29 675 Zee- en kustvisserij

Nr. 124 MOTIE VAN HET LID DIJKGRAAF C.S.

Voorgesteld 30 juni 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat het vangstverbod voor paling en wolhandkrab in met dioxine en pcb's vervuilde wateren forse financiële consequenties heeft voor de betreffende beroepsvissers;

constaterende, dat de regering een beperkt deel van de potentiële financiële schade wil compenseren of tegemoetkomen;

overwegende, dat met name de betrokken overheden en waterbeheerders verantwoordelijkheid dragen voor de vervuiling van de waterbodems;

van mening, dat onvoldoende inzicht bestaat in de totale financiële schade voor de beroepsvisserij als gevolg van het vangstverbod;

verzoekt de regering, op korte termijn te inventariseren wat de totale financiële schade is van het vangstverbod voor de getroffen beroepsvissers, met inbegrip van:

  • de totale omzet van paling, wolhandkrab en de bijvangst aan snoekbaars;

  • inkomensverlies doordat geen vergunningen aan derden uitgegeven kunnen worden;

  • de waardedaling van visrechten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Dijkgraaf

Koppejan

Gerbrands

Slob

Naar boven