29 653 Het Nederlands buitenlands beleid ten aanzien van Latijns-Amerika en de Cariben

Nr. 18 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 februari 2015

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van 11 december 2014 inzake de actuele situatie in Venezuela en de mogelijke consequenties voor de Koninkrijksdelen in het Caribisch gebied.

Venezuela is het grootste buurland van het Koninkrijk en er bestaan nauwe betrekkingen tussen Venezuela en Benedenwindse (ei)landen van het Koninkrijk: Aruba, Bonaire en Curaçao. Deze betrekkingen berusten onder andere op een gedeelde historie, familiebanden en economische verwevenheid. Ontwikkelingen in Venezuela kunnen een directe impact hebben op de Caribische delen van het Koninkrijk. Om die reden, en omdat Venezuela een belangrijke rol speelt in de bredere regio, wordt in het kader van het buitenlands beleid van het Koninkrijk ruim aandacht besteed aan de situatie in Venezuela.

Economische ontwikkelingen

Het land verkeert economisch in een crisis. De inflatie over 2014 bedroeg 64% (bron: Economist Intelligence Unit, januari 2015) en er wordt een negatieve economische groei van – 1% voorspeld voor 2015 (bron: IMF, oktober 2014). Door de dalende olieprijs (nu ver onder het «break-even» punt van $ 107 (bron: Fitch Ratings, 2014) is er een tekort aan financiële middelen. Het land kampt met schaarste aan tal van consumptiegoederen, waaronder voedsel en medicijnen. Het economisch negatieve klimaat heeft geleid tot een ongunstig ondernemingsklimaat. Aanwezige buitenlandse ondernemingen ondervinden problemen door het gebrek aan toegang tot deviezen, het niet kunnen exporteren van dividend en de uitstaande vorderingen bij de Venezolaanse regering.

Structurele hervormingen – zoals de verhoging van de benzineprijs en de afbouw van grootschalige subsidies – zijn nodig, maar stuiten op zoveel weerstand dat de regering hier tot dusver niet toe is overgegaan. De Venezolaanse maatregelen om economische crisis te beteugelen richten zich op tegengaan van smokkel en hamsteren. Ook de tijdens de jaarlijkse toespraak in het parlement (Memoria y Cuenta; op 21 januari jl.) door president Maduro aangekondigde maatregelen – verhoging van de pensioenen en het minimumloon met 15%, en invoering van een nieuw systeem voor wisselkoersen – lijken niet op korte termijn voor een opleving van de economie te kunnen zorgen.

Politieke ontwikkelingen

In de periode van februari tot mei 2014 vonden grootschalige studentenprotesten plaats vanwege toenemende onveiligheid, inflatie en schaarste. De politieke oppositie heeft zich hierbij aangesloten. Tijdens deze protesten vielen meer dan 40 doden; slachtoffers waren aan beide zijden te betreuren. De dialoog tussen de regering en het grootste deel van de oppositie, verenigd in de gelegenheidscoalitie Mesa de la Unidad Democrática (MUD), die in april 2014 werd ingezet, ligt stil. Bemiddelaars van UNASUR zijn er niet in geslaagd de kloof tussen de partijen te helpen overbruggen. Hoewel de frequentie en intensiteit van de protesten sinds mei 2014 zijn afgenomen, blijven in delen van het land protesten voorkomen.

Door de economische moeilijkheden en de protesten lijkt de steun voor president Maduro te verminderen vergeleken met de verkiezingen in april 2013. Met de kabinetswissel van september 2014, waarbij de Minister van Defensie, de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Buitenlandse Zaken werden vervangen, koos de regering voor een voortzetting van het economisch beleid op basis van het socialistisch gedachtengoed. Dit kan gunstig uitpakken voor de stabiliteit binnen de Partido Socialista Unido de Venezuela (PSUV). Wettelijk gezien moeten parlementsverkiezingen voor eind 2015 plaatsvinden. Overigens is ook de oppositie na de protesten van 2014 nog te verdeeld om een serieus alternatief te bieden. Het politieke landschap blijft dus gepolariseerd en aan oppositiekant versnipperd.

Venezuela is een van de minst veilige landen ter wereld en van verschillende kanten worden zorgen geuit over de mensenrechtensituatie in Venezuela (Amnesty International, Human Rights Watch, VN Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens). Het optreden tegen oppositieleden verhardt, zoals blijkt uit de recente arrestatie van Antonio Ledezma, burgemeester van groot-Caracas. De EU woont, net als in andere landen, belangrijke processen tegen oppositieleden als waarnemer bij.

Regionaal

Venezuela blijft in regionaal verband een actieve en belangrijke speler. Het land heeft een van de belangrijkste oliereserves ter wereld. Petrocaribe – het programma op basis waarvan olie wordt geleverd onder gunstige voorwaarden aan regeringen in de Caribische regio – geeft Venezuela aanzienlijke invloed. Het programma is kostbaar en staat als gevolg van de dalende olieprijzen onder druk. Via ALBA (Alianza Bolivariana para los Pueblos de Nuestra América, Cubaans-Venezolaanse initiatief uit 2004 voor economische samenwerking) onderhoudt Venezuela nauwe banden met gelijkgezinde landen in Latijns-Amerika en de Cariben. Met Cuba zijn intensieve uitwisselingen onder meer in de gezondheidszorg. Venezuela speelt een actieve en gewaardeerde rol bij het vredesproces in Colombia. Venezuela is in 2012 toegetreden tot Mercosur en was al lid van UNASUR (Unión de Naciones Suramericanas) en CELAC (Comunidad de Estados Latinoamericanos y Caribeños). De relatie met de Verenigde Staten is gespannen. Recentelijk kondigde de Verenigde Staten nieuwe sancties aan in de vorm van reisbeperkingen tegen Venezolaanse overheidsfunctionarissen.

Caribische delen van het Koninkrijk

Door de geografische ligging, de historische banden en verwevenheid van de samenlevingen ligt het belang van goed nabuurschap ten grondslag aan de betrekkingen tussen het Koninkrijk en Venezuela. De huidige bilaterale relatie en de diplomatieke contacten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Venezuela zijn goed te noemen. Sinds het tekenen van het Verdrag inzake overvlucht van staatsluchtvaartuigen (in 2012) behoren problemen met weigering van toegang aan toestellen van Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden en Koninklijke Marine tot het luchtverkeersgebied (Flight Information RegionFIR) dat ten zuiden van Aruba en Curaçao ligt, tot het verleden. De samenwerking tussen het Koninkrijk en Venezuela in het kader van de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, waaronder mensenhandel en drugssmokkel, verloopt goed.

De economieën van Aruba, Curaçao en Bonaire zijn sterk verweven met de Venezolaanse economie. Maatregelen in de economische sfeer kunnen directe gevolgen hebben. Zo heeft het Venezolaanse verbod op uitvoer van gesubsidieerde producten directe gevolgen voor Aruba, Curaçao en Bonaire. Met name Aruba dat voor een groot deel afhankelijk is van Venezuela voor de import van levensmiddelen, ondervindt de gevolgen hiervan. Ook voor wat betreft de energievoorziening zijn Aruba, Curaçao en Bonaire afhankelijk van Venezuela. De Isla-raffinaderij op Curaçao is eigendom van Curaçao, maar wordt geëxploiteerd door het Venezolaanse staatsoliebedrijf Petróleos de Venezuela S.A. (PDVSA). De raffinaderij levert een bijdrage variërend van 9 tot 11% van het BNP van Curaçao en zorgt tevens voor aanzienlijke werkgelegenheid.

Ondanks de actuele situatie in Venezuela is op dit moment geen substantiële toename van migratiestromen naar Aruba, Curaçao en Bonaire waar te nemen. Wel zijn er meer Venezolanen die naar Aruba, Curaçao en Bonaire komen om inkopen te doen of voor toerisme.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven