Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2020
Hierbij zend ik u ingevolge artikel 75 van de Rijkswet van de Onderzoeksraad voor
veiligheid een overzicht van de aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor veiligheid
(hierna: de Onderzoeksraad), van de daaromtrent bepaalde standpunten en van de wijze
waarop aan de aanbevelingen vervolg is gegeven1. Dit overzicht heeft betrekking op onderzoeken van de Onderzoeksraad in 2017. Door
de betrokken bewindspersonen voldoende tijd te geven om op de aanbevelingen te reageren,
is nu goed zichtbaar in hoeverre en op welke wijze de aanbevelingen zijn opgevolgd.
In dit jaar heeft de Onderzoeksraad zeven onderzoeken gepubliceerd. Het overzicht
is als volgt opgebouwd: titel onderzoek en publicatiedatum, aanbeveling(en), reactie
van Minister aan wie de aanbeveling is gericht en de stand van zaken van de implementatie.
In deze onderzoeken heeft de Onderzoeksraad aanbevelingen gedaan aan mijn collega-bewindspersonen
van Infrastructuur en Waterstaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Economische
Zaken en Klimaat en Defensie alsmede aan ondergetekende. Uit de beleidsreacties die
volgden wordt duidelijk dat de betrokken bewindspersonen de aanbevelingen ter harte
namen en concrete maatregelen aankondigden. Ik constateer bovendien dat veel van de
aangekondigde maatregelen inmiddels zijn doorgevoerd. Ik maak hieruit op dat de Onderzoeksraad
met deze onderzoeken een waardevolle bijdrage heeft geleverd aan het realiseren van
veiligheidswinst in brede zin.
Tot slot informeer ik u over de stand van zaken van twee andere onderwerpen die de
Onderzoeksraad raken, namelijk de evaluatie en de eerder aangekondigde heroverweging
van de opheffing van de onderzoeksbeperking naar openbare orde-voorvallen2.
Stand van zaken evaluatie Onderzoeksraad
De Onderzoeksraad wordt, ingevolge artikel 83, eerste lid, Rijkswet Onderzoeksraad
voor veiligheid, elke vijf jaar geëvalueerd. Op 25 april 2019 heb ik de Evaluatiecommissie
Onderzoeksraad voor veiligheid onder voorzitterschap van professor dr. P. Schnabel
opdracht gegeven om de Onderzoeksraad te evalueren over de periode 2013–2018 en daarbij
te kijken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van de Onderzoeksraad3. Deze evaluatie is inmiddels afgerond en het eindrapport heb ik van de evaluatiecommissie
ontvangen. Het eindrapport zal ik, tezamen met de reactie van het kabinet, nog deze
maand aan de Staten-Generaal zenden.
Stand van zaken heroverweging opheffing van de onderzoeksbeperking naar openbare orde-voorvallen
Uw Kamer heeft op 20 februari 2020 het wetsvoorstel tot wijziging van de Rijkswet
Onderzoeksraad voor veiligheid in verband met enkele aanpassingen4 behandeld (Handelingen II 2019/20, nr. 57, item 19). In het nader rapport van dit wetsvoorstel5 heb ik aangegeven dat het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
mij aanleiding heeft gegeven het onderdeel van het wetsvoorstel dat betrekking had
op de opheffing van de onderzoeksbeperking naar openbare-orde-voorvallen uit dit wetsvoorstel
te schrappen. Dat maakte het mogelijk om verder te gaan met de andere onderdelen van
het wetsvoorstel (waarover de Afdeling advisering geen opmerkingen heeft gemaakt)
en voldoende tijd te nemen voor heroverweging van de opheffing van de onderzoeksbeperking
waartoe de bezwaren en conclusie van de Afdeling advisering aanleiding geven. In de
nota naar aanleiding van het verslag6 heb ik toegezegd uw Kamer bij deze brief te informeren over de stand van zaken van
de heroverweging. Bij deze doe ik die toezegging gestand. Er hebben inmiddels diverse
gesprekken met betrokken partijen plaatsgevonden en de komende tijd zal er nog een
aantal partijen worden geraadpleegd. Zoals ik tijdens de plenaire behandeling van
het vorengenoemde wetsvoorstel tot wijziging van de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid
op 20 februari 2020 heb toegezegd, zal ik uw Kamer vóór het aankomende zomerreces
informeren over de uitkomst van deze heroverweging.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus