29 676
Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en van enkele andere wetten in verband met de invoering van de mogelijkheid van beëindiging van het huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst alsmede van een gewijzigde vaststelling en effectieve handhaving van de afspraken en rechterlijke beslissingen die in verband met de ontbinding van het huwelijk of nadien tot stand zijn gekomen over de wijze waarop door beide ouders vorm wordt gegeven aan het voortgezet ouderschap (beëindiging huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst en vormgeving voortgezet ouderschap)

nr. 18
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN KALSBEEK EN DE PATER-VAN DER MEER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 11

Ontvangen 27 september 2005

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel Fa, wordt vervangen door:

Fa

In artikel 80d wordt, onder vernummering van het tweede en het derde lid tot het derde en het vierde lid, na het eerste lid een tweede lid ingevoegd, luidende:

2. Onverminderd het eerste lid betreft de overeenkomst op straffe van nietigheid een ouderschapsplan ten aanzien van de minderjarige kinderen over wie de geregistreerde partners gezamenlijk, of één van hen, het gezag uitoefenen. In het ouderschapsplan worden in ieder geval afspraken opgenomen over:

a. de wijze waarop de ouders de zorg- en opvoedingstaken, bedoeld in artikel 247, verdelen of het recht tot omgang, bedoeld in artikel 377a, eerste lid, vormgeven;

b. de wijze waarop de ouders elkaar informatie verschaffen en raadplegen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van hun minderjarige kinderen;

c. de kosten van de verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen.

II

Artikel I, onderdeel J, wordt als volgt gewijzigd:

A. In afdeling 1A wordt voor artikel 149a een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 149a0

Deze afdeling is niet van toepassing op echtgenoten die al dan niet gezamenlijk het gezag uitoefenen over een of meer kinderen.

B. In artikel 149a, vierde lid, wordt de puntkomma aan het slot van onderdeel d vervangen door een punt, en vervalt onderdeel e.

C. In artikel 149a, zevende lid, vervalt «echter met uitzondering van het in artikel 150, eerste lid onder a, ten eerste tot en met ten derde, bedoelde onderdeel daarvan,».

D. Artikel 149b, onderdeel a, vervalt.

E. Artikel 150, eerste lid, onderdeel a, vervalt.

III

Artikel I, onderdeel K, vervalt.

IV

In artikel I, onderdeel O, wordt in artikel 251, vierde lid, aanhef, de zinsnede «in een overeenkomst als bedoeld in artikel 150» vervangen door: in een ouderschapsplan als bedoeld in artikel 815, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

V

In artikel I, onderdeel R, wordt in artikel 253a, derde lid, de zinsnede «bedoeld in artikel 150» vervangen door: bedoeld in artikel 815, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering».

VI

Om artikel I, onderdeel W, vervalt «in een overeenkomst als bedoeld in artikel 150 of in een slechts met het oog op de desbetreffende uitwerking opgestelde overeenkomst».

VII

In artikel I, onderdeel X, vervalt in artikel 377e, eerste lid, «de door beide ouders vastgelegde, of».

VIII

Artikel IV, onderdeel F, wordt vervangen door:

F

Artikel 815 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede tot en met het vierde lid tot het vierde tot en met het zesde lid worden na het eerste lid twee leden ingevoegd, luidende:

2. Het verzoekschrift bevat een ouderschapsplan ten aanzien van de minderjarige kinderen over wie de echtgenoten gezamenlijk of een van hen, het gezag uitoefenen, dat door beide echtgenoten is ondertekend. In het ouderschapsplan worden in ieder geval afspraken opgenomen over:

a. de wijze waarop de ouders de zorg- en opvoedingstaken, bedoeld in artikel 247, verdelen of het recht tot omgang, bedoeld in artikel 377a, eerste lid, vormgeven;

b. de wijze waarop de ouders elkaar informatie verschaffen en raadplegen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van hun minderjarige kinderen;

c. de kosten van de verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen.

3. Het verzoekschrift vermeldt over welke van de gevraagde voorzieningen overeenstemming is bereikt en over welke van de gevraagde voorzieningen een verschil van mening bestaat met de gronden daarvoor. Tevens vermeldt het verzoekschrift op welke wijze de kinderen zijn betrokken bij het opstellen van het ouderschapsplan.

2. Het vijfde lid (nieuw) komt te luiden:

5. Indien het ouderschapsplan, bedoeld in het tweede lid, of de stukken, bedoeld in het vierde lid, onderdelen a tot en met c, redelijkerwijs niet kunnen worden overgelegd, kan worden volstaan met overlegging van andere stukken of kan op andere wijze daarin worden voorzien, een en ander ter beoordeling van de rechter.

Toelichting

Dit amendement beperkt de administratieve echtscheiding tot gevallen waarin geen kinderen zijn betrokken over wie de echtgenoten of een van hen ouderlijk gezag uitoefenen.

In het wetsvoorstel is het ouderschapsplan opgenomen in artikel 150 Boek 1 B.W. welk artikel staat in de afdeling over administratieve echtscheiding. Het ouderschapsplan wordt op die plaats geschrapt. Omdat ondergetekenden het ouderschapsplan wenselijk vinden bij een verzoek tot echtscheiding en bij beëindiging van geregistreerd partnerschap wordt in het amendement het ouderschapsplan weer ingevoegd in artikel 815 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en in artikel 80d Boek 1 BW (geregistreerd partnerschap). De opneming van het ouderschapsplan in Rechtsvordering brengt mee dat de rechter de in het ouderschapsplan vervatte afspraken over de invulling van het voortgezette ouderschap toetst. Als deze niet aan de in de wet vermelde minimumvereisten voldoen, kan het huwelijk of het geregistreerd partnerschap niet worden ontbonden. Als kinderen betrokken zijn bij een echtscheiding, is extra zorgvuldigheid geboden. Rechterlijke toetsing benadrukt dat het opstellen van een ouderschapsplan geen kwestie is van «vrijheid, blijheid». De meeste ouders zullen er zelf in slagen goede afspraken te maken. De rechterlijke toetsing kan dan marginaal zijn. Als zij hier onverhoopt (nog) niet in slagen kan de rechter maatregelen gelasten (zoals bijvoorbeeld bemiddeling) die het alsnog maken van afspraken bevorderen.

Kalsbeek

De Pater-van der Meer

Naar boven