29 665
Evaluatie Schipholbeleid

nr. 101
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 juni 2008

Begin april hebben de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en ik u geïnformeerd over de situatie rond de planologische reservering van de parallelle Kaagbaan (kamerstuk 29 665, nr. 96). In die brief hebben wij toegezegd u nader te zullen informeren over de aanvullende vragen die wij aan het provinciebestuur van Noord-Holland hebben gesteld.

Bijgaand ontvangt u mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de laatste brief die wij aan de Commissaris van de Koningin hebben verstuurd met de genoemde aanvullende vragen, alsmede de reactie daarop van de CdK in afstemming met het provinciebestuur van 10 april 20081.

Het Rijk acht het naar aanleiding van deze reactie niet opportuun om verdere vragen aan het provinciebestuur te stellen.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven