29 665
Evaluatie Schipholbeleid

28 165
Deelnemingenbeleid Rijksoverheid

nr. 148
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2009

Eerder informeerde ik u over de met Schiphol Group («Schiphol») gemaakte afspraak over een uitkering ten laste van de winstreserve van Schiphol1. De afspraak behelsde een uitkering ten laste van de winstreserve van EUR 500 miljoen in 2008 en een uitkering ten laste van de winstreserve van maximaal EUR 500 miljoen in 2009, mits dan een credit rating van «single A flat» behouden zou blijven. In 2008 is de eerste tranche à EUR 500 miljoen door Schiphol uitgekeerd. Graag wil ik u middels deze brief informeren over mijn besluit ten aanzien van het tweede deel van voornoemde afspraak.

De economische crisis heeft de luchtvaart wereldwijd hard getroffen. Schiphol is daarbij niet gespaard gebleven. In de eerste tien maanden van 2009 is het aantal passagiers op Schiphol gedaald met 9,0 procent vergeleken met dezelfde periode in 2008. Door deze aanzienlijke teruggang in het aantal passagiers zijn de inkomsten lager uitgevallen dan verwacht. Als gevolg hiervan is de operationele kasstroom (de zogenaamde funds from operations) van Schiphol aanzienlijk lager dan in voorgaande jaren. De funds from operations is in de twaalf maanden voor 30 juni 2009 gedaald met 24 procent, waardoor financiële ratio’s onder druk zijn komen te staan. Aangezien de rating agencies deze ratio’s in de beoordeling van de kredietwaardigheid betrekken en deze ratio’s zeer bepalend zijn bij de vaststelling van de zogenaamde credit rating van een onderneming, is ook de rating van Schiphol onder druk komen te staan.

Op 14 september jl. heeft Standard & Poor’s een persbericht uitgebracht, waarin nieuwe credit ratings voor Schiphol werden vastgesteld. Hierin werd medegedeeld dat – mede naar aanleiding van bovengenoemde ontwikkelingen – de stand alone rating van Schiphol is verlaagd van een A flat rating naar een A minus rating. Sinds deze publicatie stelt Standard & Poor’s, in tegenstelling tot vorig jaar, ook een rating vast waarbij het aandeelhouderschap van de Staat als relevante factor wordt meegewogen. Daarmee rekening houdend stelt Standard & Poor’s de rating van Schiphol sinds 14 september vast op een A flat rating. Kortom, de stand alone rating van Schiphol is verlaagd, maar door het aandeelhouderschap van de Staat handhaaft Schiphol de rating van A flat.

Wat de toekomst zal brengen is onzeker, maar de inkomsten zullen naar verwachting niet op korte termijn het niveau bereiken dat bij het maken van de eerdergenoemde afspraak verondersteld werd. Ook het niet verhogen van de tarieven per 1 april 2010 (hetgeen onderdeel uitmaakt van de afspraken die zijn gemaakt in het kader van de afschaffing van de vliegbelasting)1, zal niet bijdragen aan een snel herstel van de inkomsten. Bovendien heeft Schiphol op dit moment niet de verwachting dat het herstel van verkeer- en vervoervolumes snel zal intreden. Voor het jaar 2010 houdt Schiphol nog rekening met een daling van het aantal passagiers.

De directie en raad van commissarissen van Schiphol hebben mij enige tijd geleden laten weten dat zij het niet prudent achtten om een voorstel tot uitkering van een tweede superdividend te doen. Ik heb Schiphol toen, gezamenlijk met medeaandeelhouders gemeenten Amsterdam en Rotterdam, gevraagd om een nadere (cijfermatige) onderbouwing. Ik liet u eerder weten deze onderbouwing zo nodig door een onafhankelijke partij te laten toetsen2. Dat is inmiddels gebeurd. Extern onderzoek heeft de moeilijke situatie waarin Schiphol verkeert, bevestigd en geconcludeerd dat de rating van Schiphol (toen nog een stand alone rating van A flat) reeds zonder uitkering van een tweede superdividend onder druk staat, onder meer door de verslechterde winstgevendheid. Dit is inmiddels bevestigd door eerdergenoemde downgrade van de stand alone rating door Standard & Poor’s. Het uitkeren van een superdividend in 2009 wordt door de onderzoekers niet mogelijk geacht met behoud van de A flat rating. Indien een superdividend zou worden uitgekeerd dan zakt Schiphol naar verwachting ruim onder de door S&P gestelde (financiële) criteria, waaronder de funds from operations gedeeld door de schulden, voor een A flat rating.

De huidige economische omstandigheden, het recente rating-rapport van Standard & Poor’s en de uitkomsten van het externe onderzoek duiden er op dat een A flat rating niet behouden kan blijven bij een uitkering ten laste van de winstreserves van Schiphol. Gegeven de voorwaarde die afgesproken is voor een uitkering van een tweede tranche, heb ik besloten dat een uitkering ten laste van de winstreserve in 2009 daarom niet mogelijk is. De bestaande afspraak komt daarmee te vervallen. Dat laat uiteraard onverlet dat ik mijn rechten als aandeelhouder ten aanzien van de vermogenspositie van Schiphol zal blijven uitoefenen en de vermogensstructuur van de luchthaven nadrukkelijk zal blijven volgen. Mocht daartoe aanleiding zijn, dan zal ik de directie van Schiphol verzoeken een voorstel te doen tot een uitkering ten laste van de winstreserves.

Ik hoop u met deze brief voldoende geïnformeerd te hebben over de mogelijkheden rondom de eerder gemaakte afspraken met Schiphol omtrent de uitkering van een eventueel superdividend.

De minister van Financiën,

W. J. Bos


XNoot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 29 665 en 28 165, nr. 95.

XNoot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 29 665, nr. 145.

XNoot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, Aanhangsel 1922.

Naar boven