29 651
UNCTAD

nr. 4
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2008

Hierbij zenden wij U het verslag van de Koninkrijksdelegatie naar de 12e Ministeriële UNCTAD Conferentie te Accra, Ghana, 20–25 april jl. We hebben goed notie genomen van de brief van de vaste Commissie van Economische Zaken (08-EZ-B-30, d.d. 23 april 2008), waarin terecht ongenoegen werd geuit, over het tijdstip van aanlevering van de Instructie voor deze Ministeriële Conferentie.

De staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A. G. Koenders

Inleiding

Van 20 tot en met 25 april had de twaalfde United Nations Conference on Trade and Development (UNCTAD XII) plaats te Accra, Ghana. Het hoofdthema van de conferentie betrof de kansen en uitdagingen die globalisering biedt voor ontwikkeling.

Tijdens UNCTAD XII kwamen vier subthema’s aan de orde:

– Bevorderen van coherentie op alle niveaus ten behoeve van duurzame economische ontwikkeling en armoedebestrijding in mondiale beleidsvorming, waaronder de bijdrage van regionale benaderingen

– Sleutelissues van handel en ontwikkeling en de nieuwe realiteit van de geografie van de wereldeconomie

– Verstevigen van een enabling environment op alle niveaus voor het versterken van productiecapaciteit, handel en investering: mobiliseren van middelen en aanwenden van kennis voor ontwikkeling

– Versterken van UNCTAD: bestendigen van UNCTAD’s rol in ontwikkeling, impact en institutionele effectiviteit.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Bert Koenders, was in Accra van 20 tot 23 april. Zijn programma bestond uit deelname aan enkele onderdelen van de conferentie, het «World Investment Forum», een side-event over biobrandstoffen en enkele bilaterale gesprekken. Ook verzorgde de Nederlandse Ambassade te Accra programmaonderdelen met betrekking tot de bilaterale relaties met Ghana.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Frank Heemskerk, nam de delegatieleiding over op 24 en 25 april. Zijn programma bestond ook uit deelname aan onderdelen van de conferentie, een side-event over MVO en enkele bilaterale gesprekken. Verder verzorgde de Ambassade te Accra enkele programmaonderdelen met betrekking tot het Nederlandse bedrijfsleven in Ghana.

Verslag

Veel aandacht ging uit naar de actuele problematiek van hoge voedsel- en grondstoffenprijzen. Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki Moon, deed een dringend beroep op landen om niet over te gaan op protectionistische maatregelen. Hij kondigde aan een VN-brede Task Force in te stellen om de voedselproblematiek aan te pakken.

In het kader van het «World Investment Forum» werd een werklunch van de «Investment Advisory Council» gehouden waaraan ministers (ook minister Koenders), CEOs van multinationals, UNCTAD en enkele andere internationale organisaties deelnamen.

Aandacht ging uit naar de rol van buitenlandse investeringen (DBI) met betrekking tot de Millennium Ontwikkelingsdoelen (MDGs), het belang investeringsstromen van extractieve industrieën in Afrika te verleggen naar agro-industrie, infrastructuur en industriële productie, het belang van DBI voor versterking van voedselproductiecapaciteit in de armste landen, beleidsuitdagingen in het licht van de snel veranderende internationale investeringsomgeving (opkomst Zuiden, hernieuwd protectionisme), en de bijdrage van DBI aan wereldwijde inspanningen ter bescherming van het milieu. Het belang van betere aanwending van het potentieel van DBI ter werkgelegenheidscreatie en armoedebestrijding, vooral in Sub-Sahara Afrika, werd benadrukt.

Minister Koenders nam deel aan een panel over «globalisering, ontwikkeling en armoedebestrijding: de sociale en gender dimensie» waarin onder meer ook de president van Finland, mevrouw Halonen, zitting had. Minister Koenders noemde een viertal prioriteiten: langere termijn beleid en inspanningen; geen «one size fits all» benadering en meer aandacht voor beleidsruimte voor ontwikkelingslanden; evenwichtige economische groei; regionale integratie, waarbij de EU en andere ontwikkelde landen meer steun zouden kunnen en moeten bieden.

In zijn toespraak als bijdrage aan het «General Debate» benadrukte minister Koenders dat meer actie nodig is ter bestrijding van de gevolgen van de kredietcrisis, stijgende prijzen van grondstoffen, en onvoldoende financiering voor het bereiken van de MDGs. Betere integratie van ontwikkelingslanden in het wereldhandelssysteem is hard nodig, o.a. door meer en beter gecoördineerde Aid for Trade. Minister Koenders vroeg ook aandacht voor «Non Trade Concerns».

Nederland, UNCTAD en de ontwikkelingsorganisatie CORDAID organiseerden een side-event over biobrandstoffen. Hiervoor was veel belangstelling. Minister Koenders wees in zijn inleiding op de vele politieke en sociale dilemma’s rondom voedselprijzen, duurzaamheid en biobrandstoffen. De aanwezige ontwikkelingslanden gaven aan zich zorgen te maken over de verschillende aspecten van duurzaamheid en stelden samenwerking bij het opstellen van certificeringeisen e.d. op prijs.

Staatssecretaris Heemskerk nam deel aan een paneldiscussie over het «aanwenden van kennis en technologie voor ontwikkeling», waarin o.a. vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven (Microsoft, Intel), ontwikkelingslanden (Thailand, Mauritius, Ghana) en tijgereconomieën (Maleisië) plaats namen. Helaas kwam de discussie niet verder dan een reeks weinig verrassende speeches. Staatssecretaris Heemskerk ging in op de bijdrage die de overheden van ontwikkelde landen kunnen leveren aan het aanwenden van kennis en technologie voor ontwikkeling. Hij noemde in dit kader de PSOM regeling als concreet voorbeeld.

UNCTAD heeft een programma genaamd EMPRETEC dat trainingen geeft aan midden- en kleinbedrijf (MKB) in ontwikkelingslanden. EMPRETEC is een geïntegreerd capacity building programma ter bevordering van ondememerschap. Staatssecretaris Heemskerk was gastheer van de lancering van een nieuwe fase van dit succesvolle programma.

In het programma was veel aandacht voor het Nederlandse bedrijfsleven in Ghana. Staatssecretaris Heemskerk heeft twee bedrijven kunnen bezoeken. De eerste was een PSOM project genaamd Watch, waarbij een Nederlandse en een Ghanese ondernemer samen een beheer, opslag en reparatie faciliteit voor (koel)containers hebben opgezet in de haven van Tema. Vooral de succesvolle inzet en overdracht van technologische kennis viel hierbij op. Het tweede bedrijf dat werd bezocht was cacaoverwerkingsbedrijf Barry Callabout, een technologisch hoogstaande fabriek. Tijdens een informele bijeenkomst met het Nederlandse bedrijfsleven in Ghana, georganiseerd door de Ambassadeur, was er ruime gelegenheid om over de kansen en uitdagingen van ondernemen in Ghana verder te praten.

Een van de meest interessante onderdelen van het programma was een rondetafelgesprek met het Nederlands bedrijfsleven in Ghana over de praktijk van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en ketenverantwoordelijkheid in een ontwikkelingsland. Er werd openhartig gesproken over de uitdagingen en mogelijke oplossingen betreffende Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en ketenverantwoordelijkheid in een ontwikkelingsland. Ter sprake kwam onder andere hoe om te gaan met corruptie, het verbeteren en controleren van arbeidsomstandigheden en milieu aspecten.

Philips organiseerde en marge van de conferentie een lunch evenement over haar MVO beleid. Staatssecretaris Heemskerk gaf ter inleiding van deze bijeenkomst een presentatie over zijn beleid om MVO ook buiten de Nederlandse grenzen te stimuleren en gaf vier voorwaarden voor ontwikkeling: ondernemingszin, gezond investeringsklimaat, eerlijke handel en MVO. Deze voorwaarden werden door de overige panelleden onderschreven.

Slotverklaring

De onderhandelingen in Genève in het Voorbereidend Comité verliepen zeer moeizaam. Ontwikkelingslanden (G77) stonden veelal diametraal tegenover de VS, terwijl de EU vaak een middenpositie innam. Tijdens de onderhandelingen in Accra werden compromissen uitgewerkt die uiteindelijk op 24 april door alle betrokkenen werden aanvaard. Vanuit EU en Nederlands perspectief kan het volgende worden opgemerkt:

– Alle thematische prioriteiten van de EU zijn overgenomen: Zuid-Zuid handel en regionale integratie, grondstoffen en handel in natuurlijke bronnen, Aid voor Trade en investering en competitie. Ook de focus op Afrika en de minst-ontwikkelde landen is opgenomen;

– Ontwikkelde landen wensten het begrip «good governance» nadrukkelijk in de tekst op te nemen, maar dit stuitte op bezwaren van de G77. In de slottekst wordt het enkele malen genoemd.

– De G77 stonden een ruime interpretatie van het begrip beleidsruimte («policy space») voor. In de slottekst wordt «policy space» zodanig omschreven dat het recht doet aan de opvatting dat ontwikkelingslanden ruimte moet worden gelaten voor eigen keuzes gezien de verschillende uitgangssituaties;

– Ontwikkelde landen wilden dat UNCTAD zich concentreert op de bestaande prioriteiten, terwijl de ontwikkelingslanden het mandaat juist breed willen opvatten. Verwijzingen naar de rol van UNCTAD t.a.v. nieuwe onderwerpen zoals migratie en klimaat werden weliswaar opgenomen, maar geclausuleerd met voorwaarden dat deze rol ingeperkt moet worden tot wat binnen het mandaat van UNCTAD valt, dat duplicatie met het werk in andere fora wordt vermeden en samen wordt gewerkt met andere organisaties;

– De ontwikkelde landen drongen sterk aan op het hervormen van UNCTAD. De meeste wensen op dit punt zijn gehonoreerd: aandacht van UNCTAD voor doorsnijdende thema’s als «gender equality», waarborgen van complementariteit van de activiteiten van UNCTAD, een betere integratie van UNCTAD’s technische assistentie in de twee andere pijlers van UNCTAD’s werk (onderzoek en analyse. en het forum voor intergouvernementeel debat, gericht op consensus), en betere integratie van UNCTAD in de operationele activiteiten van het VN-systeem (One UN);

Al met al is de uitkomst een redelijk evenwichtig document dat een goede basis vormt voor het werk van UNCTAD en vooral de noodzakelijke hervorming van de organisatie in de komende jaren. De volledige slottekst, evenals andere informatie over de conferentie is te vinden op www.unctadxii.org

Commentaar

UNCTAD XII bracht -conform verwachting- geen verrassende uitkomsten of internationale doorbraken. Voor minister Koenders en staatssecretaris Heemskerk waren een beperkt aantal relevante gesprekspartners aanwezig.

De platformfunctie van de conferentie werd deels naar behoren benut, bijvoorbeeld in het geval van discussie over relevante thema’s als de voedsel- en grondstoffenproblematiek. Echter, veel van de bijeenkomsten waren zeer statisch en nauwelijks beleidsoplossingsgericht. Al met al werd het beeld bevestigd dat voor veel -met name ontwikkelde- landen de UNCTAD aan belang heeft ingeboet. De potentiële relevantie van UNCTAD wordt breed erkend. UNCTAD’s toegevoegde waarde ligt vooral in analyse en technische assistentie op het gebied van handel en investeringen, gericht op integratie van ontwikkelingslanden in het wereldhandelssysteem. In het Accra akkoord is een poging gedaan prioriteiten te stellen. UNCTAD zal nu serieus werk moeten maken van het hervormingsproces, met de aanbevelingen van het «Panel of Eminent Persons» als uitgangspunt.

Naar boven