29 669
Wijziging van de Wet pleziervaartuigen in verband met de invoering van uitlaat- en geluidsemissienormen voor pleziervaartuigen en uitbreiding van de werkingssfeer van die wet tot voortstuwingsmotoren van pleziervaartuigen en waterscooters

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 7 september 2004

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de in dit verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende beantwoordt, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

ALGEMEEN

1. Inleiding

De leden van de CDA-fractie hebben kennis genomen van het voorstel tot wijziging van de Wet pleziervaartuigen. Deze leden onderschrijven de doelstelling van het wetsvoorstel, te weten de harmonisering van de eisen die door de Europese lidstaten worden gesteld aan (onderdelen van) pleziervaartuigen en het beperken van de schade die de pleziervaart aan natuur en milieu toebrengt.

De leden van de fractie van de PvdA hebben met waardering kennis genomen van het voorstel tot wijziging van de Wet pleziervaartuigen. Deze leden geven te kennen met het wetsvoorstel in te kunnen stemmen, mits hun vragen toereikend beantwoord worden.

3. Het onderhavige wetsvoorstel

Opzet van het wetsvoorstel

De leden van de CDA-fractie constateren dat het wetsvoorstel zich richt op een beperking van de uitlaat- en geluidsemissie van motoren van pleziervaartuigen door grenswaarden op te leggen. Op welke wijze wordt op Europees en nationaal niveau de ontwikkeling en toepassing van innovatieve schone en stille technieken bevorderd?

De leden van de fractie van de PvdA informeren naar de betrokkenheid van (markt)partijen bij de toetsing van de wetswijziging en ontvangen graag een overzicht van de reacties van deze organisaties.

Gevolgen voor keuringsinstanties

De leden van de fractie van de PvdA informeren naar de wijze waarop de Regeling keuringsinstanties Wet pleziervaartuigen dient te worden aangepast als gevolg van wijziging van richtlijn nr. 94/25/EG. Op pagina 4 van de Memorie van Toelichting wordt melding gemaakt van deze mogelijkheid.

Toezicht en handhaving

De leden van de fractie van de PvdA vragen de regering om een beoordeling van het effect van de huidige wijze van toezicht en handhaving die met de wetswijziging nagenoeg niet zal worden gewijzigd. Daarbij verzoeken deze leden om een overzicht van het aantal malen dat een CE-markering is ingetrokken en/of ten onrechte is verleend. Ook vragen zij naar een beoordeling van de uitvoering van de huidige werkwijze in overige Europese landen.

Uitstoot van schadelijke uitlaatgassen

De leden van de fractie van de PvdA verzoeken de regering om een uitgebreidere en cijfermatig onderbouwde uiteenzetting van de effecten van de wetswijziging op de beperking van de geluidhinder en de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen door pleziervaartuigen. Hierbij vragen deze leden om een vergelijking met de geldende situatie.

De leden van de fractie van de PvdA informeren naar de wijze waarop controle plaatsvindt op vaartuigen en onderdelen daarvan wanneer deze producten niet (formeel) in de handel worden gebracht.

Administratieve lasten voor het bedrijfsleven en oordeel ACTAL

De leden van de CDA-fractie constateren dat de regering de intentie heeft om de administratieve lasten voor het bedrijfsleven terug te dringen, door bijvoorbeeld de Regeling keuringsinstanties Wet pleziervaartuigen te herzien. In hoeverre acht de regering het gewenst om de reductie van administratieve lasten op het terrein van de pleziervaart ook op Europees niveau aan te kaarten? Welk oordeel heeft de regering in dit verband over de richtlijnen 94/25/EG en 2003/44/EG? In hoeverre acht de regering het mogelijk en gewenst om op Europees niveau meer met doelvoorschriften en (zelf-)certificering te gaan werken in plaats van de huidige, gedetailleerde middelvoorschriften?

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Onderdeel O

De leden van de CDA-fractie constateren dat het wetsvoorstel de mogelijkheid opent om, behalve de Inspectie Verkeer en Waterstaat, ook andere instanties aan te wijzen voor de handhaving van de Wet pleziervaartuigen. Hierbij wordt gedacht aan de Douane, die er bij de inklaring van producten op kan toezien of deze van de markering zijn voorzien. Ook wordt gedachte aan de Economische Controle Dienst voor het toezicht op producten op werven, verkoopplaatsen en tentoonstellingen. Is de regering voornemens om deze instanties met het toezicht op de naleving van de Wet pleziervaartuigen te belasten? In welke mate zal er daadwerkelijk toezicht plaatsvinden door de Inspectie V&W en door andere instanties?

De voorzitter van de commissie,

Atsma

De griffier van de commissie,

Roovers


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), ondervoorzitter, Atsma (CDA), voorzitter, Van Gent (GL), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Depla (PvdA), Van As (LPF), Mastwijk (CDA), Duyvendak (GL), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Bruls (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), De Krom (VVD), Hermans (LPF), Dezentjé Hamming (VVD) en Van Hijum (CDA).

Plv. leden: Heemskerk (PvdA), Samsom (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Hessels (CDA), Vos (GL), Smeets (PvdA), De Ruiter (SP), Slob (CU), Aptroot (VVD), Szabó (VVD), Van Dijken (PvdA), Waalkens (PvdA), Herben (LPF), Van Winsen (CDA), Halsema (GL), Jager (CDA), Vergeer (SP), Ten Hoopen (CDA), Van Haersma Buma (CDA), vacature (D66), De Pater-van der Meer (CDA), Van Dam (PvdA), Verdaas (PvdA), Van Beek (VVD), Van den Brink (LPF), Luchtenveld (VVD) en Buijs (CDA).

Naar boven