29 715
Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met schrappen aanvraagprocedure intrasectorale programma's

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

1. Algemeen

1.1. Inleiding

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).

Schoolbesturen in het voortgezet onderwijs hebben de laatste jaren steeds meer zeggenschap gekregen. Het beleid is er op gericht deze trend met kracht door te zetten, ook voor wat betreft de planning en het aanbod van onderwijsprogramma's. In het kader van deze deregulering en autonomievergroting is nagegaan welke criteria nog actueel zijn voor het mogen aanbieden van intrasectorale programma's (het combineren van onderdelen van afdelingsvakken uit meer dan één afdeling binnen een sector). De bedoelde criteria zijn tot stand gekomen in de periode waarin tot herschikking van het voorbereidend beroepsonderwijs (hierna: v.b.o.) moest worden gekomen (Stbl. 1999, 405). De herschikking is medio 2002 formeel afgerond. Sinds die tijd hebben v.b.o.-scholen ervaring op kunnen doen met het aanbieden van intrasectorale programma's.

Gedetailleerde regelgeving en een afzonderlijke goedkeuringsprocedure blijken thans niet langer noodzakelijk. Het aanbieden van een intrasectoraal programma behoeft daarom niet langer te worden aangevraagd. Ook voor het houden van toezicht op het handelen van de bevoegde gezagsorganen van scholen in het voortgezet onderwijs is een aparte aanvraagprocedure niet noodzakelijk. Het combineren van bestaande informatiebronnen zoals de integrale leerlingentelling en de zogenaamde Brin-gegevens bieden hiertoe voldoende waarborg.

1.2. Financiële gevolgen

Dit wetsvoorstel heeft geen financiële gevolgen voor de rijksbegroting.

1.3. Uitvoeringsgevolgen

Door het vervallen van de aanvraagprocedure om intrasectorale programma's te mogen aanbieden, verminderen de administratieve lasten voor de scholen. Bij de Centrale Financiën Instellingen, het agentschap van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, behoeven geen aanvragen meer in behandeling te worden genomen, wat een vermindering van de uitvoeringslast met zich meebrengt.

1.4. Draagvlak

Over de in dit wetsvoorstel opgenomen aanpassingen van de Wet op het voortgezet onderwijs is in het voorjaar van 2003 met de organisaties voor besturen en management in het voortgezet onderwijs en de interprovinciale werkgroep onderwijs overleg gevoerd en is overeenstemming bereikt.

2. Artikelsgewijs

Artikel 1, onderdeel A

Het oude negende lid van artikel 10b komt te vervallen omdat de aanvraagprocedure voor een intrasectoraal programma binnen de beroepsgerichte leerweg alsmede de daarbij gestelde voorwaarden niet langer nodig is. Het aangepaste onderdeel b van het vernummerde negende lid, biedt de grondslag om bij algemene maatregel van bestuur, te weten het Inrichtingsbesluit W.V.O., voorschriften te verbinden aan het aanbieden van intrasectorale programma's binnen de beroepsgerichte leerweg. Het biedt tevens een grondslag om in het Inrichtingsbesluit W.V.O. op te nemen onder welke voorwaarden mag worden afgeweken van de verplichting in het eerste lid van artikel 10b om in elke afdeling van een intrasectoraal programma zowel de basisberoepsgerichte leerweg als de kaderberoepsgerichte leerweg te geven.

Artikel I, onderdeel B

Het oude negende lid van artikel 10d komt te vervallen omdat de aanvraagprocedure voor een intrasectoraal programma binnen de gemengde leerweg alsmede de daarbij gestelde voorwaarden niet langer van toepassing zijn. Het aangepaste onderdeel b, van het vernummerde negende lid, biedt de grondslag om bij algemene maatregel van bestuur, te weten het Inrichtingsbesluit W.V.O., voorschriften te verbinden aan het aanbieden van intrasectorale programma's binnen de gemengde leerweg.

Deze memorie van toelichting onderteken ik mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven