nr. 7
VERSLAG
Vastgesteld 6 oktober 2004
De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1,
belast met het voorbereidend onderzoek, brengt als volgt verslag uit van haar
bevindingen omtrent dit wetsvoorstel.
Onder het voorbehoud dat de regering de in dit verslag opgenomen vragen
en opmerkingen afdoende beantwoordt, acht de commissie de openbare behandeling
van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
ALGEMEEN
1. Inleiding
De leden van de CDA-fractie hebben kennis genomen van het voorstel van
Wet laden en lossen van zeeschepen. Deze leden constateren dat het wetsvoorstel
beoogt de eisen en procedures ten aanzien van het laden en lossen van zeeschepen
te harmoniseren met als doel het aantal scheepsrampen terug te dringen. Op
deze wijze wordt de in 1997 aangenomen BLU-code in Europese richtlijnen en
nationale wetgeving geïncorporeerd.
De leden van de fractie van de PvdA hebben kennis genomen van onderhavig
voorstel en geven te kennen in te stemmen met de wijze van invoering van richtlijn
2001/96/EG. De leden van de fractie van de PvdA betreuren de opgelopen vertraging
bij de implementatie van de richtlijn, niet in de laatste plaats omdat eerdere
implementaties van richtlijnen op het gebied van scheepvaart ná de
gestelde termijnen is bereikt. Zij vragen de regering om een toelichting op
de oorzaak van de vertraging en verzoeken om een uiteenzetting van de maatregelen
die zijn genomen om toekomstige implementatietermijnen wel te halen.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
de Wet laden en lossen van zeeschepen. Zij hebben echter nog enkele vragen
die zij graag beantwoord willen zien. Heeft de regering zich strikt gehouden
aan de inhoud van de richtlijn, of kiest de regering voor een strengere aanpak,
met aanvullende maatregelen, om de problemen bij het lossen en laden op te
lossen? De leden van de VVD-fractie willen, in aanvulling op de leden van
de fractie van de PvdA, weten of het te laat implementeren van richtlijn nog
gevolgen heeft voor Nederland.
3. Solas-verdrag en BLU-Code
De leden van de CDA-fractie vragen de regering aan te geven welke inhoudelijke
noodzaak zij ziet tot het formaliseren van de BLU-code op Europees en nationaal
niveau. In hoeverre wordt deze code in Europees verband onderschreven, toegepast
en nageleefd? En welk effect heeft dit op het aantal scheepsongevallen en
slachtoffers sinds 1997? In hoeverre acht de regering het met het oog op het
verder terugdringen van het aantal scheepsrampen zinvol en gewenst om de BLU-code
in wetgeving te incorporeren en het toezicht te intensiveren?
Kan de regering tevens aangeven in hoeverre de BLU-code door de exploitanten
van bulkterminals in Nederland wordt nageleefd? In hoeverre nemen exploitanten
hun verantwoordelijkheid?
De leden van de fractie van de PvdA verzoeken de regering om verstrekking
van actuele informatie met betrekking tot de discussie in de IMO over het
al dan niet verplicht stellen van de tot nu toe aanbevolen BLU-code. Ook vragen
zij om de consequenties voor de Nederlandse wetgeving wanneer sprake zal zijn
van een verplichting.
De leden van de VVD-fractie constateren dat sprake is van een uitzonderingspositie
voor het laden en lossen van graan. Wordt deze positie gehandhaafd? Zo ja,
waarom? Zo neen, wanneer vervalt die positie?
5. Implementatie door middel van bestaande regelgeving
De leden van de CDA-fractie wijzen er op dat de veiligheid van zeeschepen,
die varen onder de vlag van het Koninkrijk volgens het Statuut, een Koninkrijksaangelegenheid
is. Het wetsvoorstel beperkt zich tot de implementatie van de richtlijn voor
Nederland. Kan de regering aangeven hoeveel bulkschepen varen onder de vlag
van het Koninkrijk? Op welke wijze wordt binnen het Koninkrijksverband aandacht
besteed aan het veilig laden en lossen van bulkschepen?
De leden van de fractie van de PvdA informeren naar de wijze waarop de
richtlijn is ingevoerd in overige (West-)Europese landen en de eventuele gevolgen
voor de concurrentiepositie van Nederlandse havens c.q. bulkterminals.
8. Externe consultatie
De leden van de CDA fractie vragen de regering in hoeverre het wetvoorstel
in de sector (havenautoriteiten en exploitanten van bulkterminals) kan rekenen
op instemming.
9. Uitvoerings- en handhavingsaspecten en bestuurlijke
lasten
De leden van de CDA-fractie constateren dat de regering een uitbreiding
van de capaciteit van het IVW-toezicht noodzakelijk acht. Om hoeveel formatieplaatsen
gaat het hierbij? Waarom zijn (extra) inspecties door de IVW nodig bovenop
de externe audits die zullen moeten plaatsvinden in het kader van de certificering
en kwaliteitszorg? Kan de regering nader ingaan op de relatie tussen certificering
en toezicht?
De voorzitter van de commissie,
Atsma
De griffier van de commissie,
Roovers
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), ondervoorzitter,
Atsma (CDA), voorzitter, van Gent (GL), Timmermans (PvdA), van Bommel (SP),
van der Staaij (SGP), Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Depla
(PvdA), van As (LPF), Mastwijk (CDA), Duyvendak (GL), Koopmans (CDA), Gerkens
(SP), Bruls (CDA), van Lith (CDA), van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Boelhouwer
(PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Hermans (LPF), Dezentjé Hamming
(VVD), Van Hijum (CDA).
Plv. leden: Heemskerk (PvdA), Samsom (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD),
Hessels (CDA), Vos (GL), Smeets (PvdA), De Ruiter (SP), Slob (CU), Aptroot
(VVD), Szabó (VVD), Van Dijken (PvdA), Waalkens (PvdA), Herben (LPF),
Van Winsen (CDA), Halsema (GL), Jager (CDA), Vergeer (SP), Ten Hoopen (CDA),
Van Haersma Buma (CDA), Bakker (D66), De Pater-van der Meer (CDA), Van Dam
(PvdA), Van Beek (VVD), Dubbelboer (PvdA), Van den Brink (LPF), Luchtenveld
(VVD), Buijs (CDA).