nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is in verband
met de bekrachtiging van het op 16 mei 2003 te Londen tot stand gekomen
Protocol bij het Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een
Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door
olie, 1992 (Trb. ) regelen vast te stellen tot uitvoering van dat Verdrag,
alsmede dat het wenselijk is de Wet aansprakelijkheid olietankschepen aan
te passen in verband met de bijzondere amenderingsprocedures van het op 27 november
1992 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de wettelijke
aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie, 1992 (Trb. 1994,
229) en van het op 27 november 1992 te Londen tot stand gekomen Internationaal
Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding
van schade door verontreiniging door olie, 1992 (Trb. 1994, 228);
Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet schadefonds olietankschepen wordt gewijzigd als volgt:
A
Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel
f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
g. «Aanvullend Fonds»: het Internationaal Aanvullend Fonds
voor de vergoeding van schade door verontreiniging door olie, bedoeld in artikel
2 van het op 16 mei 2003 te Londen tot stand gekomen Protocol bij het
Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 1992 (Trb. ..PM).
B
Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 12a
Tenzij anders is aangegeven, is het in of krachtens de artikelen 2 tot
en met 12 bepaalde van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het Aanvullend
Fonds, met dien verstande dat een opgave van bijdragende olie als bedoeld
in artikel 5, eerste lid, alsmede een mededeling als bedoeld in artikel 5,
tweede lid, die is geschied ten aanzien van het Fonds, geacht wordt tevens
ten aanzien van het Aanvullend Fonds te zijn gedaan.
ARTIKEL II
Artikel 4 van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen wordt gewijzigd
als volgt:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De eigenaar kan zijn aansprakelijkheid per voorval beperken tot het
bedrag, bepaald in artikel V van het Verdrag, behoudens wijziging door de
bijzondere amenderingsprocedure voorzien in artikel 15 van het Verdrag.
2. Het derde en vierde lid komen te vervallen.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Minister van Economische Zaken,
De Minister van Verkeer en Waterstaat,