29 683 Dierziektebeleid

Nr. 262 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 oktober 2022

In deze brief informeer ik uw Kamer over de situatie rond Afrikaanse Varkenspest (AVP), de verschillende activiteiten die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd en de komende periode worden ondernomen ter voorkoming van introductie van Afrikaanse varkenspest in Nederland. Tenslotte geef ik een korte update over nieuwe wetgeving onder de Europese diergezondheidsverordening.

Epidemiologische situatie Afrikaanse varkenspest

Mijn ambtsvoorganger heeft de Tweede Kamer op 8 juli jl. geïnformeerd over de besmetting van een varkensbedrijf met AVP virus, net over de grens in Duitsland in Emsbüren (Kamerstuk 29 683, nr. 260). De Duitse overheden hebben deze uitbraak bestreden en er zijn in die regio geen verdere besmettingen aangetroffen, noch bij varkenshouderijen noch bij wilde zwijnen. Inmiddels zijn alle beperkingszones rondom besmette varkenshouderijen in Duitsland opgeheven. Er zijn op dit moment alleen nog beperkingszones in verband met besmette wilde zwijnen, in het oosten van het land.

In Italië gelden er nog beperkende maatregelen in verschillende gebieden in verband met besmettingen die zijn aangetroffen in wilde zwijnen. Het gaat hier om de gebieden rondom Rome en in Piëmont. Daarnaast blijven er de afgelopen maanden meldingen binnenkomen van besmettingen in gehouden varkens in Polen, Letland, Moldavië, Litouwen en Slowakije. Het gaat hier meestal om besmettingen bij kleinschalige varkenshouderijen, maar ook om besmettingen bij wilde zwijnen.

Eerder ingezette acties ter preventie van AVP in Nederland

Uw Kamer is met voornoemde brief van 8 juli jl. tevens geïnformeerd over de verschillende acties die in gang zijn gezet naar aanleiding van deze besmetting in Duitsland. De uitbraak was onder andere aanleiding om een pilotstudie (desktopstudie) uit te laten voeren, waarbij in beeld wordt gebracht wat nodig is voor het plaatsen van hekken om migratie van (besmette) wilde zwijnen te vertragen. Deze opdracht is verstrekt en zal op korte termijn worden uitgevoerd. De resultaten van deze studie hoop ik begin volgend jaar aan de Tweede Kamer te doen toekomen.

Daarnaast zijn de afgelopen maanden in samenwerking met betrokken partijen een aantal andere acties in gang gezet. Voortbouwend op de eerdere voorbereidingen en crisisoefeningen AVP in voorgaande jaren, werk ik momenteel met de sectorpartijen en provincies nauw samen in de voorbereiding op een mogelijke uitbraak van AVP bij gehouden varkens of wilde zwijnen. Samen met de NVWA en de sector identificeren we knelpunten die ontstaan door de maatregelen die dan genomen moeten worden voor bestrijding en preventie van verspreiding van AVP. Waar mogelijk wil ik samen met de sectoren die knelpunten zoveel mogelijk voorkomen of op voorhand oplossen, en ik verwacht dat de sectorpartijen hierin een belangrijke rol nemen. Daarnaast heb ik de monitoring in gehouden varkens aangescherpt door de reguliere monitoring op klassieke varkenspest (KVP) in tonsillen van varkens die voor sectie worden aangeboden uit te breiden naar AVP. Deze monitoring loopt naast de continue «early warning»-monitoring waarbij varkenshouders en/of dierenartsen ten alle tijden overleden varkens kunnen insturen om een AVP-besmetting uit te sluiten.

Tenslotte neemt de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) het voortouw bij het organiseren van een oefening met verschillende ketenpartijen. Mijn Ministerie en de NVWA sluiten hier ook bij aan. Deze oefening wordt begin november gehouden waarbij een realistisch scenario wordt nagebootst waarin partijen ondervinden en oefenen wat er op hen afkomt gedurende een uitbraak.

Voortgang inzet preventie AVP sinds 2018

Sinds de besmetting van AVP onder wilde zwijnen in België in 2018 hebben we met alle betrokken partijen de afgelopen jaren veel inzet gepleegd om insleep van AVP naar Nederland te voorkomen. In de kamerbrief van 8 juli jl. heeft mijn voorganger een overzicht van de verschillende gremia en bijbehorende acties gegeven. In het preventieteam (LNV, sector- en ketenpartijen) en in de Taskforce preventie AVP (LNV, POV, provincies en terreinbeheerders) wordt nauw samengewerkt met alle relevante betrokken partijen in het veld om preventie van insleep van AVP te voorkomen en verder te verbeteren. Tevens is er een nauwe samenwerking tussen het preventieteam, de Taskforce preventie AVP en de ambtelijke werkgroep van mijn ministerie met de 4 betrokken provincies.

Zoals toegezegd in de brief van mijn voorganger van 8 juli jl. informeer ik u met deze brief over de voortgang van het preventieteam AVP (bijlage 1) en de voortgang van de uitvoering van de Roadmap preventie introductie AVP door de Taskforce preventie AVP (bijlage 2 en 3). Enkele van de in deze bijlagen genoemde acties wil ik hier benoemen.

Preventieteam

Het preventieteam heeft zich de afgelopen jaren gericht op snelle onderlinge informatie-uitwisseling over de actuele AVP situatie en het vormgeven en afstemmen van specifieke communicatie aan alle relevante verschillende doelgroepen (waaronder bijvoorbeeld toeristen en internationale vrachtwagenchauffeurs) om insleep van AVP te voorkomen. In overleg met Rijkswaterstaat (RWS) en met voorstellen vanuit het preventieteam zijn informatieborden bij parkeerplaatsen langs rijkswegen en grote doorgaande wegen geplaatst met informatie over hoe men kan bijdragen aan het voorkomen van insleep van AVP naar Nederland. Deze borden worden op korte termijn vernieuwd en van nieuwe vormgeving voorzien. Ook hebben deelnemers van het preventieteam inspecties van parkeerplaatsen uitgevoerd om risico’s van zwerfafval ter plaatse te onderzoeken. De resultaten van deze inspecties zijn doorgegeven aan Rijkswaterstaat.

Een belangrijke meerwaarde van het reguliere overleg van dit preventieteam is dat de partijen die met een mogelijke uitbraak van AVP te maken krijgen elkaar regelmatig treft en elkaar daardoor gemakkelijk weet te vinden. Dit team zorgt voor uitwisseling van actuele informatie over de AVP situatie, afstemming van en communicatie over elkaars acties en maakt gebruik van elkaars communicatiekanalen, kennis en expertise om informatie over AVP voor het voetlicht te brengen.

Roadmap preventie AVP

Bij deze brief treft u de voortgangsrapportage van de Taskforce Preventie AVP over de uitvoering van de Roadmap preventie AVP (bijlage 2). De acties uit de roadmap zijn in uitvoering. De aanbevelingen uit de Roadmap hebben onder andere geleid tot het ontwikkelen van een «Hygiënescan AVP» voor varkensbedrijven door de producentenorganisatie varkenshouderij (POV). Daarnaast werken de provincies aan een risicogerichte aanpak van het populatiebeheer van wilde zwijnen en worden de beheersinstrumenten die kunnen worden ingezet voor het beheer van wilde zwijnen nader geëvalueerd. Voor een totaaloverzicht van de voortgang verwijs ik u naar de bijigevoegde voortgangsrapportage.

Werkgroep met provincies

Er is op ambtelijk niveau een werkgroep met LNV en provincies waar veel wilde zwijnen voorkomen, over het beheer van wilde zwijnen. Dit zijn Gelderland, Overijssel, Limburg en Noord-Brabant. Met hen bespreek ik de maatregelen die zij kunnen nemen ter preventie van insleep van AVP naar wilde zwijnen en over het beheer van wilde zwijnen. Deze activiteiten geven mede uitvoering aan de aanbevelingen in de Roadmap AVP om risicogericht en daarmee gebiedsspecifiek beheer toe te passen. De bij de brief gevoegde rapportage over het afschot van wilde zwijnen (bijlage 3) is opgesteld ten behoeve van de Taskforce preventie AVP, en hierin geven de provincies een overzicht van de afschotcijfers per provincie in het afgelopen jaar. Naast bovengenoemde resultaten en de voortgangsrapportage hebben de provincies onder de Taskforce in de afgelopen jaren ook tijd en geld gestoken in het vergroten en verbeteren van kennis en ervaring van jachthouders voor het vergroten van het kennisniveau van de uitvoerders van het beheer.

Diergezondheidsverordening (AHR)

Op 21 april 2021 is de nieuwe diergezondheidsverordening (Animal Health Regulation of AHR) in werking getreden. Hierbij is een aantal zaken op het gebied van registratie van dieren veranderd. Zo moet in principe elke inrichting waar landdieren worden gehouden geregistreerd worden. Dit geldt nu ook voor dieren waar voorheen geen registratie-eisen voor golden, zoals kameel- en hertachtigen, bijen en hommels, niet-commercieel gehouden pluimvee en commercieel gehouden gezelschapsdieren. Deze nieuwe verplichting zou in veel gevallen leiden tot een toename van de administratieve lasten, maar weinig bijdragen aan een hoger niveau van diergezondheid of de preventie van verspreiding van dierziekten.

De AHR biedt ruimte voor de Europese Commissie om een uitvoerende verordening vast te stellen met voorwaarden waaronder lidstaten uitzonderingen kunnen regelen op deze registratieverplichting. Recent is deze verordening gepubliceerd (Verordening (EU) 2022/1345) waarin staat aangegeven welke inrichtingen door een lidstaat kunnen worden uitgezonderd van de registratieverplichtingen. In deze verordening is bepaald dat uitsluitend inrichtingen mogen worden uitgezonderd van de plicht als de houder niet de intentie heeft om dieren of dierlijke producten af te voeren. Voor hoefdieren, inrichtingen van waaruit internationale verplaatsingen plaatsvinden en fokkers van honden, katten of fretten is geen uitzondering mogelijk. Nederland heeft, samen met de diverse belanghebbenden in de sector, waaronder verschillende hobbyverenigingen, input geleverd op deze verordening. Het is positief dat we gezamenlijk bereikt hebben dat niet elke hobbyhouder van bijvoorbeeld enkele kippen geregistreerd hoeft te worden, maar dat de lidstaten hier afwegingen in kunnen maken.

Nu deze verordening gepubliceerd is, werk ik aan de verdere implementatie van de verplichtingen vanuit de AHR. Hierover zal nog uitgebreid gecommuniceerd worden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven