29 689 Herziening Zorgstelsel

Nr. 791 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 november 2016

Recentelijk heb ik uw Kamer het Samenvattend Rapport Zorgverzekeringswet 2015 van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) toegestuurd (Kamerstuk 29 689, nr. 782). Zoals de naam van het rapport aangeeft is het een samenvatting van alle bevindingen die de NZa al in eerdere rapporten heeft gepubliceerd. Ik heb die rapporten ook met uw Kamer gedeeld. In het Samenvattend rapport geeft de NZa aan op welke wijze zij toezicht heeft gehouden op de naleving van de bepalingen van de Zorgverzekeringswet door zorgverzekeraars. En welk oordeel zij aan haar bevindingen verbindt. Ook geeft de NZa aan welke acties zij reeds heeft ingezet of gaat inzetten om de situatie te verbeteren.

Als reactie op uw verzoek (Handelingen II 2016/17, nr. 25, Regeling van Werkzaamheden) zal ik ingaan op de aandachtspunten rond de zorgplicht van zorgverzekeraars die in het rapport worden benoemd en aangeven hoe het staat met de acties van de NZa hierop.

De kern van mijn reactie is:

  • Het overall beeld dat de NZa over het jaar 2015 schetst van de wijze waarop de zorgverzekeraars hun rol vervullen positief is: zorgverzekeraars vullen hun taken naar behoren uit.

  • Dit geldt ook voor de naleving van de zorgplicht door zorgverzekeraars. De NZa heeft geen aanwijzingen dat deze in het geding is geweest. Zodra de NZa een acuut risico ziet dat dit wel het geval is, grijpt zij sowieso direct in.

  • Essentieel onderdeel van deze zorgplicht is het bemiddelen naar een andere zorgaanbieder indien de zorg de gewenste zorgaanbieder niet tijdig beschikbaar is. Dit voorkomt lange wachttijden. Natuurlijk kan een verzekerde er bewust voor kiezen om te wachten totdat er plaats is bij de door hem gewenste zorgaanbieder en zich dus niet door de zorgverzekeraar laat bemiddelen naar een andere passende zorgaanbieder. Hierdoor kunnen er wachtlijsten ontstaan, ondanks dat de zorgplicht van de zorgverzekeraar niet in het geding is.

  • Voor de volgende in 2016 onderzochte zorgvormen zijn geen aandachtspunten meer ten aanzien van de zorgplicht en hoeft de NZa geen verdere acties meer uit te voeren: medicatieoverdracht bij apotheken, bereikbaarheid eerstelijnszorg en continuïteit van zorg. Dit is positief.

  • Op de onderzochte onderdelen waar nog aandachtspunten zijn, heeft de NZa acties aangekondigd of al ingezet. Deze dienen om eventueel gesignaleerde risico’s dieper te onderzoeken zodat de zorgplicht geborgd blijft.

Nadere toelichting

De laatste stand van zaken rond de door NZa ingezette acties is:

Polissen

De plannen die zes zorgverzekeraars hebben moeten inleveren voor de verbetering van de tijdige beschikbaarheid zorg, worden door de NZa beoordeeld. Deze beoordeling wil de NZa voor het eind van het jaar afronden. De NZa ziet er vooral op toe dat de zorgverzekeraars proactiever nagaan en afdwingen bij zorgaanbieders, dat de kwaliteit en tijdigheid van de zorg op peil is. Dit raakt niet alleen de budgetpolis, maar alle polissen. Mochten de plannen onvoldoende waarborgen bevatten, dan kan de NZa besluiten dat de zorgverzekeraars extra zorg moeten inkopen.

Medisch specialistische zorg

De NZa gaat in een breder verband nader in kaart brengen bij welke specifieke vormen van medisch-specialistische zorg zich knelpunten in de wachttijden voordoen en de zorgverzekeraars dus mogelijk niet aan hun zorgplicht voldoen. Speciale aandacht heeft de NZa hierbij voor regio’s waar maar een beperkt aantal alternatieven beschikbaar is (bijvoorbeeld Friesland). Voor de knelpunten zal de NZa de oorzaken onderzoeken en bekijken hoe zorgverzekeraars deze kunnen aanpakken. De NZa streeft er naar het onderzoek af te ronden voor de zomer 2017.

Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

Bij bepaalde specifieke behandelingen in de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg is de wachttijd langer dan de geldende norm en daarmee komt de zorgplicht van zorgverzekeraars in het gedrang. Daarom heeft de NZa de betreffende zorgverzekeraars gevraagd verbeterplannen op te stellen. In alle gevallen hebben de zorgverzekeraars deze plannen ingediend. Op dit moment heeft de NZa de beoordeling van deze plannen nog niet afgerond. De NZa heeft mij te kennen gegeven dat zij de acties van de zorgverzekeraars blijft monitoren en indien nodig handhavingsmaatregelen kan opleggen, maar dat dat nu niet aan de orde is. De NZa streeft er naar om uiterlijk in januari 2017 de bevindingen openbaar te maken.

Ambulancezorg

In de regio’s waar de norm voor de aanrijtijden niet gehaald wordt, hebben de zorgverzekeraars op aangeven van de NZa verbeterplannen opgesteld. Op dit moment beoordeelt de NZa deze plannen. In ieder geval zal de NZa de uitvoering van de plannen monitoren. De NZa heeft een aantal rapportagemomenten vastgesteld (eind januari en halverwege het jaar) waarop de zorgverzekeraars moeten aangeven wat de stand van zaken is wat betreft de uitvoering van de verbeterplannen. De NZa kan handhavend optreden indien de norm voor de responstijden niet wordt gehaald en de zorgverzekeraars zich onvoldoende hebben ingezet voor het behalen van de norm. De cijfers over 2015 zijn onlangs gepubliceerd. Op het moment dat de cijfers over 2016 zijn vastgesteld (najaar 2017) zal de NZa een afweging maken over eventuele vervolgstappen.

Toegankelijkheid van geneesmiddelen

Als onderdeel van hun zorgplicht moeten zorgverzekeraars er voor zorgen dat zorgaanbieders de noodzakelijke geneesmiddelen verstrekken. De NZa heeft onderzocht of zorgverzekeraars voldoen aan hun zorgplicht met name ten aanzien van de dure geneesmiddelen. Na het uitbrengen van de geneesmiddelenmonitor half december 2016, publiceert de NZa begin 2017 nog een vervolgrapport specifiek over dit onderwerp.

Conclusie

Het nakomen van de zorgplicht is naar mijn mening een belangrijke taak van de zorgverzekeraars. Ik hecht dan ook veel belang aan goed toezicht door de NZa op nakoming van deze plicht. Ik vind het positief dat de NZa constateert dat zorgverzekeraars hun rol naar behoren invullen maar kritisch blijft kijken opdat de risico’s voor de zorgplicht zo laag mogelijk blijven.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven