Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2023
Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van VWS, over het aantreffen
van Bovine Spongiforme Encephalopathie (BSE) bij een kadaver van een koe. Deze dodelijke
ziekte tast het centrale zenuwstelsel van rundvee aan en wordt ook de gekkekoeienziekte
genoemd. BSE is tevens een zoönose die bij mensen de dodelijke hersenziekte variant
Creutzfeldt-Jacob kan veroorzaken. Mensen kunnen besmet raken door het consumeren
van producten afkomstig uit BSE geïnfecteerde runderen. Er is daarom een Europees
monitoringsprogramma waarbij alle kadavers en alle in nood geslachte runderen in bepaalde
risicogroepen worden getest op de aanwezigheid van BSE.
Het rund dat nu positief bevonden is, is door middel van deze actieve surveillance
opgespoord. Het kadaver van het dier is na overlijden op het bedrijf aangeboden bij
Rendac waar het ook bemonsterd is. WBVR (Wageningen BioVeterinary Research) heeft
de bemonstering geanalyseerd en een variant van BSE aangetroffen. Dit positief geteste
rund is niet in de voedselketen terecht gekomen, en vormt geen risico voor de voedselveiligheid.
Het bedrijf van de houder van het positief bevonden geval is per direct, 30 januari
jl., door de NVWA geblokkeerd. Er wordt nu onderzocht door WBVR om welke variant van
BSE het gaat: een «atypische» variant of een «klassieke» variant.
Een zogenaamde «atypische variant» kan sporadisch voorkomen bij oudere koeien, een
soort «ouderdom BSE». Het laatste geval in 2011 in Nederland betrof een «atypische
variant». De «klassieke variant» is de variant die in 1986 voor het eerst gevonden
werd in Groot Brittannië. In Nederland zijn sinds 1997, 88 gevallen van klassieke
BSE gevonden. Hergebruik van dierlijke eiwitten in diervoer was een belangrijke oorzaak
van de verspreiding van klassieke BSE in rundvee. Daarop volgde een Europees verbod
op het gebruik van diermeel in diervoeding voor runderen.
NVWA voert momenteel een bron- en contactonderzoek uit. Hierbij worden nakomelingen,
en dieren die hetzelfde voeder gehad hebben, en dieren die opgegroeid zijn met dit
rund opgespoord gedood, getest op BSE en afgevoerd naar de destructie.
In geval van de «atypische variant» is daarmee deze positieve besmetting afgehandeld.
In geval van de «klassieke variant» wordt een oorzaakanalyse uitgevoerd door de NVWA
omdat dit vaak veroorzaakt wordt door het voeren van diervoeder waarin onvoldoende
verhitte of niet- toegestane verwerkte dierlijke eiwitten zitten.
De kans is namelijk aanwezig dat ook andere runderen dit diervoeder hebben gegeten
en daarmee besmet zijn geraakt. In dat geval moeten er maatregelen worden genomen
om risico’s voor de voedselveiligheid en volksgezondheid te beheersen.
Er wordt nu onderzocht door WBVR om welke variant van BSE het gaat. Zodra deze uitslag
bekend is zullen we u zo spoedig mogelijk informeren
Tot slot wil ik u graag een correctie melden over aantallen preventief geruimde bedrijven
in verband met vogelgriep.
In mijn brief van 27 januari jl. (Kamerstuk 28 807, nr. 284), over de stand van zaken vogelgriep, heb ik gemeld dat er sinds de eerste uitbraak
in oktober 2021 dertig locaties preventief zijn geruimd, waarbij ruim 1,1 miljoen
dieren werden gedood en vernietigd. Per abuis is een verkeerde stand in de brief opgenomen.
Het juiste aantal betreft 48 locaties met ongeveer 1,4 miljoen dieren. Een actueel
overzicht van ruimingen van besmette bedrijven en preventief geruimde bedrijven is
te vinden op de website van de rijksoverheid1.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema