29 676
Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en van enkele andere wetten in verband met de invoering van de mogelijkheid van beëindiging van het huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst alsmede van een gewijzigde vaststelling en effectieve handhaving van de afspraken en rechterlijke beslissingen die in verband met de ontbinding van het huwelijk of nadien tot stand zijn gekomen over de wijze waarop door beide ouders vorm wordt gegeven aan het voortgezet ouderschap (beëindiging huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst en vormgeving voortgezet ouderschap)

nr. 10
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 8 april 2005

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In de onderdelen A, C, onder 1, D, onder 2, E, H en L wordt «inschrijving van een gezamenlijke verklaring als bedoeld in artikel 149, onder c,» telkens vervangen door: inschrijving van een akte als bedoeld in artikel 149a, derde lid,.

2. Na onderdeel F wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Fa

Artikel 80d, eerste lid, wordt vervangen door:

1. Op de in artikel 80c onder c bedoelde overeenkomst is het bepaalde in artikel 150 van overeenkomstige toepassing.

3. In onderdeel I wordt in artikel 149, onder c, de zinsnede «van een gedateerde verklaring,» vervangen door: van een akte, na het overleggen van een gedateerde verklaring,.

4. Onderdeel J wordt als volgt gewijzigd:

a. In het opschrift van Afdeling 1A wordt «inschrijving van een gezamenlijke verklaring» vervangen door: inschrijving van een akte.

b. Vóór artikel 150 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 149a

1. Echtgenoten kunnen met wederzijds goedvinden ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand verklaren dat hun huwelijk duurzaam is ontwricht en zij dit wensen te beëindigen.

2. Zij overleggen daarbij de schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 149, onder c.

3. Terstond daarna vergewist de ambtenaar zich ervan dat de overgelegde verklaring voldoet aan de vereisten die in artikel 149, onder c, zijn omschreven en maakt hij daarvan in het daartoe bestemde register een akte op, tenzij sinds de ondertekening van de overgelegde schriftelijke verklaring meer dan drie maanden zijn verlopen.

4. Echtgenoten kunnen desgewenst met de verklaring ook de volledige overeenkomst als bedoeld in artikel 149, onder c, overleggen. De ambtenaar van de burgerlijke stand hecht deze op verzoek van de echtgenoten aan de akte.

c. Artikel 150, derde lid, vervalt.

5. In onderdeel S wordt artikel 253aa, tweede lid, vervangen door:

2. De bepalingen met betrekking tot het gezamenlijk gezag van ouders zijn van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de artikelen 251, vijfde, zesde en zevende lid, en artikel 251a.

6. In onderdeel T wordt artikel 253n als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt na «252, eerste lid,» ingevoegd: 253aa, eerste lid,.

b. In het tweede lid wordt «zesde lid» vervangen door: zevende lid.

B

In artikel II wordt «inschrijving van een gezamenlijke verklaring op de wijze als bedoeld in artikel 149 onder c van Boek 1» vervangen door: inschrijving van een akte als bedoeld in artikel 149a, derde lid, van Boek 1.

C

In de artikelen V, VI, VII, VIII, IX, X, XI en XII wordt «inschrijving van een gezamenlijke verklaring als bedoeld in artikel 149, onder c, van Boek 1» telkens vervangen door: inschrijving van een akte als bedoeld in artikel 149a, derde lid, van Boek 1.

Toelichting

Voor de toelichting op de verschillende onderdelen van deze Nota van Wijziging verwijst indiener naar de Nota naar aanleiding van het Verslag.

Luchtenveld

Naar boven