Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 september 2016
Op 14 september jl. heeft u mij om een reactie gevraagd op de melding «10 procent
van de Nederlanders mijdt zorg om financiële redenen» (Handelingen II 2015/16, nr.
111, Regeling van Werkzaamheden). Deze melding is gebaseerd op het onderzoek dat TNS
Nipo in opdracht van VGZ heeft uitgevoerd. Voor dit onderzoek heeft TNS Nipo een vragenlijst
onder verzekerden uitgezet.
Het lid Dik-Faber (ChristenUnie) wijst terecht op de vele onderzoeken naar zorgmijding.
Vrijwel al deze onderzoeken – waaronder het recente onderzoek van TNS Nipo – hanteren
vragenlijsten of meldacties om zorgmijding in kaart te brengen. Dit zijn echter geen
betrouwbare onderzoeksmethoden. Zo wordt niet nagegaan of de antwoorden van mensen
overeenkomen met hun feitelijke gedrag.
Daarom heeft het Nivel vorig jaar objectieve data, zoals registratiegegevens en declaratiecijfers,
gebruikt om de feiten over zorgmijding helder te krijgen (zie Kamerstuk 29 689, nummer 664). Hieruit komt naar voren dat de stijging van het eigen risico in de afgelopen jaren
niet gepaard is gegaan met een stijging van het aantal zorgmijders. Ook niet-financiële
redenen blijken een rol te spelen.
De beperktheid van het stellen van open vragen in een enquête is nog duidelijker wanneer
het gaat om de wenselijkheid om het eigen risico te verlagen of af te schaffen. Deze
vragen gaan volstrekt voorbij aan het feit dat een dergelijke maatregel tot een sterke
stijging van de collectieve zorglasten leidt – de kosten verdwijnen immers niet –
die moet worden betaald door een hogere premie en een hogere inkomensafhankelijke
bijdrage. Ook in de zorg bestaat er niet zo iets als een gratis keuze. Afschaffing
van het eigen risico van € 385 voor 2017 zou een premiestijging betekenen van zo’n
€ 284 per persoon (nominale premie stijgt met € 262 en de inkomensafhankelijke bijdrage
met € 22).
In plaats van ons te focussen op steeds weer nieuwe enquêtes en onderzoeken, richt
ik me liever op maatregelen en acties om de financiële toegang tot noodzakelijke zorg
te borgen. Zo krijgen huishoudens met een laag inkomen een zorgtoeslag ter compensatie
van een groot deel van de zorgpremie en het eigen risico. Daarnaast bieden gemeenten
collectieve verzekeringen aan voor mensen met een laag inkomen. Via deze gemeentelijke
collectiviteiten hebben verzekerden de mogelijkheid het eigen risico mee te verzekeren,
waardoor zij niet langer een eigen risico verschuldigd zijn. Verder heb ik gedurende
de vorige najaarscampagne verzekerden extra gewezen op het eigen risico, de uitzonderingen
hierop en de verschillende maatregelen om de toegang tot zorg te borgen. Daarnaast
is een voorlichtingsteam het land in getrokken om op drukbezochte plekken (zoals beurzen
en winkelcentra) vragen van mensen te beantwoorden over zorgverzekeringen.
Ook zorgverzekeraars spelen een belangrijke rol in het tegengaan van zorgmijding.
Hier speelt dus het belang van zorgverzekeraars mee, waar het lid Bouwmeester (PvdA)
naar vraagt. Zo kunnen zorgverzekeraars ervoor kiezen het eigen risico als sturingsinstrument
in te zetten, waardoor verzekerden over bepaalde zorg geen eigen risico verschuldigd
zijn. Verder bieden alle zorgverzekeraars verzekerden de mogelijkheid het eigen risico
gespreid te betalen. Uit het onderzoek van TNS Nipo blijkt dat winst te behalen valt
ten aanzien van het kennisniveau van verzekerden over de uitzonderingen van het eigen
risico. Ik roep zorgverzekeraars dan ook op deze aspecten onder de aandacht van verzekerden
te (blijven) brengen. Zelf zal ik tijdens de komende najaarscampagne ook weer aandacht
besteden aan deze thematiek.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers