nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 11 oktober 2004
Aan artikel VI van het wetsvoorstel wordt een volzin toegevoegd, luidend:
In het koninklijk besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel
16 van de Tijdelijke referendumwet dan wel aan artikel 16 van de Wet raadgevend
correctief referendum.
Toelichting
Deze nota van wijziging dien ik in mede namens de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit.
De inwerkingtredingsbepaling wordt aangepast met het oog op de mogelijkheid
van een raadgevend correctief referendum en de termijnen die daarvoor staan.
Indien het wetsvoorstel vóór 1 januari 2005 door de
Koningin wordt bekrachtigd en de termijn voor inleidende verzoeken voor een
eventueel referendum eveneens voor 1 januari 2005 is aangevangen, zou
inwerkingtreding met ingang van genoemde datum zonder die aanpassing onmogelijk
zijn. Artikel 16 van de dan nog vigerende Tijdelijke referendumwet biedt evenwel
de mogelijkheid om wetswijzigingen eerder in werking te laten treden dan na
afloop van de referendumtermijn. Datzelfde geldt voor de mogelijke opvolger,
de Wet raadgevend correctief referendum (zie Kamerstukken II, 2003/04, 29 551,
nr. 2).
Indien het wetsvoorstel ná 1 januari 2005 door de Koningin
wordt bekrachtigd, zijn er twee mogelijkheden:
1. De Tijdelijke referendumwet is omgezet in de Wet raadgevend correctief
referendum. Door de aanpassing wordt de periode tussen 1 januari 2005
en de daadwerkelijke inwerkingtreding zoveel mogelijk bekort.
2. De Tijdelijke referendumwet is geëxpireerd. De aanpassing blijft
automatisch buiten toepassing.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. J. A. van der Hoeven