Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 december 2020
In 2008 is tussen de mosselsector, de Coalitie Wadden Natuurlijk (CWN) en Ministerie
van LNV het «mosselconvenant transitie mosselsector en natuurherstel Waddenzee» (Kamerstuk
29 675, nr. 50) gesloten. Hierbij is de ambitie uitgesproken om in 2020 de traditionele bodemvisserij
op mosselzaad in de Waddenzee geheel beëindigd te hebben. Het tempo van de transitie
bleek minder snel te gaan dan vooraf werd ingeschat. De 3e transitiestap wordt binnenkort genomen, waardoor 36% van de Waddenzee is gesloten
voor bodemvisserij op mosselzaad. De afgelopen twee jaar is onder leiding van Hans
Alders overleg gevoerd over gezamenlijke vervolgstappen («addendum») en de voortgang van het mosselconvenant ná 2020.
Het verheugt mij dat ik u kan melden dat de drie convenantpartijen een onderhandelaarsakkoord
hebben bereikt over deze vervolgstappen («addendum»). Alle partijen hebben zich tot
het uiterste ingespannen om tot dit resultaat te komen. De bodemmosselzaadvisserij
in de Waddenzee zal verder worden afgebouwd via een 50%-sluiting in 2022 en een 65%-sluiting
in 2026. Partijen hebben de ambitie uitgesproken om in 2029 het definitieve besluit
tot 100% beëindiging te nemen. Ook zijn gezamenlijk afspraken gemaakt over projecten
voor natuurherstel in de Waddenzee en een pilot van mosselkweek in de Voordelta/Noordzee.
Ik wil Hans Alders nadrukkelijk bedanken voor zijn inzet om te komen tot goede afronding
van dit overleg. De ondertekening van het addendum zal begin 2021 plaatsvinden. Vooruitlopend
hierop ontvangt u hierbij het «addendum»1.
MZI-beleid 2021–2026
De bodemvisserij op mosselzaad zal worden vervangen door de vangst van mosselzaad
aan touwen in de waterkolom: de zgn. mosselzaadinvanginstallaties (MZI’s). Hierbij
ontvangt u het MZI-beleid voor de periode 2021–20262. Dit (reguliere) beleid komt voort uit het beleidsdoel in het beleidsbesluit Schelpdiervisserij
(Kamerstuk 29 675, nr. 5) om de mosselsector minder afhankelijk te maken van de natuurlijke zaadval in de
Waddenzee en om de vrije mosselzaadvisserij in het Waddensysteem terug te dringen.
Het MZI-beleid is daarmee een belangrijke pijler voor de uitvoering van het «mosselconvenant».
Uw Kamer is op 27 november 2018 (Kamerstukken 32 201 en 29 675, nr. 92) en op 10 december 2019 (Kamerstuk 29 675, nr. 193) per brief geïnformeerd dat het MZI-beleid 2015–2018 (Kamerstuk 29 675, nr. 178) met een jaar zou worden verlengd. De reden daarvoor was dat de evaluatie van het
vigerende beleid nog niet kon worden afgerond vanwege benodigde afstemming met belanghebbenden
en andere gebruikers in de Waddenzee, zoals de garnalenvissers. De evaluatie kon in
2020 worden afgerond.
De evaluatie is gebaseerd op onderzoeksrapportages en ervaringen van betrokkenen en
geeft een positief beeld over het MZI-beleid. Uit de evaluatie concludeer ik dat het
vigerende beleid voor de periode 2021–2026 kan worden voortgezet, behoudens enkele
kleine wijzigingen. De wijzigingen hebben met name betrekking op de begrenzing van
MZI-gebieden. Tevens wil ik in de beleidsperiode 2021–2026 de omvang van het voor
MZI’s beschikbaar te stellen oppervlak gelijk houden aan de afgelopen periode: 760 hectare
in de Waddenzee en Zeeuwse delta. Ik heb het voorgenomen beleid laten onderzoeken
op effecten voor de natuur. Daaruit blijkt dat geen significant nadelige effecten
te verwachten zijn.
Ik kies daarnaast voor verlengen van de beleidsperiode van 4 naar 6 jaar. Door deze
verlenging kunnen de administratieve lasten voor alle partijen worden verminderd.
Ik ben blij dat het MZI-beleid op draagvlak kan rekenen bij alle betrokken partijen.
Het beleid draagt bij aan verdere verduurzaming van de visserij in de Waddenzee en
daarmee aan versterking van de Waddenzee als uniek ecologisch systeem.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten