nr. 26
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2008
Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken ten aanzien van
de vormgeving van een nieuwe financiële voorziening voor gemeenten met
meerjarige tekorten op hun budget voor het inkomensdeel in het kader van de
Wet werk en bijstand (WWB) en de voortgang van het onderhoudstraject van de
verdeelmodellen WWB.
Daarnaast informeer ik u over de ontwikkelingen bij de WWB sinds de eindevaluatie
van de WWB in december 2007. In de bijlage1 «Kerncijfers
Wet werk en bijstand» treft u aan een rapportage met actuele kerncijfers
over de WWB. Omdat de ontwikkelingen bij de WWB uiteraard niet stilstaan,
worden ook na de evaluatie de resultaten bijgehouden en getoond. Het ligt
in de bedoeling om deze gegevens regelmatig te actualiseren en naar buiten
te brengen.
Meerjarige aanvullende uitkering
Bij gelegenheid van de evaluatie van het verdeelmodel WWB inkomensdeel
heb ik uw Kamer toegezegd dat nog dit jaar, in nauw overleg met betrokkenen,
uitgewerkt wordt hoe in het kader van het WWB inkomensdeel vorm kan worden
gegeven aan een ruimer ex-post vangnet in combinatie met een verscherpte toetsing én
dat uw Kamer hierover vóór het zomerreces voorstellen ontvangt.
In nauw overleg met de VNG, Divosa, afzonderlijke gemeenten, de Inspectie
Werk en Inkomen, de Toetsingscommissie en de departementen van BZK en Financiën
heb ik de hoofdlijnen van deze nieuwe financiële voorziening voor gemeenten
(aangeduid als «meerjarige aanvullende uitkering», kortweg de
MAU) uitgewerkt. De Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) heeft
advies uitgebracht over deze hoofdlijnen.
Naarmate het proces vorderde kon de betrokkenheid van gemeenten verplaatst
worden van ambtelijk naar bestuurlijk. Op mijn verzoek is een bestuurlijke
toets uitgevoerd, bestaande uit gesprekken met een beperkt aantal wethouders
en een mini-bestuurlijke conferentie. De afstemming met de VNG is nog niet
geheel afgerond. Zorgvuldigheid en een breed draagvlak zijn voor het succes
van de MAU kritische factoren. Ik heb er begrip voor dat gemeenten op zorgvuldige
wijze hun inbreng willen afronden. In het Bestuurlijk Overleg van 9 juli
wil ik met de VNG afspreken dat ik haar definitieve reactie voor 1 september
2008 tegemoet kan zien, zodat ik u rond het einde van het zomerreces mijn
definitieve voorstellen kan sturen.
Uit de bestuurlijke toets is onder meer gebleken dat invoering van de
nieuwe voorziening urgent is voor gemeenten met meerjarige tekorten op hun
WWB-budget. Om die reden heb ik de VNG toegezegd dat ik alvast een aanvang
maak met het wetgevingsproces. Uiteraard zal dat proces zodanig worden ingericht
dat te allen tijde rekening kan worden gehouden met de uitkomsten van het
overleg met uw Kamer.
Stand van zaken onderhoudstraject
Zoals ik u heb toegezegd in mijn brief van 27 april (Vergaderjaar
2007/2008, kamerstuk 30 545, nr. 51), informeer ik u hierbij over
de voortgang van het onderzoek naar de verdeelmodellen van de WWB.
Conform de aanbevelingen uit de evaluatie van het objectief verdeelmodel
voor het I-deel WWB, worden voornamelijk de mogelijke verbeteringen in de
verdeelmodellen wat betreft de arbeidsmarktfactoren en de verdeelmaatstaf
huurwoningen onderzocht. Wat betreft de arbeidsmarktfactoren, die op dit moment
op COROP-niveau worden gemeten, wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden
van het gebruik van gewogen COROP- en RPA-cijfers
en van een maatstaf voor ruimtelijke concentratie van arbeidsmarktfactoren.
Bij deze laatste wordt niet uitgegaan van een vaste regionale indeling, maar
wordt gekeken naar de arbeidsmarktsituatie binnen een straal van x kilometer
rond een gemeente. Wat betreft de maatstaf huurwoningen wordt gekeken of deze
te verfijnen is naar goedkope huurwoningen binnen de particuliere en/of sociale
sector.
De verbetermogelijkheden die uit het onderzoek naar voren komen, zullen
bestuurlijk worden getoetst. Dit wordt gedaan aan de hand van workshops en
interviews met met name wethouders van gemeenten.
Het onderzoek is eind april gestart. Naar verwachting zullen de resultaten
medio/eind augustus bekend zijn en zal in september de bestuurlijke toets
plaatsvinden. Het onderzoek (waar de bestuurlijke toets onderdeel van uitmaakt),
zal naar verwachting begin oktober beschikbaar zijn. Dit najaar spreek ik
graag met u over de resultaten van het onderzoek. Voor de goede orde merk
ik nog op dat de onderzoeksresultaten geen consequenties hebben voor de verdeling
van de middelen voor 2009.
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. Aboutaleb