29 709
Aanbestedingsbeleid

nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 maart 2006

Hierbij zend ik u het onderzoek naar de naleving van de Europese aanbestedingsrichtlijnen in 20041. Dit onderzoek is dit najaar in mijn opdracht uitgevoerd door onderzoeksbureau Significant.

De eerste meting van de naleving vond plaats over het jaar 2002. Uit het dit najaar uitgevoerde onderzoek over het jaar 2004 blijkt dat de naleving van de Europese aanbestedingsrichtlijnen in alle gemeten sectoren is verbeterd ten opzichte van 2002, maar dat het tempo van verbetering onvoldoende is om op afzienbare tijd te kunnen spreken van een goede naleving.

Vergelijking naleving 2002 en 2004

Sector20022004Stijging
Kerndepartementen50 – 60 %70 – 80 %10 – 20 %
Gemeenten 0 – 10 %20 – 30 %10 – 20 %
Provincies20 – 30 %40 – 50 %10 – 20 %
Waterschappen10 – 20 %20 – 30 %10 – 20 %
Academische ziekenhuizen20 – 30 %50 – 60 %30 – 40 %
Hogescholen 0 – 10 %10 – 20 %10 – 20 %
Universiteiten20 – 30 %40 – 50 %20 – 30 %
Rijksmusea10 – 20 %10 – 20 % 0 – 10 %
Politieregio’s20 – 30 %40 – 50 %20 – 30 %

Uit het onderzoek blijkt dat de kerndepartementen en de provincies hoog scoren qua niveau van naleving. De provincies, politieregio’s en academische ziekenhuizen kennen de grootste stijging van de naleving ten opzichte van 2002. Waterschappen, hogescholen en rijksmusea scoren duidelijk lager, zowel wat betreft het niveau van naleving als het tempo van vooruitgang. Gemeenten hebben hun naleving sinds 2002 verdubbeld maar scoren nog steeds laag. Uit het feit dat gemeenten 50% van het totale aanbesteedplichtige volume over alle onderzochte sectoren voor hun rekening nemen blijkt dat deze overheidsgeleding de grootste opdrachtgever is. Het verbeteren van de naleving in deze sector zal daarom extra aandacht krijgen. Ik verwijs hierbij naar de hieronder aangekondigde acties.

Uit het onderzoek blijkt dat het nalevingspercentage bij kleinere gemeenten aanzienlijk lager ligt dan bij grotere gemeenten. Uit het onderzoek blijkt echter ook dat met name kleinere gemeenten meerdere inkooppakketten tezamen Europees aanbesteden (bijvoorbeeld via inkoopbureaus). Veel van deze aanbestedingen hoeven bij individuele inkoop niet volgens de Europese regels te worden aanbesteed. Deze aanbestedingen zijn dan ook niet meegenomen in het onderzoek. Ik beschouw het als positief dat gemeenten dergelijke samenwerkingsverbanden aangaan en daardoor meer Europees aanbesteden, zonder dat daartoe een Europese verplichting bestaat.

Bovenstaande uitkomsten onderstrepen de noodzaak om mijn beleid ten aanzien van aanbesteden met daadkracht voort te zetten. Volgend op de implementatie van de Europese richtlijnen (BAO/BASS), hoop ik op een voortvarende behandeling door uw Kamer van het wetsvoorstel voor een nieuwe Aanbestedingswet. Daarnaast worden dit jaar, om het tempo van verbetering te versnellen, de volgende acties ondernomen:

1. Op dit moment wordt TenderNed, een bestaand systeem voor elektronisch aanbesteden van werken ook geschikt gemaakt voor leveringen en diensten. Het instrument wordt thans verder ontwikkeld en voorzien van allerlei ondersteunende functies. Door vrijwillige toepassing van TenderNed kunnen aanbestedingsprocedures geheel elektronisch verlopen. TenderNed loodst aanbestedende diensten stapsgewijs door het aanbestedingsproces en maakt in elke stap duidelijk welke regels toegepast moeten worden. Met dit instrument zal een aanzienlijke lastenverlichting worden gerealiseerd voor zowel aanbestedende diensten als voor ondernemers omdat de voortgang en de resultaten van procedures elektronisch kunnen worden vastgelegd.

2. Voor Europese aanbestedingen heb ik in de toelichting bij het wetsvoorstel aanbestedingswet aangekondigd dat voor de verplichte aankondiging in Luxemburg het gebruik van een module van TenderNed verplicht gesteld zal gaan worden. Aanbestedende diensten worden stapsgewijs door de aanbestedingsformulieren geleid en ondersteund met relevante informatie. Hiermee wordt het voor aanbestedende diensten makkelijker om de aankondiging op te stellen en zich daarbij beter aan de geldende regelgeving te houden. Dit zal de naleving verbeteren en tevens verhoogt het de concurrentie tussen ondernemers en de transparantie van het aanbesteden.

3. Uit de nalevingscijfers blijkt dat vooral de kleinere gemeenten moeite hebben met het uitvoeren van Europese aanbestedingen. Het kennisnetwerk aanbesteden, PIANOo, zal daarom extra aandacht geven aan de sectoren die moeite hebben met het naleven van de richtlijnen. Daarbij richt PIANOo zich op de specifieke vragen en problemen ten aanzien van hun aanbestedingspraktijk. Dit gebeurt door vraag naar en aanbod van kennis beter met elkaar te verbinden en praktijkkennis breed beschikbaar te stellen. Ook worden er verspreid door het land, in samenwerking met diverse betrokken kennisinstituten en koepels, workshops en bijeenkomsten voor de aanbestedende diensten georganiseerd.

4. Om de bestuurlijke aandacht voor inkoop- en aanbestedingsbeleid te versterken voert de VNG – in samenwerking met de Ministeries van EZ en BZK en diverse kennisinstanties – in 2006 het project Goed Besteed uit. Dit project is gericht op het binnen gemeenten op gang brengen van een professionaliseringsproces op het gebied van inkopen en aanbesteden en meer bestuurlijke aandacht voor aanbesteden.

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven