29 665 Evaluatie Schipholbeleid

Nr. 161 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 februari 2011

Op grond van artikel 8.29 van de Wet luchtvaart en artikel 3.1 van de Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol (RMI) moet de Inspecteur-generaal Verkeer en Waterstaat elk halfjaar verslag uitbrengen aan de minister van Verkeer en Waterstaat en de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, thans de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. Dit verslag betreft de in de Wet luchtvaart en het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) vastgelegde veiligheids- en milieuaspecten over de periode van een gebruiksjaar, dan wel de eerste helft van dat gebruiksjaar.

Hierbij bied ik u dit verslag ter kennisneming aan1.

Voor Schiphol beslaat het gebruiksjaar de periode 1 november tot en met 31 oktober. In de nu voorliggende rapportage wordt verslag gedaan over de periode 1 november 2009 tot en met 31 oktober 2010.

Bevindingen en acties

De belangrijkste bevindingen en acties van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (hierna: de inspectie) over het gebruiksjaar 2010 zijn, dat:

  • de grenswaarden voor het externe veiligheidsrisico, de geluidbelasting en de uitstoot van stoffen die lokale luchtverontreiniging veroorzaken, niet overschreden zijn;

  • zeven luchtvaartmaatschappijen dusdanig van een luchtverkeerweg in de nacht zijn afgeweken dat ze door de inspectie moesten worden aangeschreven;

  • van de vijf maatschappijen die in het gebruiksjaar 2010 zijn aangeschreven, er drie een waarschuwingsbrief van de inspectie hebben ontvangen;

  • bij starts in de nacht twee keer sprake is geweest van een afwijkend baangebruik door Luchtverkeersleiding Nederland (hierna: LVNL);

  • één van deze afwijkingen in aanmerking komt om bestuursrechtelijk te worden afgehandeld omdat hiervoor geen vrijstelling was verleend;

  • zich geen situatie heeft voorgedaan waarbij als gevolg van het niet beschikbaar zijn van banen is afgeweken van de beperkingen die gelden voor het baangebruik;

  • één luchtvaartmaatschappij wegens «slotmisbruik» door de inspectie is aangeschreven, waarbij een last onder dwangsom is opgelegd;

  • deze luchtvaartmaatschappij na de aanschrijving geen overtreding meer heeft begaan, waardoor in het gebruiksjaar 2010 ook geen dwangsom hoefde te worden betaald.

Toelichting op de bevindingen en acties

Gehanteerde grenswaarden voor de geluidbelasting in handhavingspunten

Vanaf 1 november 2009 golden de vervangende grenswaarden zoals die in de «Regeling experiment verlenging nachtprocedures» van 30 oktober 2009 (Stcrt. 2009, nr. 16778) zijn vastgelegd. Voor wat betreft de handhavingspunten Lden zijn deze vervangende grenswaarden lopende het gebruiksjaar vervangen door de vervangende grenswaarden zoals vastgelegd in de «Regeling vervangende grenswaarden grootbaanonderhoud Buitenveldertbaan» van 21 juni 2010 (Stcrt. 2010, 9874) voor de periode van 1 november 2009 tot en met 31 oktober 2010. Voor wat betreft de handhavingspunten Lnight golden van 1 november 2009 tot en met 31 oktober 2010 uitsluitend de vervangende grenswaarden zoals die in de «Regeling experiment verlenging nachtprocedures» van 30 oktober 2009 zijn vastgelegd.

Bestuursrechtelijke afhandeling overtreding LVNL

Het afwijkend baangebruik door LVNL dat in aanmerking komt om bestuursrechtelijk te worden afgehandeld, betreft een start vanaf de Buitenveldertbaan op 15 september 2010 om 23:33 uur. Deze start had niet mogen plaatsvinden omdat starts vanaf de Buitenveldertbaan van 23:00 tot 06:00 uur niet zijn toegestaan, en voor deze start geen vrijstelling was verleend om van de betreffende regel van het LVB te mogen afwijken.

Nadere bijzonderheden hierover komen aan de orde in de volgende handhavingsrapportage Schiphol.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven