nr. 5
VERSLAG
Vastgesteld 7 september 2004
De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1,
belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt
verslag uit van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de in dit verslag opgenomen vragen
en opmerkingen afdoende beantwoordt, acht de commissie de openbare behandeling
van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
ALGEMEEN
1. Inleiding
De leden van de CDA-fractie hebben kennis genomen van het voorstel tot
wijziging van de Wet pleziervaartuigen. Deze leden onderschrijven de doelstelling
van het wetsvoorstel, te weten de harmonisering van de eisen die door de Europese
lidstaten worden gesteld aan (onderdelen van) pleziervaartuigen en het beperken
van de schade die de pleziervaart aan natuur en milieu toebrengt.
De leden van de fractie van de PvdA hebben met waardering kennis genomen
van het voorstel tot wijziging van de Wet pleziervaartuigen. Deze leden geven
te kennen met het wetsvoorstel in te kunnen stemmen, mits hun vragen toereikend
beantwoord worden.
3. Het onderhavige wetsvoorstel
Opzet van het wetsvoorstel
De leden van de CDA-fractie constateren dat het wetsvoorstel zich richt
op een beperking van de uitlaat- en geluidsemissie van motoren van pleziervaartuigen
door grenswaarden op te leggen. Op welke wijze wordt op Europees en nationaal
niveau de ontwikkeling en toepassing van innovatieve schone en stille technieken
bevorderd?
De leden van de fractie van de PvdA informeren naar de betrokkenheid van
(markt)partijen bij de toetsing van de wetswijziging en ontvangen graag een
overzicht van de reacties van deze organisaties.
Gevolgen voor keuringsinstanties
De leden van de fractie van de PvdA informeren naar de wijze waarop de
Regeling keuringsinstanties Wet pleziervaartuigen dient te worden aangepast
als gevolg van wijziging van richtlijn nr. 94/25/EG. Op pagina 4 van de Memorie
van Toelichting wordt melding gemaakt van deze mogelijkheid.
Toezicht en handhaving
De leden van de fractie van de PvdA vragen de regering om een beoordeling
van het effect van de huidige wijze van toezicht en handhaving die met de
wetswijziging nagenoeg niet zal worden gewijzigd. Daarbij verzoeken deze leden
om een overzicht van het aantal malen dat een CE-markering is ingetrokken
en/of ten onrechte is verleend. Ook vragen zij naar een beoordeling van de
uitvoering van de huidige werkwijze in overige Europese landen.
Uitstoot van schadelijke uitlaatgassen
De leden van de fractie van de PvdA verzoeken de regering om een uitgebreidere
en cijfermatig onderbouwde uiteenzetting van de effecten van de wetswijziging
op de beperking van de geluidhinder en de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen
door pleziervaartuigen. Hierbij vragen deze leden om een vergelijking met
de geldende situatie.
De leden van de fractie van de PvdA informeren naar de wijze waarop controle
plaatsvindt op vaartuigen en onderdelen daarvan wanneer deze producten niet
(formeel) in de handel worden gebracht.
Administratieve lasten voor het bedrijfsleven en oordeel
ACTAL
De leden van de CDA-fractie constateren dat de regering de intentie heeft
om de administratieve lasten voor het bedrijfsleven terug te dringen, door
bijvoorbeeld de Regeling keuringsinstanties Wet pleziervaartuigen te herzien.
In hoeverre acht de regering het gewenst om de reductie van administratieve
lasten op het terrein van de pleziervaart ook op Europees niveau aan te kaarten?
Welk oordeel heeft de regering in dit verband over de richtlijnen 94/25/EG
en 2003/44/EG? In hoeverre acht de regering het mogelijk en gewenst om op
Europees niveau meer met doelvoorschriften en (zelf-)certificering te gaan
werken in plaats van de huidige, gedetailleerde middelvoorschriften?
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Onderdeel O
De leden van de CDA-fractie constateren dat het wetsvoorstel de mogelijkheid
opent om, behalve de Inspectie Verkeer en Waterstaat, ook andere instanties
aan te wijzen voor de handhaving van de Wet pleziervaartuigen. Hierbij wordt
gedacht aan de Douane, die er bij de inklaring van producten op kan toezien
of deze van de markering zijn voorzien. Ook wordt gedachte aan de Economische
Controle Dienst voor het toezicht op producten op werven, verkoopplaatsen
en tentoonstellingen. Is de regering voornemens om deze instanties met het
toezicht op de naleving van de Wet pleziervaartuigen te belasten? In welke
mate zal er daadwerkelijk toezicht plaatsvinden door de Inspectie V&W
en door andere instanties?
De voorzitter van de commissie,
Atsma
De griffier van de commissie,
Roovers
XNoot
1Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD),
ondervoorzitter, Atsma (CDA), voorzitter, Van Gent (GL), Timmermans (PvdA),
Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Dijsselbloem
(PvdA), Depla (PvdA), Van As (LPF), Mastwijk (CDA), Duyvendak (GL), Koopmans
(CDA), Gerkens (SP), Bruls (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp
(CDA), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), De Krom (VVD), Hermans (LPF),
Dezentjé Hamming (VVD) en Van Hijum (CDA).
Plv. leden: Heemskerk (PvdA), Samsom (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD),
Hessels (CDA), Vos (GL), Smeets (PvdA), De Ruiter (SP), Slob (CU), Aptroot
(VVD), Szabó (VVD), Van Dijken (PvdA), Waalkens (PvdA), Herben (LPF),
Van Winsen (CDA), Halsema (GL), Jager (CDA), Vergeer (SP), Ten Hoopen (CDA),
Van Haersma Buma (CDA), vacature (D66), De Pater-van der Meer (CDA), Van Dam
(PvdA), Verdaas (PvdA), Van Beek (VVD), Van den Brink (LPF), Luchtenveld (VVD)
en Buijs (CDA).