nr. 10
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 14 september 2006
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I komt als volgt te luiden:
ARTIKEL I
Aan artikel 10 van de Auteurswet worden een zesde en zevende lid toegevoegd,
luidende:
6. De bescherming van het auteursrecht strekt zich uit tot uitingen
en niet tot ideeën, procedures, werkwijzen of wiskundige concepten als
zodanig.
7. De programmering van radio- of televisie-uitzendingen, alsmede
de schriftelijke neerslag daarvan in lijsten of overzichten, wordt aangemerkt
als een idee als zodanig in de zin van het zesde lid. Deze voortbrengselen
van de geest zijn uitgezonderd van de bescherming voor andere geschriften
in de zin van het eerste lid, onder 1°.
B
Artikel III komt als volgt te luiden:
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Toelichting
Onlangs is in het kader van de implementatie van de richtlijn hergebruik
overheidsinformatie artikel 15b Auteurswet gewijzigd en in werking getreden.
Op grond van het «nieuwe» artikel 15b van de Auteurswet mag door
of vanwege de overheid openbaar gemaakte overheidsinformatie worden
verveelvoudigd en verder openbaar gemaakt, indien de overheid het auteursrecht
bezit en geen nadrukkelijk voorbehoud is gemaakt. Hierbij kan bijvoorbeeld
worden gedacht aan voorlichtingcampagnes van de overheid, nota’s en
rapporten. Bij stukken die niet onder leiding en toezicht van de overheid
tot stand zijn gebracht rust het auteursrecht niet bij de overheid. Het is
de vraag of artikel 15b daarmee van toepassing is op programmagegevens. De
nieuwe formulering van artikel 15b staat alleen in de weg aan het «vrij»
maken van de programmagegevens als vast staat dat «de openbare macht»
niet de maker of rechthebbende is van die gegevens. Die vraag is niet direct
te beantwoorden. De formulering van een auteursrechtexceptie ten aanzien van
programmagegevens zou derhalve in overeenstemming kunnen worden gebracht met
het nieuwe artikel 15b Aw. Als echter zou blijken dat de openbare macht niet als maker van programmagegevens van de publieke omroep
kan gelden, zou moeten worden bezien of de publieke omroepen cq de NOS zich
tot overdracht willen verplichten, waardoor de openbare macht alsnog rechthebbende
wordt en alsnog aan de voorwaarde van artikel 15b kan worden voldaan. Openbare
macht en publieke omroep zijn immers in ieder geval zo nauw verbonden dat
een dergelijke overdracht tot de mogelijkheden behoort. Het nadeel van deze
oplossing zou echter zijn dat zij hoe dan ook vooralsnog rechtsonzekerheid
in stand zou laten en dwingt tot verdere onderhandelingen en/of tot rechtszaken.
Zoals eerder uiteengezet willen de indieners zulks nu juist voorkomen.
Daarom wordt voorgesteld onder artikel 10 Aw een zesde lid toe te voegen
dat bepaalt dat de bescherming van het auteursrecht zich uitstrekt tot uitingen
en niet tot ideeën, procedures, werkwijzen of wiskundige concepten als
zodanig. Dit is een letterlijke transcriptie van artikel 2 World Intellectual
Property Organization (WIPO) Copyright Treaty 1996. Daarnaast wordt als 7e
lid onder artikel 10 opgenomen dat: de programmering van radio- of televisie-uitzendingen,
alsmede de schriftelijke neerslag daarvan in lijsten of overzichten, wordt
aangemerkt als een idee als zodanig. Deze voortbrengselen van de geest zijn
uitgezonderd van de geschriftenbescherming. Programmagegevens vallen daarmee
buiten de geschriftenbescherming. Omdat de geschriftenbescherming een typisch
Nederlandse rechtsfiguur is, is de Nederlandse wetgever vrij om er de grenzen
van vast te stellen.
Onderdeel B
De wet treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Örgü
Bakker