Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 september 2010
In mijn brief van 13 juli 2010 (kamerstuk 29 675, nr. 97) heb ik u geïnformeerd over de kokkelsterfte in de Oosterschelde en de Waddenzee. In navolging van mijn toezegging in die
brief stuur ik u bij deze het rapport van IMARES.1
Kokkelsterfte in de Oosterschelde
Het rapport geeft aan dat massale sterfte onder kokkels een algemeen bekend fenomeen is. Klimatologische omstandigheden zoals
extreme temperaturen, maar ook parasitaire infecties en verzwakking door paaien worden vaak in verband gebracht met massale
kokkelsterfte, hoewel de precieze oorzaken meestal niet duidelijk vastgesteld kunnen worden.
De kokkelsterfte in het voorjaar betreft een natuurlijke sterfte, waarbij de oorzaak waarschijnlijk een combinatie van verschillende
factoren betreft.
Factoren die mogelijk een rol hebben gespeeld zijn de lange en strenge winter van 2009/2010 en de relatief grote temperatuur
variaties tijdens de paaiperiode. Verzwakking als gevolg van temperatuurseffecten is dan ook een waarschijnlijk scenario,
met name voor de hoger gelegen gebieden met langere droogvalduur, waarna infectie door trematoden (wormpjes) geleid heeft
tot sterfte in de aanwezige kokkelpopulaties. Het voedselaanbod voor de kokkels was in de eerste helft van 2010 normaal te
noemen ten opzichte van andere jaren en lijkt derhalve geen rol gespeeld te hebben.
De onderzoekers geven aan dat de mortaliteit, op het moment dat de grote sterfte werd gesignaleerd, enkele procenten betreft.
Hiermee kan volgens hen geen schatting gemaakt worden van de totaal opgetreden natuurlijke zomersterfte. Op basis van eerder
schelpdieronderzoek (EVAII) is de gemiddelde zomersterfte onder kokkels in de Oosterschelde ingeschat op 58%. Of de geobserveerde sterfte
heeft geleid tot een verhoging van de zomersterfte tot meer dan 58% is met de huidige resultaten niet te zeggen. Ook werden
er geen exotische of niet-exotische aangifteplichtige schelpdierziekten aangetoond in de onderzochte partijen kokkels.
Kokkelsterfte in de Waddenzee
In de Waddenzee was ook sprake van sterfte. Ook hier lieten de kokkels een infectie met trematoden zien. Het rapport geeft
aan dat gezien de relatief grote schelplengte van de verzamelde dieren, hier waarschijnlijk ouderdom een belangrijke rol heeft
gespeeld.
Vervolg
De resultaten van het rapport laten zien dat er geen aanleiding voor grote bezorgdheid is. Om beter inzicht te krijgen in
de uiteindelijke omvang van de opgetreden sterfte zal IMARES, zoals weergegeven in de aanbevelingen, de komende periode monsters
nemen op enkele locaties in de Oosterschelde.
Uit de voorjaarsmonitoring van 2011 zal blijken of de sterfte in 2010 groter is geweest dan de gemiddelde natuurlijke sterfte
over een geheel jaar in de Oosterschelde.
Ik zal komend voorjaar eventuele kokkelsterfte in de Oosterschelde nauwlettend volgen. Als er sprake mocht zijn van grote
sterfte zal ik wederom een analyse laten doen ten aanzien van parasitaire, bacteriële en virale infecties.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg