nr. 148
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 december 2009
Eerder informeerde ik u over de met Schiphol Group («Schiphol»)
gemaakte afspraak over een uitkering ten laste van de winstreserve van Schiphol1. De afspraak behelsde een uitkering ten laste van de
winstreserve van EUR 500 miljoen in 2008 en een uitkering ten laste van de
winstreserve van maximaal EUR 500 miljoen in 2009, mits dan een credit rating
van «single A flat» behouden zou blijven. In 2008 is de eerste
tranche à EUR 500 miljoen door Schiphol uitgekeerd. Graag wil ik u
middels deze brief informeren over mijn besluit ten aanzien van het tweede
deel van voornoemde afspraak.
De economische crisis heeft de luchtvaart wereldwijd hard getroffen. Schiphol
is daarbij niet gespaard gebleven. In de eerste tien maanden van 2009 is het
aantal passagiers op Schiphol gedaald met 9,0 procent vergeleken met dezelfde
periode in 2008. Door deze aanzienlijke teruggang in het aantal passagiers
zijn de inkomsten lager uitgevallen dan verwacht. Als gevolg hiervan is de
operationele kasstroom (de zogenaamde funds from operations) van Schiphol aanzienlijk lager dan in voorgaande jaren. De funds
from operations is in de twaalf maanden voor 30 juni 2009 gedaald met
24 procent, waardoor financiële ratio’s onder druk zijn komen te
staan. Aangezien de rating agencies deze ratio’s
in de beoordeling van de kredietwaardigheid betrekken en deze ratio’s
zeer bepalend zijn bij de vaststelling van de zogenaamde credit rating van een onderneming, is ook de rating van Schiphol
onder druk komen te staan.
Op 14 september jl. heeft Standard & Poor’s een persbericht
uitgebracht, waarin nieuwe credit ratings voor Schiphol werden vastgesteld.
Hierin werd medegedeeld dat – mede naar aanleiding van bovengenoemde
ontwikkelingen – de stand alone rating van
Schiphol is verlaagd van een A flat rating naar
een A minus rating. Sinds deze publicatie stelt
Standard & Poor’s, in tegenstelling tot vorig jaar, ook een rating
vast waarbij het aandeelhouderschap van de Staat als relevante factor wordt
meegewogen. Daarmee rekening houdend stelt Standard & Poor’s de
rating van Schiphol sinds 14 september vast op een A flat rating. Kortom, de stand alone rating van Schiphol
is verlaagd, maar door het aandeelhouderschap van de Staat handhaaft Schiphol
de rating van A flat.
Wat de toekomst zal brengen is onzeker, maar de inkomsten zullen naar
verwachting niet op korte termijn het niveau bereiken dat bij het maken van
de eerdergenoemde afspraak verondersteld werd. Ook het niet verhogen van de
tarieven per 1 april 2010 (hetgeen onderdeel uitmaakt van de afspraken
die zijn gemaakt in het kader van de afschaffing van de vliegbelasting)1, zal niet bijdragen aan een snel herstel van de inkomsten.
Bovendien heeft Schiphol op dit moment niet de verwachting dat het herstel
van verkeer- en vervoervolumes snel zal intreden. Voor het jaar 2010 houdt
Schiphol nog rekening met een daling van het aantal passagiers.
De directie en raad van commissarissen van Schiphol hebben mij enige tijd
geleden laten weten dat zij het niet prudent achtten om een voorstel tot uitkering
van een tweede superdividend te doen. Ik heb Schiphol toen, gezamenlijk met
medeaandeelhouders gemeenten Amsterdam en Rotterdam, gevraagd om een nadere
(cijfermatige) onderbouwing. Ik liet u eerder weten deze onderbouwing zo nodig
door een onafhankelijke partij te laten toetsen2.
Dat is inmiddels gebeurd. Extern onderzoek heeft de moeilijke situatie waarin
Schiphol verkeert, bevestigd en geconcludeerd dat de rating van Schiphol (toen
nog een stand alone rating van A flat) reeds zonder
uitkering van een tweede superdividend onder druk staat, onder meer door de
verslechterde winstgevendheid. Dit is inmiddels bevestigd door eerdergenoemde downgrade van de stand alone rating door Standard &
Poor’s. Het uitkeren van een superdividend in 2009 wordt door de onderzoekers
niet mogelijk geacht met behoud van de A flat rating. Indien een superdividend
zou worden uitgekeerd dan zakt Schiphol naar verwachting ruim onder de door
S&P gestelde (financiële) criteria, waaronder de funds from operations
gedeeld door de schulden, voor een A flat rating.
De huidige economische omstandigheden, het recente rating-rapport van
Standard & Poor’s en de uitkomsten van het externe onderzoek duiden
er op dat een A flat rating niet behouden kan blijven bij een uitkering ten
laste van de winstreserves van Schiphol. Gegeven de voorwaarde die afgesproken
is voor een uitkering van een tweede tranche, heb ik besloten dat een uitkering
ten laste van de winstreserve in 2009 daarom niet mogelijk is. De bestaande
afspraak komt daarmee te vervallen. Dat laat uiteraard onverlet dat ik mijn
rechten als aandeelhouder ten aanzien van de vermogenspositie van Schiphol
zal blijven uitoefenen en de vermogensstructuur van de luchthaven nadrukkelijk
zal blijven volgen. Mocht daartoe aanleiding zijn, dan zal ik de directie
van Schiphol verzoeken een voorstel te doen tot een uitkering ten laste van
de winstreserves.
Ik hoop u met deze brief voldoende geïnformeerd te hebben over de
mogelijkheden rondom de eerder gemaakte afspraken met Schiphol omtrent de
uitkering van een eventueel superdividend.
De minister van Financiën,
W. J. Bos