode die in de toekomst noodzakelijk is voor herstel. De periode waarin de werkgever de verplichtingen of regels niet is nagekomen respectievelijk onvoldoende reïntegratie-inspanningen heeft geleverd is bepalend voor het tijdvak waarover het ziekengeld wordt verhaald. Tevens wordt met de wijziging tot uitdrukking gebracht dat het te verhalen bedrag niet meer kan bedragen dan het ziekengeld dat door het UWV over het vastgestelde tijdvak feitelijk aan de werknemer is betaald.

Met de wijziging onder c wordt de reikwijdte van artikel 45, eerste lid, ZW dat de basis biedt voor een maatregel jegens de werknemer die zijn verplichtingen niet nakomt uitgebreid. Onderdeel b van het eerste lid wordt in overeenstemming gebracht met artikel 28, onderdeel c, van de WAO. Voorts ziet het nieuwe onderdeel n op de situatie van de werknemer die de verplichting tot het overleggen van het reïntegratieverslag niet nakomt (zie ook de toelichting hiervoor met betrekking tot de wijziging onder a).

Onderdeel 2

De bedoeling van onderdeel B van artikel V van de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 is dat wijzigingen in boek 7 van het Burgerlijk Wetboek op overeenkomstige wijze doorwerken in de rechtspositiebesluiten voor al het overheidspersoneel. De opsomming van rechtspositiebesluiten in dit onderdeel blijkt bij nader inzien incompleet. Voorts is, anders dan voor andere ambtenaren, een gedeelte van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren bij ziekte, te weten het ontslag, geregeld in de wet (de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren) en niet in de onderliggende regelgeving. Het gaat hier om een omissie die bij deze wordt hersteld.

Onderdeel 3

Dit onderdeel brengt het equivalent van artikel 85, eerste lid, van de Werkloosheidswet (hierna: WW) in het wetsvoorstel Wet financiering sociale verzekeringen (hierna: Wfsv), te weten artikel 3.2.5.2, in overeenstemming met de wijziging van artikel 85 WW in het wetsvoorstel houdende wijziging van enkele sociale zekerheidswetten en enige andere wetten in verband met het aanbrengen van enige vereenvoudigingen (Kamerstukken I, 2003/04, 28 219).

Onderdeel 4

Dit onderdeel neemt een artikel op in het wetsvoorstel op grond waarvan de Minister de verwijzingen in artikel VI naar de Wfsv voor plaatsing van de wet in het staatsblad in overeenstemming brengt met de op grond van artikel 8.4 van de Wfsv vastgestelde nieuwe nummering van die wet.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven