29 689 Herziening Zorgstelsel

Nr. 879 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 december 2017

In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 december jl. is gesproken over een artikel in de Volkskrant genaamd «Einde van aanvullende zorgverzekering dreigt»1. Dit artikel verscheen naar aanleiding van het DNB rapport «Visie op de toekomst van de Nederlandse zorgverzekeraars»2. Mij is verzocht om vóór de begrotingsbehandeling te reageren op dit artikel en op de vraag hoe dit zich verhoudt tot reserves van verzekeraars en Europese eisen hierover. Vóór het kerstreces ontvangt u een meer algemene beleidsreactie op het DNB rapport.

DNB constateert dat de aanvullende verzekering in de huidige vorm steeds meer op een «abonnement» lijkt en minder op een verzekering. Dit komt onder andere omdat mensen steeds kritischer worden en steeds vaker alleen de zorg verzekeren die zij echt nodig hebben. Het is een goede zaak dat mensen kritisch kijken welke verzekeringen zij echt nodig hebben. Maar als alleen zorg verzekerd wordt die ook daadwerkelijk geconsumeerd wordt, is de consequentie dat de premie van de aanvullende verzekeringen omhoog gaat en/of de dekking steeds lager moet worden wil de verzekeraar niet in de rode cijfers komen. Door deze trend kan uitgebreide aanvullende zorg op termijn minder toegankelijk worden.

Daar staat tegenover, dat Nederland een ruim basispakket heeft met zorg die niet voor verantwoordelijkheid van de verzekerde zelf komt. Aanvullende verzekeringen zijn dus echt aanvullend. De overheid heeft geen bevoegdheid om hierover wettelijke voorwaarden op te stellen. Nog steeds ziet 84% van de mensen de toegevoegde waarde van een aanvullende verzekering. Desondanks wil ik de gesignaleerde trend serieus nemen en zal deze nader analyseren. Hier zal ik volgend jaar bij uw Kamer op terugkomen.

Wat betreft de relatie met solvabiliteitscijfers geldt dat de winstgevendheid van de aanvullende verzekering conform de DNB rapportage de afgelopen jaren een wisselend beeld laat zien. Daarnaast concludeert DNB dat de solvabiliteitsratio van alle verzekeraars gemiddeld eind 2016 op 157% ligt, inclusief de reserves gekoppeld aan de aanvullende verzekering. Exclusief de aanvullende verzekering, dus voor alleen de basisverzekering, ligt deze op 155%. Hierbij is sprake van forse verschillen tussen verzekeraars, maar zijn verzekeraars voldoende solvabel.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven