B
nr. 2
VERSLAG
Vastgesteld 18 november 2004
Van 28 september – 1 oktober 2004 werd in Genève de
111de zitting van de IPU-assemblee gehouden.
De Nederlandse groep van de IPU had de navolgende delegatie afgevaardigd
te weten de leden Tan (PvdA) en Van Dalen-Schiphorst (CDA), beiden lid van
de Eerste Kamer. Het lid Dees (VVD), eveneens lid van de Eerste Kamer, voorzitter
van de Nederlandse groep van de Interparlementaire Unie, trad op als voorzitter
van de delegatie.
De 111de zitting van de IPU-assemblee werd bezocht door nationale
groepen uit 112 aangesloten landen. De zitting werd geopend door de voorzitter
van de IPU, de Chileense senator Paez Verdugo. Deze werd tevens gekozen tot
voorzitter van de 111de zitting van de IPU-assemblee.
De assemblee besloot aan de agenda toe te voegen een discussie over de
alarmerende situatie in Irak en de behoefte aan parlementaire actie tot het
herstellen van vrede en veiligheid in dat land. Een resolutie voorbereid door
een daartoe ingesteld redactie-comité werd door de assemblee unaniem
aanvaard.
De assemblee behandelde voorts de navolgende onderwerpen, zoals die tijdens
de 110de IPU-assemblee (Mexico, 18–23 april 2004), waren
vastgesteld.
– de rol van parlementen in het verhinderen van de verspreiding
van wapens. Dit onderwerp werd gevolgd door het lid Van Dalen.
De Eerste Commissie (inzake Vrede en Internationale Veiligheid) bereidde
de discussie voor met een ontwerp-Rapport C-I/111/R-rev. en een ontwerp-resolutie
C-1/111/DR-rev. Een nadere ontwerp-resolutie opgesteld door en daartoe ingesteld
redactie-comité werd eerst door de commissie en voorts door de assemblee
met algemene stemmen aanvaard.
– de rol van parlementen in het instandhouden van biodiversiteit.
Dit onderwerp werd gevolgd door het lid Dees.
De Tweede Commissie (Duurzame ontwikkeling) had terzake voorafgaand aan
de discussie een ontwerp-rapport gepresenteerd onder nummer C-II/111/R
vergezeld gaand van een ontwerp-resolutie C-II/111/DR-rev. Een na de discussie
in de Tweede commissie ingesteld redactie-comité heeft tenslotte aan
deze commissie een nader concept-resolutie voorgelegd die zowel door de commissie
als in een later stadium door de assemblee unaniem werd aanvaard.
– Een parlementaire evaluatie – 10 jaar na de Beijing conferentie.
Dit onderwerp werd gevolgd door mw. Tan, ook t.a.v. dit onderwerp werd
aan de parlementariërs voorafgaand aan het debat in de Derde Commissie
(Democratie en Mensenrechten) een rapport, C-III/11/R-rev. en C-III/DR-rev.
een ontwerp-resolutie voorgelegd. Na het debat in de genoemde commissie werd
een redactie-comité ingesteld dat een nadere concept-resolutie aan
de commissie heeft voorgelegd. Commissie en later de assemblee namen de resolutie
met algemene stemmen aan.
De Bestuursraad nam kennis van het feit dat de IPU bezig is met een breed
programma van samenwerking met de VN. De Raad ging akkoord met een document,
waarin de prioriteiten werden uiteengezet voor de VN-agenda voor de komende
jaren. De Raad ging akkoord met voornemens om intensiever bij te dragen aan
dialogen die zich binnen de VN afspelen, i.h.b. door tussenkomst van de vaste
commissies die binnen de IPU-assemblee bestaan.
De Raad werd ingelicht over de nadere stappen die de President en de Secretaris-Generaal
van de IPU hebben gezet in de voortgaande discussie over het Cardoso-rapport.
Er zijn door beiden gesprekken gevoerd met Cardoso en de Secretaris-Generaal
van de VN. Hoewel er aanbevelingen zijn in het Cardoso-rapport die samenvallen
met IPU-doelstellingen, blijft aan de andere kant het idee overeind om binnen
de VN een eigen interparlementaire structuur te creëren. De Raad nam
kennis van het feit dat de Voorbereidings-Commissie voor de tweede Wereld
Conferentie van Parlementsvoorzitters, die voorzitters heeft benaderd om via
hun regeringen de VN te laten weten dat een beslissing diende te worden uitgesteld
tot de Tweede Wereld Conferentie (september 2005) zich over de zaak zou hebben
uitgesproken. De Raad volgde het voorstel.
De Raad werd voorts ingelicht over de tweede vergadering van de Voorbereidings-Commissie
inzake de Tweede Wereld Conferentie van Voorzitters van Parlementen. Genoemde
commissie zal op basis van de antwoorden aangaande de door parlementen ondernomen
actie om hun betrokkenheid bij internationale zaken te controleren een rapport
opmaken dat in 2005 aan de Tweede Wereld Conferentie zal worden voorgelegd.
Aan de IPU is gevraagd om een kader te ontwerpen inzake criteria om democratie
i.h.b. gericht op parlementen. Een werkgroep zal terzake worden ingesteld.
De Bestuursraad ging akkoord met voorstellen tot instelling van speciale
commissies onder zijn auspiciën te weten een betreffende HIV/AIDS en
een betreffende de bescherming van kinderen. De voorstellen zijn voorbereid
met UNAIDS en UNICEF. De discussie zal worden voortgezet tijdens de komende
IPU-assemblee in Manilla (3–8 april 2005).
De Bestuursraad nam voorts een aantal resoluties aan betreffende schending
van mensenrechten van parlementariërs in 17 landen te weten: Belarus,
Burundi, Cambodja, Columbia, Ecuador, Eritrea, Honduras, Indonesië, Maleisië,
Mongolië, Myanmar, Pakistan, Palestina, Rwanda, Syrië, Turkije en
Zimbabwe.
In de 12+ Groep is instemming betuigd met de pogingen van de IPU om de
samenwerking met de VN nog meer aan te halen. De voorstellen in het Cardoso-rapport
m.b.t. een nieuwe binnen de VN te creëren parlementaire component dienen
onderwerp uit te maken van een brede parlementaire discussie. De Tweede Wereld
Conferentie van Voorzitters van Nationale Parlementen (september 2005, New
York), is de gelegenheid bij uitstek voor deze discussie.
De Groep besprak wederom het verzoek van het Europees Parlement Om vol
lid te worden van de IPU. Hij besloot gedurende deze bijeenkomst wel een stemming
te houden. Er kon overeenstemming worden bereikt over het feit dat er in een
dergelijke zaak een gekwalificeerde (2/3) meerderheid benodigd zou moeten
zijn. Deze meerderheid werd niet gehaald. De Secretaris-Generaal werd overeenkomstig
dit besluit ingelicht.
De voorzitter van de delegatie
Dees
De secretaris van de delegatie
Bellekom