29 692
Politiek en media

nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juni 2006

Waarom voert de overheid mediabeleid? De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid geeft op die vraag een aansprekend antwoord: het functioneren van de media raakt rechtstreeks aan kwaliteit van de samenleving.1 Ook in de visie van het kabinet vloeit de rol van de overheid eerst en vooral voort uit maatschappelijke impact van de media. Dat geldt nu meer dan ooit. Onze democratie wordt beschouwd als een mediacratie, onze cultuur als een beeldcultuur, onze economie ontwikkelt zich in de richting van een creatieve kenniseconomie, en de media zijn prominent aanwezig in onze vrije tijd. Anders gezegd: media hebben maatschappelijke effecten die de individuele productie en consumptie ervan overstijgen.

Met deze brief presenteren wij de kabinetsreactie op het WRR-advies Focus op Functies2. Deze is voorbereid door de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in overleg met de minister van Economische Zaken. Het is voor het eerst in vierentwintig jaar dat een dergelijke integrale visie op het mediabeleid verschijnt. In 1982 adviseerde de WRR de toenmalige regering, onder de titel Samenhangend Mediabeleid.3 Sinds die tijd daalden de oplages van dagbladen, werden distributienetwerken geprivatiseerd, en kreeg de publieke omroep gezelschap van zeven algemene commerciële televisiezenders en, alleen op de FM al, negen landelijke commerciële radiostations. Nederland werd de meest competitieve omroepmarkt van Europa. Digitalisering luidde een nieuwe fase in: diverse netwerken lenen zich voor de distributie van allerlei combinaties van beeld, geluid en tekst. Kortom, het medialandschap veranderde ingrijpend. Hoogste tijd dus om opnieuw na te denken over de grondslagen van het mediabeleid.

De kabinetsreactie bestaat uit drie delen. Het eerste deel gaat in op de algemene bevindingen en beschouwingen van de WRR en vormt tevens de kabinetsvisie op de toekomst van het mediabeleid. Het tweede deel bevat de kabinetsreactie op concrete aanbevelingen, waaronder een al aangekondigde regeling voor mediaconcentratie en cross ownership.In deel drie worden enkele actuele onderwerpen behandeld, mede vanwege toezeggingen hierover aan de Tweede Kamer.

Mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Economische Zaken,

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende


XNoot
1

WRR (2005). Focus op functies, uitdagingen voor een toekomstbestendig mediabeleid, p. 11.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
3

De reactie van minister Brinkman was de Medianota, Kamerstukken II, 1982/83, 18 035, nr. 1.

Naar boven