Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 september 2013
Op grond van artikel 8.29 van de Wet luchtvaart en artikel 3.1 van de Regeling milieuinformatie
luchthaven Schiphol moet de Inspecteur-Generaal Leefomgeving en Transport elk halfjaar
verslag uitbrengen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. Dit verslag
betreft de in de Wet luchtvaart en het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol vastgelegde
veiligheids- en milieuaspecten over de periode van een (deel van een) gebruiksjaar.
Hierbij bied ik u dit verslag ter kennisneming aan1.
Voor Schiphol beslaat het gebruiksjaar de periode 1 november tot en met 31 oktober.
In de nu voorliggende rapportage wordt verslag gedaan over de periode 1 november 2012
tot en met 30 april 2013.
Bevindingen en acties
De belangrijkste bevindingen en acties van de Inspectie Leefomgeving en Transport
(hierna: de inspectie) over de eerste helft van het gebruiksjaar 2013 zijn, dat:
-
– de grenswaarden voor het externe veiligheidsrisico en de geluidbelasting niet overschreden
zijn;
-
– van de stoffen die lokale luchtverontreiniging veroorzaken, de gerealiseerde emissie
CO hoger is dan de relatieve grenswaarde voor deze stof;
-
– geen onrechtmatige afwijkingen van de regels voor het luchtruimgebruik veroorzaakt
door gezagvoerders (vliegerfouten) zijn geconstateerd;
-
– bij één van de voor LVNL geldende regels voor het luchtruimgebruik, het feitelijke
percentage afwijkingen hoger is dan het maximaal toegestane percentage afwijkingen;
-
– zich geen situatie heeft voorgedaan waarbij als gevolg van het niet beschikbaar zijn
van banen, onrechtmatig is afgeweken van de beperkingen die gelden voor het baangebruik;
-
– zich geen overtredingen van de regels voor het baangebruik hebben voorgedaan;
-
– het nalevingsniveau van de regel inzake het gebruik van de op het platform aanwezige
vaste stroomvoorziening en voorziening voor PCA, in plaats van de APU of GPU, hoger
ligt dan over de tweede helft van het gebruiksjaar 2012;
-
– zich geen situatie heeft voorgedaan waarbij luchtvaartmaatschappijen wegens «slotsmisbruik»
door de inspectie moesten worden aangeschreven.
Toelichting op de bevindingen en acties
Grenswaarden voor de geluidbelasting in handhavingspunten
Voor de periode 1 november 2012 tot en met 30 april 2013 gelden de grenswaarden zoals
vastgelegd in bijlage 2 van het LVB. Op 22 maart 2013 heb ik de Tweede Kamer gemeld
dat er een experimenteerregeling zou komen. Deze regeling bevat vervangende grenswaarden.
Het ontwerp van deze regeling is voor advies voorgelegd aan de Commissie Regionaal
Overleg Schiphol (CROS) en de Alderstafel Schiphol, en heeft van 3 mei tot 30 mei
2013 ter inzage gelegen. De heer Alders heeft per brief op 25 juni 2013 positief geadviseerd
over de ontwerpregeling. De definitieve regeling, met daarin opgenomen de vervangende
grenswaarden voor de geluidbelasting in handhavingspunten zoals die voor de tweede
helft van het gebruiksjaar 2013 gelden, is op 12 juli 2013 gepubliceerd in de Staatscourant.
Gerealiseerde emissie CO
Dat de gerealiseerde emissie CO hoger is dan de relatieve grenswaarde voor deze stof
betekent niet dat nu al kan worden vastgesteld dat aan het einde van het gebruiksjaar
sprake zal zijn van een overschrijding van deze grenswaarde. Het gaat hier namelijk
om een relatieve emissiewaarde die gedurende het gebruiksjaar nog kan wijzigen. Daarbij
speelt ook dat op 1 juni 2013, door middel van een wijziging van de Regeling milieuinformatie
luchthaven Schiphol (RMI), de wijze waarop het maximum startgewicht wordt vastgesteld
is aangepast. Dit heeft gevolgen voor de berekening van het externe veiligheidsrisico
en de uitstoot van stoffen die lokale luchtverontreiniging veroorzaken. Voor de stof
CO betekent de RMI-wijziging dat de berekende relatieve emissiewaarde inmiddels weer
onder de grenswaarde voor CO terecht is gekomen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld