29 701
Wijziging van de Gemeentewet in verband met de afschaffing van de lokale lastenverlichting van € 45,38

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 28 september 2004

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Met belangstelling, maar ook met enige verbazing hebben de leden van de CDA-fractie kennisgenomen van het aan de orde zijnde wetsvoorstel. Gelet op de samenhang met de afschaffing van het gebruikersdeel Onroerende-zaakbelastingen (OZB), die in het hoofdlijnenakkoord nadrukkelijk was bedoeld, vragen deze leden de regering een uitvoerige motivering waarom deze samenhang is losgelaten.

Bij de invoering van de zogenaamde «Zalmsnip» destijds in 1998 is aan de gemeenten dwingend voorgeschreven op welke wijze deze lokale lastenverlichting voor gezinshuishoudens diende te worden uitgevoerd. Dat bracht met zich mee, dat deze lokale lastenverlichting ook aan niet belastingplichtige gezinshuishoudens diende te worden toegekend. Kan de regering meedelen welke administratieve last dit de gemeenten heeft gebracht? Deze vraag dient mede om te bepalen op welke administratieve lastenverlichting gemeenten nu, als gevolg van de afschaffing, kunnen rekenen.

Verscheidene consumentenorganisaties, onder andere de Vereniging Eigen Huis en de Consumentenbond, hebben al gewezen op de te verwachten verhoging van de lokale lasten als gevolg van de afschaffing van de «Zalmsnip» zonder de daaraan gekoppelde afschaffing van het gebruikersdeel OZB. Hoe denkt de regering te voorkomen dat dit verwijt ten onrechte bij de gemeente terecht zou komen, nu deze loskoppeling een kabinetsbeslissing is? Is de regering van plan in overleg met de gemeenten hierover een communicatieplan op te zetten?

De leden van de PvdA-fractie hebben met verbazing kennisgenomen van het voorstel tot wijziging van de Gemeentewet in verband met de afschaffing van de lokale lastenverlichting van € 45,38. Zij achten dit voorstel teleurstellend. Over deze wetswijziging hebben deze leden daarom enkele vragen.

Zij zijn van mening dat de oorspronkelijke argumenten voor afschaffing van deze lokale lastenverlichting vervallen, nu de afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB met een jaar is uitgesteld. Volgens regering in de memorie van toelichting ligt de afschaffing van deze lokale lastenverlichting immers «in het verlengde» van de afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB. Deze leden willen daarom graag dat de regering meedeelt wat de argumenten zijn voor de afschaffing van deze lokale lastenverlichting, nu deze niet langer in het verlengde ligt van de afschaffing van het gebruikersdeel OZB. Dit voornemen betekent nu direct een substantiële lastenverzwaring van € 45.38.

Bovenstaande laat onverlet dat de leden van de PvdA-fractie fel tegen de voorgenomen afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB zijn.

De leden van de PvdA-fractie stellen vast dat, als er geen andere lastenverlichting tegenoverstaat, afschaffing van de lokale lastenverlichting van € 45,38 direct tot een extra hoge lastenverzwaring zal leiden die vooral voelbaar is voor de burgers met een lager inkomen. Er is op dit moment ook geen enkele gemeente in staat dit bedrag anderszins te compenseren. Een lastenverzwaring van € 45.38 per huishouden is ronduit stevig te noemen. Deze leden willen dan ook graag weten hoe met deze wetswijziging de uitspraak uit het regeerakkoord standhoudt, dat het kabinet de armoedevalproblematiek aanpakt, zonder de positie van degenen die op ondersteunende (inkomensafhankelijke) regelingen zijn aangewezen, uit het oog te verliezen.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld de bijzondere bijstand, is de Zalmsnip niet slechts voorbehouden aan personen met een inkomen op of onder bijstandsniveau. Deze leden constateren dan ook dat, waar gemeenten deze groep vanuit de bijzondere bijstand nog tegemoet kan komen, zij voor de groep met een inkomen net boven bijstandsniveau door deze wetswijziging met lege handen staan. Daarom willen de leden van de PvdA-fractie graag weten hoe de regering de lastenverzwaring als direct gevolg van de wetswijziging, zal compenseren.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet in verband met de afschaffing van de lokale lastenverlichting van € 45,38. Graag willen zij nog een paar opmerkingen maken en een paar vragen stellen.

De leden van de VVD-fractie merken op, dat de afschaffing van de hier aan de orde zijnde lokale lastenverlichting in het hoofdlijnenakkoord is opgenomen. Hun belangstelling gaat dan ook vooral uit naar de gekozen vormgeving. Zo vragen deze leden waarom de regering heeft gekozen voor een wijziging van een aantal wetten, terwijl het ook denkbaar zou zijn geweest dat per 2005 de lastenverlichting op 0 euro zou zijn vastgesteld.

Gaarne krijgen zij daarop een reactie van de regering.

De leden van de VVD-fractie waren voorstander van wat destijds de «Zalmsnip» werd genoemd. Voor deze leden is het pas misgelopen na de introductie van het zogenaamde «Leidse Model», waardoor 16% van het aantal gemeenten is afgeweken van de oorspronkelijke bedoeling van deze lastenverlichting. De leden van de VVD-fractie vragen of het niet beter zou zijn geweest om deze lastenverlichting te handhaven en tegelijkertijd het «Leidse Model» te verbieden. In dit verband is het ook interessant om te weten of de regering ook een alternatief voor de 325 miljoen euro lastenverzwaring heeft overwogen. Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie daarop een reactie van de regering.

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij hebben begrip voor de motieven van de regering om te komen tot de afschaffing van de zogeheten Zalmsnip. Tegelijk hebben zij hierover enkele kritische vragen.

De aan het woord zijnde leden erkennen de wenselijkheid van een evenwichtig en generiek inkomensbeleid. In dat kader leidt de huidige mogelijkheid tot lokale lastenverlichting en de daarbij behorende verschillende toepassingsmogelijkheden tot een onhelder beeld.

De leden van de SGP-fractie wijzen erop dat de oorzaak van de invoering van de lokale lastenverlichting, te weten de stijgende lokale lastendruk, onverminderd aan de orde is. Zij zijn daarom van mening dat afschaffing van de lokale lastenverlichting niet mag leiden tot lastenverzwaring voor de burger. In hoeverre speelt de afschaffing van het bewonersdeel van de OZB daarbij een rol? De aan het woord zijnde leden vragen hierop de reactie van de regering.

In de memorie van toelichting stelt de regering dat het onderhavige voorstel in lijn met de afspraken in het regeerakkoord als een logisch complement vergezeld gaat van het voorstel om het bewonersdeel van de OZB af te schaffen. Nu dit voornemen met een jaar is uitgesteld, gaan de leden van de SGP-fractie er vanuit dat ook de in het onderhavige wetsvoorstel voorgestelde ingreep met een jaar zal worden vertraagd. Zij vragen of deze veronderstelling juist is.

De voorzitter van de commissie,

Noorman-Den Uyl

De griffier van de commissie,

De Gier


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Voorzitter, Vos (GL), Cornielje (VVD), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Van Beek (VVD), Ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GL), Wolfsen (PvdA), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (LPF), Boelhouwer (PvdA), Szabó (VVD), Van Hijum (CDA) en Vacature (SP).

Plv. leden: De Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA), Halsema (GL), Schippers (VVD), Dubbelboer (PvdA), Kant (SP), Rijpstra (VVD), Slob (CU), Hirsi Ali (VVD), Griffith (VVD), Rambocus (CDA), Van Gent (GL), Van Nieuwenhoven (PvdA), Çörüz (CDA), Hermans (LPF), Van Haersma Buma (CDA), Koser Kaya (D66), Bruls (CDA), Van Bochove (CDA), Algra (CDA), Hamer (PvdA), Varela (LPF), Leerdam, MFA (PvdA), Balemans (VVD), Eski (CDA) en Vergeer (SP).

Naar boven