29 648
Het Nederlandse internationale aids-beleid

29 200 V
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2004

nr. 3
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 11 augustus 2004

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken1 heeft op 29 juni 2004 overleg gevoerd met minister Van Ardenne-van der Hoeven voor Ontwikkelingssamenwerking over:

– de brief van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking d.d. 25 mei 2004 houdende de eerste nationale voortgangsrapportage van de achtste Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen (MDG-8) (BuZa-04-182);

– de brief van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking d.d. 27 mei 2004 ten geleide van de Aidsnotitie (29 648, nr. 1);

– de brief van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking d.d. 14 juni 2004 houdende de uitwerking van de Aidsnotitie (29 648, nr. 2);

– de brief van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking d.d. 28 mei 2004 ten geleide van het beleidskader Cultuur en Ontwikkeling (29 200 V, nr. 84).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

Mevrouw Tjon-A-Ten (PvdA) vindt het jammer dat de bij de behandeling van de begroting 2003 al aangekondigde Aidsnotitie tot eind mei op zich heeft laten wachten, maar zij is tevreden over het duidelijke standpunt van de minister om zowel in condooms als in medicijnen te willen investeren. De minister maakt hiermee duidelijk dat zowel preventie als behandeling noodzakelijk is.

Het is goed dat de minister conform de wens van de Kamer het budget voor aidsprogramma's verdubbelt, maar het tempo waarin deze verdubbeling plaatsvindt mag voor haar fractie veel hoger zijn, gezien de infectiepercentages. Er zal wellicht in 2006 opnieuw moeten worden overwogen om het aidsbudget te verdubbelen. Heeft de minister al plannen in die richting?

De minister heeft inhoudelijk steeds de koppeling gemaakt tussen seksuele en reproductieve gezondheidszorg en rechten en hiv/aids, maar deze relatie komt slechts in 3 van de 77 genoemde items naar voren in de uitwerking van de Aidsnotitie. Zijn de consequenties van de integratie tussen seksuele en reproductieve gezondheidszorg en rechten en hiv/aids voldoende doorgedrongen? Deze belangrijke beleidskeuze vergt een doordachte vertaling van het beleid en bijstelling van de budgetten. Hoeveel middelen worden ter beschikking gesteld voor geïntegreerde preventieactiviteiten?

De keuze om meer te investeren in het ontwikkelen van vaccins en microbiciden betekent dat de minister langetermijnoplossingen even noodzakelijk vindt als investeringen in preventie en behandeling. Haar fractie heeft nadrukkelijk hiervoor gepleit, maar zij vindt het langetermijndenken en de aandacht voor de sociale effecten onvoldoende terug wanneer het gaat om orphans and other vulnerable children, OVC's. Deze groep kinderen en hun rechten zijn te weinig zichtbaar. My sister or brother who fathered, mothered, sistered or brothered me heeft specifieke aandacht en behoeften en moet die focus ook krijgen. Welke vooruitgang is concreet geboekt om de problematiek van de OVC's integraal onderdeel te laten zijn van het hiv/aidsbeleid? Hoe krijgt het recht op onderwijs inhoud en invulling, wanneer minderjarigen, vooral meisjes, zorgtaken op zich moeten nemen? De minister verhoogt de bijdrage aan UNICEF, maar waar blijft de eigen Nederlandse inbreng? Er is in de notitie verder onvoldoende aandacht voor mensen met een lichamelijke handicap en mensen met communicatieproblemen, zoals doven, blinden en mentaal gehandicapten. Er zijn signalen dat de hiv/aidsprevalentie bij deze groepen hoger is. Is de minister bereid om in aanvulling op de Aidsnotitie een nadere uitwerking van het voorgestelde beleid te maken voor deze groepen en de Kamer daarover uiterlijk op prinsjesdag te informeren?

Haar fractie heeft tijdens de begrotingsbehandeling al haar grote zorg geuit over de toenemende conservatieve krachten die leiden tot het stellen van vergaande voorwaarden aan preventieprogramma's. Landen stellen hun aidspreventieprogramma's bij conform de Amerikaanse wens. Ervaringen in verschillende landen laten zien welke gevolgen de rigoureus doorgevoerde verticale hiv/aidsprogramma's van US AIDS hebben. De minister zegt zowel in preventie als behandeling te willen investeren en afstand te nemen van het rigoureuze Amerikaanse beleid. De PvdA-fractie vindt dat Nederland zich tijdens het EU-voorzitterschap ten zeerste moet inspannen om de negatieve gevolgen van het Amerikaanse beleid in ontwikkelingslanden, ook in financieel opzicht, op te vangen. Hoe denkt de minister dit probleem in samenwerking met andere EU-lidstaten in het kader van het Voorzitterschap verder uit te werken? Is de minister bereid om binnen het IMF en op de posten actief de discussie te voeren over de gevolgen van macro-economische doelstellingen voor noodzakelijke uitgaven in de opbouw van een goed functionerende zorginfrastructuur, nodig voor effectieve bestrijding van ziektes zoals hiv/aids en het behalen van de gezondheidsgerelateerde Millennium Development Goals, MDG's? Zo ja, op welke termijn?

De notitie over Cultuur en Ontwikkeling erkent de rol van de religieuze organisaties in de opvang van aidswezen en de zorg voor hiv-geïnfecteerden, maar er is onvoldoende erkenning voor de rol die traditionele culturele gebruiken en opvattingen spelen bij de overdracht van aids. Hoe denkt de minister een effectieve dialoog tussen overheden, religieuze organisaties en traditionele leiders op gang te brengen? Dit vergt een specifieke maatwerkaanpak via de posten, die de lokale gebruiken kennen en kunnen aangeven welke culturele kwesties een rol spelen.

De minister heeft gewezen op de aidsgerelateerde opmars van de resistente vormen van tbc. Hoe wil de minister dit probleem concreet gaan aanpakken?

De minister wil verder investeren in capaciteitsproblemen die in belangrijke sectoren ontstaan door aids. Zij wijst in de MDG-8-rapportage op de capaciteitsproblemen ten gevolge van migratie. Volgens haar fractie wegen de voordelen van kennisontwikkeling en remittances niet op tegen de nadelen van het vertrek van het kleine aantal gekwalificeerde krachten in de gezondheidszorg. Op welke wijze denkt de minister het door aids ontstane capaciteitsprobleem te gaan aanpakken?

Ziet de minister kans om ook op het vlak van hiv/aids in de partnerlanden donorcoördinatie te stimuleren?

De minister wil het omruilen van spuiten bij druggebruikers tot een speerpunt van het aidsbeleid maken. Het ministerie van WVS werkt aan implementatie van de tijdens het Ierse EU-voorzitterschap opgestelde Dublindeclaration, waarin duidelijke standpunten zijn opgenomen. Werkt het ministerie van Buitenlandse Zaken ook aan deze implementatie? Dienen de aanbevelingen uit de Declaration ook als uitgangspunt bij de voorbereiding van de landenconferenties die tijdens het EU-voorzitterschap zullen plaatsvinden in Vietnam en China?

Mevrouw Karimi (GroenLinks) spreekt haar grote zorg uit over het feit dat aids langzamerhand een wereldwijde epidemie aan het worden is. De Commissie heeft kort geleden in Genève een aantal verhelderende gesprekken gevoerd met de WHO, UNAIDS en Global Fund. Volgens de laatste cijfers hebben 34 tot 46 miljoen mensen met hiv/aids te maken. Daarbij zijn regio's als Noord-Afrika en het Midden-Oosten nauwelijks toegankelijk voor deze organisaties, terwijl er evenmin betrouwbare gegevens voorhanden zijn over deze gebieden. Ziet de minister mogelijkheden om dit onderwerp in EU-verband en in de Middellandse Zeecontacten prominent aan de orde te stellen?

Uit de gesprekken blijkt dat het zorgpunt niet alleen de mondialisering van de epidemie is, maar ook de sterke stijging van het aantal ziektegevallen in Oost-Europa en Centraal-Azie. Er blijkt in de Baltische staten veel sekstoerisme te zijn uit Scandinavische landen. Door het vrije verkeer van personen slaat de ziekte over naar de landen van de Europese Unie. De EU dient hier haar verantwoordelijkheid te nemen. De DG van UNAIDS heeft gepleit voor het aanwijzen van een Europese commissaris die verantwoordelijk is voor het aidsbeleid. Hoewel de EU een van de grotere donoren is, denkt zij nauwelijks mee in de internationale organen die het beleid coördineren. Is de minister tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de EU bereid om te pleiten voor een Europese commissaris voor aidsbeleid in de nieuwe EC en voor het meedoen van de EU aan UNAIDS?

Dat vooral de vrouwen op dit moment bij hiv/aids betrokken zijn, heeft direct te maken met hun positie. Hier spelen elementen als de cultuur en de reproductieve gezondheidszorg een rol. Waarom wordt in de Aidsnotitie zo weinig aandacht besteed aan de positie van vrouwen? Welke maatregelen gaat de minister op dit gebied nemen?

In de notitie staat dat de medicijnencoctail voor de behandeling van aids 140 dollar per jaar kost. Volgens de hulporganisaties is de prijs nog steeds 300 dollar per jaar. Welke initiatieven gaat de minister op dit vlak nemen?

Mevrouw Karimi is blij dat de minister zegt dat de regering aids als een prioriteit ziet en de middelen hiervoor in de periode tot 2007 wil verdubbelen. Uit het gesprek met Global Fund blijkt echter dat de bedoeling van het initiatief van Kofi Annan was dat er 10 mld extra zou komen bovenop het geld dat al beschikbaar is. Het bedrag van 1 mld dat nu binnen is, is veel te weinig. Wil een aparte organisatie als Global Fund zinvol zijn, dan is 8 mld tot 10 mld nodig. Ook Nederland blijft dit jaar 200 mln onder de 0,8% BNI voor ontwikkelingssamenwerking. Zij vindt het onacceptabel dat er 200 mln van de OS-middelen wordt afgehaald, terwijl er tot nu toe ook geen additionele middelen ter beschikking zijn gesteld. Gaat de minister hier iets tegen ondernemen?

Kan de minister iets vertellen over de ervaringen met de aidsambassadeur? Wat is de meerwaarde voor het Nederlandse beleid tot nu toe?

De heer Van Bommel (SP) spreekt zijn waardering uit voor de eerlijke en heldere notitie, waarin ook over de tekortkomingen in het Nederlandse beleid en op het internationale vlak gesproken wordt. De cijfers in de notitie stemmen buitengewoon somber. Er zullen bovendien de komende tien jaar nog eens 45 miljoen mensen met hiv/aids bijkomen, waarvan 70% in Afrika. Daar staat tegenover dat er in de strijd tegen hiv/aids van 1998 tot 2003 een vertienvoudiging van de middelen heeft plaatsgevonden en dat de prijs van aidsremmers in drie jaar met 95% is gedaald. Nederland geeft in de WTO het goede voorbeeld met het TRIP's besluit van augustus 2003 om te komen tot goedkopere aidsremmers voor ontwikkelingslanden. Hij prijst de minister vanwege het feit dat zij tot een snelle en loyale implementatie wil overgaan.

Het gaat erom te zoeken naar praktijken die we kunnen versterken, verruimen, exporteren. Hij is daarom blij met de aanstelling van een aidsambassadeur. Kan de minister iets zeggen over het takenpakket en de wijze waarop de Kamer het werk van de ambassadeur jaarlijks kan beoordelen?

Het feit dat in Oeganda het aantal hiv/aidsgevallen van 15% naar 5% is gegaan, is verheugend. Dit is te danken aan een actieve en eerlijke opstelling van de regering, gekoppeld aan goede voorlichting en behandeling. Dit beleid zal via de Afrikaanse lijn verder moeten worden uitgedragen, versterkt en geëxporteerd. Hij heeft het idee dat de minister daarbij de helpende hand wil bieden.

Er zijn ook punten van kritiek. Het is zaak dat de tekortkomingen in het beleid worden weggenomen. Er blijft een spanning bestaan tussen de ziektegerichte en de integrale aanpak. Het is belangrijk dat Nederland werk blijft maken van zijn rol om op het vlak van donorcoördinatie en sectorbeleid het goede voorbeeld te geven. Voorkomen is beter dan genezen. Hij is absoluut geen voorstander van het volgen van de conservatieve Amerikaanse lijn. Het is belangrijk om een open debat te voeren met landen waar andere culturen andere gebruiken voorschrijven. De VS heeft inmiddels een slechte naam gekregen op het vlak van hiv/aidsbestrijding. Het is van groot belang dat Nederland het debat hierover met de VS aangaat. Het conservatieve Amerikaanse beleid van seksuele onthouding is niet op de praktijk toegesneden. Hij is blij dat de minister condoomgebruik durft te propageren.

De ontwikkelde landen moeten werken aan een enabling environment in de probleemgebieden. Welke stappen kunnen er op dit front nog gezet worden?

Hij is het niet eens met het oprekken van de ODA-norm. Hij is bang dat Nederland op het vlak van de bestrijding van dit grote probleem terrein zal verliezen. Hij zal de minister hierop blijven aanspreken.

De toegang tot schoon en veilig drinkwater is een belangrijk element in de preventie, de gezondheidszorg en het dagelijkse leven van mensen. Hier moet vooruitgang geboekt worden. Er moet wereldwijd voor gezorgd worden dat drinkwater geen onderwerp wordt van winstbejag.

Hij kan zich voorstellen dat de VS en Nederland op organisatorisch gebied kunnen samenwerken bij de aanpak van het hiv/aidsbeleid. Hij is echter bang dat deze samenwerking aan Nederlandse kant geloofwaardigheidsproblemen zal opleveren, omdat de beleidsdoelen van beide landen erg ver uiteenlopen. Als de VS op basis van het feit dat klinieken ook abortus plegen besluit om de financiering in te trekken, is Nederland dan bereid om financieel bij te springen bij het dichten van de gaten in de bestrijding van hiv/aids?

Hij is het eens met de opmerking van de minister in de MDG-8-notitie dat de landbouw bij de armoedebestrijding de belangrijkste sector is. De hervorming van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU verloopt traag. De minister stelt dat na verloop van tijd de subsidies in het Europa van de 25 effectief zullen zijn gereduceerd. Kan de minister hierbij een tijdpad aangeven?

Hij vindt het van groot belang dat de schuldsanering in de ontwikkelingslanden anders en beter gaat verlopen. Er wordt in Afrika meer betaald aan rente op schulden dan er geld beschikbaar is voor de gezondheidszorg. Er is sprake van onbeheersbare schulden. Er is een initiatief van de Wereldbank en het IMF dat tot een analyse van de schuldbeheersbaarheid komt. Wanneer zal Nederland erin slagen te bereiken dat er geen bilaterale hulp meer wordt verstrekt in de vorm van leningen? De schuldenlast vormt niet alleen voor de allerarmste landen maar ook voor de landen die net boven dit niveau zitten, een grote belemmering om vooruit te komen.

De heer Dittrich (D66) sluit zich aan bij de over de Aidsnotitie gemaakte opmerkingen en gestelde vragen. Op een aidsbijeenkomst waarbij ook de aidsambassadeur aanwezig was, heeft prof. Lange het voorstel gedaan om in Afrikaanse landen waar de regimes veelal corrupt zijn en niet adequaat reageren op de aidsepidemie bij voorkeur samen te werken met ngo's, de private sector en het Nederlandse of internationale bedrijfsleven, bijvoorbeeld Farm Access International. Hoe staat de minister hiertegenover?

De internationale op zich goede doelstelling om in 2005 drie miljoen mensen te behandelen voor hiv/aids, lijkt hem erg optimistisch. Hoe ziet de minister dit?

Hij sluit zich aan bij de al gemaakte opmerkingen over de samenwerking tussen Nederland en de Verenigde Staten op het gebied van de bestrijding van hiv/aids.

Het is funest dat werkers in de gezondheidszorg wegtrekken uit deze landen naar andere landen in de regio of naar Europa. De regering moet er van alles aan doen om dat te voorkomen. Kan de minister hierop reageren?

Hij waardeert het beleidskader Cultuur en Ontwikkeling, omdat de aandacht voor cultuur en identiteit in een ontwikkelingsland zeer belangrijk is voor het zelfvertrouwen en het formuleren van het eigen beleid. De minister kiest ervoor om de financiering via de ambassades en de thematische medefinancieringsorganisaties, TMF's te laten lopen. Op welke wijze kan via TMF een beroep worden gedaan op de gelden? Wordt een bepaald deel van TMF gereserveerd voor het beleidskader Cultuur en Ontwikkeling? Zo ja, om hoeveel geld gaat het? Kunnen filmfondsen als het Hubert Balsfonds en het Jan Vrijmanfonds in de toekomst rekenen op een bijdrage uit de TMF?

Een groot deel van de financiering wordt op dit moment gereserveerd voor het Prins Clausfonds waaraan indertijd een financiële toezegging is gedaan voor tien jaar. Kan de minister ingaan op het advies van de visitatiecommissie onder leiding van Aad Nuis om het fonds in de toekomst meer te vermaatschappelijken?

Hij pleit er tot slot voor om de kleine cultuurprojecten die niet via de ambassade of TMF lopen maar in ontwikkelingslanden veel in gang kunnen zetten, niet buiten de boot te laten vallen.

De heer Van der Staaij (SGP) spreekt waardering uit voor de krachtige inzet van de minister voor de aidsbestrijding en verdubbelen van de financiële middelen in de periode tot 2007. Uit de cijfers blijkt de omvang en de ernst van de epidemie, terwijl de notitie een goed inzicht in de problematiek biedt. Hij mist echter in de nota de aandacht voor de ethische aspecten van aidsbestrijding. Er is een gedragsverandering nodig om van aidsbestrijding een succes te maken. De minister geeft aan dat onveilige seksuele contacten wereldwijd de belangrijkste factor zijn bij de verspreiding. Hij wil daaraan toevoegen: ook wisselende seksuele contacten. Er wordt met deze gegevens te weinig gedaan. In een nota van oud-staatssecretaris Dees van WVC uit 1987 staat al: Aids confronteert veel mensen met de normen en waarden op het gebied van relaties, seksualiteit en druggebruik en leidt onvermijdelijk tot een nadere bezinning op deze punten. De heer Van der Staaij vraagt zich af wat er van deze bezinning terecht is gekomen. Er wordt geen recht gedaan aan het appel tot gedragsverandering dat van deze epidemie uitgaat. Het getuigt van durf om het seksuele gedragspatroon van mensen niet alleen als uitgangspunt te nemen bij het zoeken naar oplossingen maar het ook ter discussie te durven stellen. Hij heeft in het notaoverleg van 17 november gesproken over de A en de B, Abstain en Be faithful in de ABC-formule. Een aantal woordvoerders heeft hier nadrukkelijk afstand van genomen. Zijn fractie vindt dat «onthouding» en «trouw zijn» zich uitdrukkelijk richten op gewenst gedrag. Zou de AB-formule geen deel van de oplossing kunnen zijn? Hij vindt het jammer dat de discussie te veel gepolariseerd is. De minister noemt als knelpunt dat de conservatieve politieke en religieuze leiders een eenzijdige focus op «onthouding» en«partnertrouw» promoten. Betekent de opmerking van de minister dat er op zichzelf een ruimte wordt gezien voor de AB-formule in een evenwichtig programma? Hij vindt dat de ethische component een volwaardige plaats moet hebben in het aidsbeleid. Is het geen zaak om de Afrikaanse mannen die niet trouw zijn in het huwelijk daarop aan te spreken? Hij stelt voor om het beleid bij te stellen en de AB-formule serieus te nemen, los van de vraag hoe je over het gebruik van condooms denkt. Hoe kijkt de minister hier tegenaan?

Nederland geeft in relatieve en absolute termen veel geld uit aan aidsbestrijding. Spoort de minister andere westerse landen aan om hun bijdrage te vergroten?

Het is noodzakelijk om te proberen de trend van de sterke toename van aids in Oost-Europa en Centraal-Azie te keren. Omdat de meeste landen hier geen officiële ontwikkelingslanden zijn, bestaan slechts beperkte mogelijkheden voor financiering van specifieke aidsprogramma's. Wat gaat de minister doen om deze belemmeringen uit de weg te ruimen? Wat wordt gedaan tegen intraveneus druggebruik in deze landen?

De heer Szabó (VVD) maakt uit de brief van de minister over de achtste Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen, MDG-8 op dat er in alle landen een economische groei nodig is van 7%, dat er meer geld moet komen en dat er nog veel moet gebeuren om in 2015 de doelstellingen te halen. De Nederlandse regering doet het verzoek om de inspanningen te vergroten. Wat verwacht de minister van het resultaat van de tussentijdse evaluatie van de VN in 2005? Zijn fractie ziet het somber in.

Welke acties gaat de minister ondernemen om de millenniumdoelstellingen voor Sub-Sahara-Afrika alsnog te behalen? Hoe reëel zijn deze acties? Welke additionele inspanningen moeten Nederland en de andere landen hiervoor plegen? Hij vindt het niet goed dat de andere landen niet voluit mee doen en dat Nederland steeds de rekening gepresenteerd krijgt.

Hij heeft gelezen dat het rapport van de VN van 2005 ook aan het Nederlandse publiek zal worden gepresenteerd om de discussie over het nationale ontwikkelingsbeleid een stimulans te geven, verantwoording af te leggen en de maatschappelijke betrokkenheid bij de Millenniumdoelstellingen te vergroten. Het lijkt hem dat een organisatie als de NCDO ervoor is om de discussie rond dit soort onderwerpen te stimuleren. De NCDO krijgt jaarlijks 20 mln. Ook andere ngo's geven veel geld uit aan websites, congressen en seminars. Hoeveel geld gaat het voeren van een dergelijke discussie additioneel kosten?

De WHO en de Wereldbank maken terecht een koppeling tussen hiv/aids en tbc. Er sterven ten gevolge van aids 3 miljoen mensen per jaar en ten gevolge van tbc 2 miljoen. De Kamer heeft in haar motie niet alleen gevraagd om de inspanning voor aids te verdubbelen maar ook voor tbc. Kan de minister de additionele inspanningen in het kader van tuberculose nader specificeren?

Wat zijn de lessons learned in Oeganda en hoe gaat de minister deze implementeren in het toekomstige beleid, uitgaande van 270 mln voor toekomstige aids en tbc-bestrijding?

Zijn fractie vindt dat de inzet van de aidsbestrijding primair gericht moet zijn op voorlichting door de nationale regeringen en verder op de verantwoordelijkheid van het lokale en internationale bedrijfsleven. Voor zijn fractie is seksuele gedragsverandering prioriteit nummer een. Het probleem van de veelwijverij moet hard worden aangepakt, inclusief condooms.

Hoe zal het US Netherlands AIDS Cooperation Plan worden geïmplementeerd? Er is een uitgebreide discussie gevoerd over de slechte kenmerken van het Amerikaanse beleid. Kan de minister iets positiefs zeggen over de samenwerking en de wijze waarop de 270 mln en de 15 mld aan elkaar gerelateerd zijn?

Hij vindt het bedrag van 6,5 mln dat jaarlijks voor het programma Cultuur en Ontwikkeling wordt uitgetrokken een relatief en absoluut gezien klein bedrag. Overal een klein beetje doen is hetzelfde als overal niets doen. Kunnen de activiteiten rond cultuur en ontwikkeling niet geconcentreerd worden in minder landen? Het geld kan anders beter ergens anders aan besteed worden. De ngo's voeren ook activiteiten uit rond cultuur, die niet uit het cultuurbudget betaald worden.

Mevrouw Ferrier (CDA) vindt het een goede zaak dat Nederland als eerste met een verantwoording komt over de achtste millenniumontwikkelingsdoelstellingen. Uit de verantwoording blijkt dat niet op alle terreinen voortgang is geboekt. Kan de minister aangeven op welke terreinen weinig of geen voortgang is geboekt? Waar ligt dat aan en wat denkt de minister daaraan te kunnen doen?

Wat de verantwoording van een donorland aan ontwikkelingslanden betreft, is Nederland een trendsetter. Dit is een rol die ons land in ontwikkelingssamenwerking goed past. Zij zou het toejuichen als Nederland als voorzitter van de EU de rol van trendsetter vasthoudt en ervoor pleit dat de EU-landen de belofte die zij hebben gedaan over de 0,7% BNP die zij aan ontwikkelingssamenwerking zouden besteden, even serieus op de agenda zetten als het begrotingstekort. De 0,7% BNI zou een hard punt moeten zijn, waarop landen worden aangesproken en afgerekend. De minister zou kunnen voorstellen om op het niet nakomen hiervan eventueel sancties te zetten.

In de notitie is bewust gekozen voor inzet op de minst ontwikkelde landen en Sub-Sahara-Afrika. Er wordt tegelijkertijd gestreefd naar effectiviteit door het terugdringen van het aantal landen en sectoren door meer en betere coördinatie en door de afstemming met het beleid en de procedures van de ontwikkelde landen. Hier zit volgens sommigen een tegenstrijdigheid in. De keuze voor Sub-Sahara-Afrika en de minst ontwikkelde landen is een keuze voor beleid dat per definitie minder meetbaar effectief is dan de keuze voor landen waar het bedrijfsleven en de economie een vruchtbare investeringsbodem vinden. Op grond waarvan denkt de minister dat haar beleid ondanks de landenkeuze meetbaar effectief zou kunnen zijn? Kan zij iets meer zeggen over het monitoringsysteem dat eind dit jaar klaar zal zijn? Welke Millenniumdoelstellingen zullen gemonitord worden en wie heeft de keuze bepaald?

Nederland wil op het gebied van de schuldenlast niet meewerken aan situaties van moral hazard en streeft een analyse van de houdbaarheid van schulden na. Hoe doen andere landen dit? Speelt Nederland op dit gebied ook een voortrekkersrol? Wordt de debt sustainability analysis methode ook door andere landen gebruikt?

Hoe staat het met de voortgangsrapportages van andere landen die zich verplicht hebben aan de millenniumdoelstellingen? Welke EU-lidstaten zijn voorstander van een dergelijke rapportage? Welke EU-lidstaten niet en op grond waarvan? Heeft Nederland overleg gevoerd met deze landen? In hoeverre kan de Nederlandse rapportage als gemeenschappelijk model dienen? Hoe is het rapport in Sao Paulo ontvangen?

De minister ziet een rol weggelegd voor de VN op het gebied van het standaardiseren en analyseren van gegevens. Ziet de VN die rol ook? Wat is er al ontwikkeld op dit gebied? Kan de minister toezeggen dat de Kamer de reacties van de ontvangende landen op dit rapport krijgt? Zo ja, op welke termijn kan de Kamer deze reacties verwachten?

Er overlijden nog altijd meer kinderen aan diarree en meer mensen aan malaria dan aan hiv/aids. Haar zorg is dat door de focus op aids het hele basisgezondheidssysteem ontwricht en uitgehold kan raken. Hoe denkt de minister het voortbestaan van de fundamentele basisgezondheidszorg en de eigen gezondheidszorgstructuren in landen in balans te brengen met de enorme aandacht voor aids?

De toename van aids en resistente tbc in Oost-Europa en Centraal-Azie is een punt van grote zorg. UNAIDS, WHO en Global Fund hebben hun zorgen geuit. Zij heeft grote zorg over de toegankelijkheid van middelen, voorlichting en educatie in het Midden-Oosten en China. Welke stappen zijn op dit terrein genomen? Welke stappen neemt de EU om tot een nationale strategie te komen in de zojuist genoemde landen en in de nieuw toegetreden lidstaten?

Zij juicht het toe dat de minister het lef heeft om een focus te hebben op seksuele en reproductieve gezondheid en rechten bij de bestrijding van aids. De minister tracht zaken bespreekbaar te maken die in vele landen niet bespreekbaar zijn. Zij ondersteunt de minister en de aidsambassadeur hier van harte in. Kan de minister nader ingaan op het takenpakket van de aidsambassadeur?

De VS lijken een beleid na te streven dat haaks staat op de uitkomsten en aanbevelingen van de conferentie in Caïro. Hoe verhoudt zich dit tot de vernieuwende aspecten in het Nederlandse beleid? Hoe komen deze belangrijke en waardevolle uitgangspunten van het Nederlandse beleid tot hun recht in de samenwerking met de VS?

Heeft de minister al creatieve en innovatieve oplossingen van de ambassades gekregen en zo ja, kan zij de Kamer daarover informeren? Aids is niet alleen een probleem in partnerlanden maar ook in niet-partnerlanden. Behandeling moet in toenemende mate beschikbaar komen. In het Caribische gebied, Haïti en de Nederlandse Antillen is aids in toenemende mate een probleem. Wat is het beleid van de Nederlandse regering voor dit soort specifieke situaties?

Zij is teleurgesteld over de notitie over Cultuur en Ontwikkeling. Zij had gehoopt dat er in de notitie nader zou worden ingegaan op het brede aspect cultuur in processen van ontwikkeling. Zij zal hier nader op ingaan bij de behandeling van het hiv-advies over religie en ontwikkeling. Wanneer kan de Kamer dit advies verwachten?

Antwoord van de minister

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking wil beginnen met de beantwoording van de vragen en opmerkingen over de Aidsnotitie. Zij zal vervolgens ingaan op de MDG-8 en eindigen met de notitie over het beleidskader Cultuur en Ontwikkeling.

Het is bemoedigend te vernemen dat Kamerleden naar Genève zijn afgereisd om zich te laten informeren door organisaties als WHO, UNAIDS en Global Fund over de wijze waarop getracht wordt de wereldwijde hiv/aidsepidemie in bedwang te krijgen. Een van de millennium developmentdoelen sluit daarop aan. Nederland speelt een belangrijke rol in het ontwikkelen van ideeën en het financieren van plannen, maar er worden ook zeer vele fondsen gevuld dank zij particulier initiatief van mensen als Bill Gates en Bill Clinton. Ook fondsen van de Wereldbank en andere financiële instellingen worden op een nuttige wijze ingezet.

Er is conform de wens van de Kamer besloten om de gelden voor de aidsbestrijding te verdubbelen van 135 mln naar 270 mln in de periode tot 2007. Nederland heeft inmiddels een aidsambassadeur aangesteld. Het heeft er verder voor gekozen om in eigen huis en op de ambassades het aidsbeleid te verbreden door dit wereldwijd en niet alleen op de ontwikkelingslanden van toepassing te verklaren. Het feit dat aidsbestrijding een integraal onderwerp is geworden in het buitenlandse beleid betekent een nieuwe aanpak ten opzichte van de afgelopen periode. Aidsbestrijding is niet alleen gekoppeld aan armoedebestrijding, hoewel in alle landen van de wereld duidelijk zichtbaar is dat juist de armste mensen de preventieve en curatieve middelen die ze hard nodig hebben, moeten ontberen. Ook in Oost-Europa waar zeer veel trekarbeiders en activiteiten over de grens heen plaatsvinden, heeft de aidsepidemie toegeslagen. De Europese Unie en de Europese Commissie zullen daar in de komende tijd een zeer belangrijke rol moeten gaan spelen. Er is in februari onder Iers voorzitterschap in Dublin een speciale conferentie gewijd aan hiv/aids om het bewustzijn van de Europese Unie en de Europese Commissie te versterken, maar ook dat van de landen in Oost-Europa en binnen het nieuwe Europa van de 25. De Europese Unie is nog onvoldoende ingesteld op deze epidemie.

Er is in de nieuwe aanpak naar een verbreding en naar nieuwe gebieden gekeken. Er is ook gekeken naar nieuwe partijen zoals het bedrijfsleven, PPS-constructies en lokaal en internationaal bedrijfsleven. Nederland probeert voor de publieke activiteiten aansluiting te vinden op initiatieven die door bedrijven als Heineken en Ahold al eerder op dit gebied in gang zijn gezet.

Er is terecht nadruk gelegd op het specifieke belang van de aandacht voor aidswezen, niet alleen vanwege de opvang maar ook vanwege de positie van deze kinderen in de eigen samenleving. Nederland kan een bijdrage leveren om de positie van deze kinderen te versterken, maar de inzet van de eigen omgeving en de eigen overheden is bepalend voor de manier waarop deze kinderen een eigen leven kunnen opbouwen en toegang tot alle voorzieningen kunnen krijgen.

Een aantal woordvoerders heeft ervoor gepleit om bij de aidsbestrijding de nadruk te leggen op de samenwerking met ngo's in plaats van nationale overheden. Hoewel zij het belang hiervan inziet, is zij van mening dat Nederland alle partnerlanden zover moet zien te krijgen dat zij een nationale aidscommissie instellen, waarin ngo's, bedrijfsleven, regionale en lokale overheden betrokken zijn. Uiteindelijk hebben de nationale overheden de verantwoordelijkheid om de aidsaanpak in eigen land en eigen beleid te integreren.

Nieuw is het ook om de combinatie van aidsbestrijding en seksuele en gezondheidsrechten van jongeren en vrouwen als een onverbrekelijke eenheid te beschouwen voor het behalen van effect. Wanneer jongeren in hun groei naar de volwassenheid geen seksuele voorlichting krijgen, kun je niet verwachten dat een campagne als «onthouding» of «trouw zijn» aanslaat. Jong geleerd is oud gedaan. Dat betekent echter niet dat zij ervoor is om te stoppen met het verstrekken van condooms en anticonceptiva, zoals vele conservatieve krachten willen. Zij is niet tegen de AB-formule, maar de realiteit maakt het noodzakelijk om condooms en anticonceptiva te verstrekken. Hier is de enorme scheidslijn tussen rijk en arm zichtbaar. De rijken in ontwikkelingslanden hebben toegang tot alles wat zij nodig hebben, maar aan de arme groepen wordt alles onthouden. Niet alleen de VS maar ook het Vaticaan probeert het verstrekken van condooms en anticonceptiva tegen te gaan.

Nederland heeft momenteel zijn beste mensen naar een conferentie in Porto Rico gestuurd om ervoor te zorgen dat er geen stap terug gedaan wordt ten opzichte van de afspraken die tien jaar geleden in Caïro zijn gemaakt. Familyplanning en bevolkingspolitiek zijn van belang bij armoedebestrijding, maar het is nog belangrijker om vrouwen, meisjes en jongeren toegang te geven tot condooms en anticonceptiva. Een op de drie meisjes in Afrika heeft als eerste seksuele ervaring een verkrachting. Zij is het ermee eens dat in een bewustwordingscampagne de mannen in Afrika niet dienen te worden uitgesloten. Veelwijverij is in vele culturen een bekend verschijnsel. Hier valt nog veel te overwinnen bij conservatieve krachten.

De minister is blij dat Nederland nu, evenals Zweden en Frankrijk, een aidsambassadeur heeft. Er wordt gedacht aan een Europese aidsambassadeur. Dit zou tegemoetkomen aan de vraag van een van de woordvoerders om in Brussel in de nieuw te vormen Europese Commissie een Europese commissaris aan te stellen, verantwoordelijk voor het aidsbeleid in de EU en naar buiten. Deze kwestie zal bij de benoeming van de nieuwe commissarissen in de EC ongetwijfeld aan de orde komen.

Nederland moet eerst orde op zaken stellen in eigen huis. Er valt nog wel het een en ander te stroomlijnen, te verbeteren en te organiseren op het gebied van een buitenlandsbrede aanpak van aidsbestrijding. Dat geldt ook voor alle ambassades op de wereld. Hier ligt een belangrijke taak voor de aidsambassadeur. Het aidsprobleem beslaat een breed terrein, gezondheid, armoede en economische ontwikkeling. Er zijn Afrikaanse landen met 7% tot 10% economische groei, waar echter tegelijkertijd de levensverwachting met 30% afneemt. De effecten van de economische groei worden hierdoor grotendeels tenietgedaan. Ook de veiligheidsdimensies en de politiek spelen een rol. Er zullen dit jaar politieke dialogen gevoerd worden in Europees verband met Afrika, Azië en Rusland. De aidsambassadeur zal daarbij een belangrijke input leveren. De wereldwijde aanpak van aidsbestrijding kan op deze wijze via het Europees voorzitterschap van Nederland een goede plaats krijgen. De aidsambassadeur zal niet alleen nationaal maar ook internationaal blijven optreden. Zij heeft afgelopen week samen met de minister de tweede aidsconferentie in Dublin bijgewoond, die specifiek ging over het Europees voorzitterschap van Nederland. Er is een Europese agenda met betrekking tot aids en reproductieve gezondheidszorg opgesteld voor twee jaar met een aantal gezamenlijke thema's. Nederland denkt op deze wijze effectief te kunnen opereren.

Nederland gaat zich in het kader van het Europees voorzitterschap in de komende tijd richten op onderzoek naar preventieve technologieën. Er zijn inmiddels vele curatieve middelen. Nederland heeft zich in de WTO hard ingezet voor het verlagen van de prijs. Er is nu een mogelijkheid om een goedkopere toegang tot aidsremmers te bewerkstelligen. Hiervoor moet in Nederland en andere landen de weten regelgeving worden veranderd. Ook de WTO moet verandering aanbrengen in de regulering. Hoe sneller dit gebeurt, hoe beter. Niettemin wil Nederland meer investeren in preventie, in een microbicide, waardoor vrouwen zich kunnen beschermen tegen besmetting. De minister zou ook graag zien dat onderzoek wordt verricht naar een goedkoop vrouwencondoom.

De minister heeft in de Aidsnotitie ziekten als malaria en tbc niet uitgebreid genoemd, maar deze ziektes zijn tot nu toe standaard opgenomen in de planning. De verdubbeling van de budgetten zal conform de motie in de komende jaren op alle drie de terreinen van toepassing zijn. Dit betekent niet dat de middelen voor reproductieve gezondheidszorg worden verdubbeld. Het aantal mensen dat per jaar sterft aan malaria is nog steeds buitengewoon hoog. Ook het onderzoek naar een malariavaccin en andere preventieve technologieën blijft in het pakket.

Zij zal in de memorie van toelichting bij de begroting voor 2005 de financiële verdeling aangeven. Initiatieven als Global Fund en UNAIDS zullen extra ondersteuning krijgen. Nederland zal tijdens het Europese voorzitterschap ook een oproep doen aan alle EU-lidstaten om extra financiering beschikbaar te stellen voor UNAIDS en Global Fund. Volgens haar informatie heeft Global Fund op 28 juni een bedrag kunnen vaststellen van 3,1 mld voor 800 programma's. Dit is meer dan het bedrag van 1 mld dat zojuist werd genoemd. Van dit bedrag van 3,1 mld is 56% voor aidsbestrijding, 29% voor malariabestrijding en 15% voor tbc-bestrijding. 60% van het gehele bedrag komt ten goede aan Afrika. Het is van groot belang dat Global Fund de middelen die er zijn, goed besteedt. Het bedrag van 3,1 mld is een totale toezegging in vier rondes. Global Fund wil uiteindelijk uitkomen op een bedrag van 3 mld per jaar.

Het gaat erom dat er vrijwillige bijdragen komen aan het fonds, maar het is niet mogelijk om dit af te dwingen. De oprichting van het Global Fund is inmiddels een feit, maar zij is het ermee eens dat je moet oppassen dat je naast allerlei bestaande gezondheidsstructuren niet te veel activiteiten opzet die niet worden ingebed in het bestaande systeem.

Er zijn ook vragen gesteld over de combinatie van aids en intraveneuze druggebruikers. Een groot deel van de druggebruikers raakt besmet door het gebruik van vuile spuiten. UNAIDS heeft hier specifieke programma's voor. Nederland heeft in Europees verband de aanpak van het spuit omruilen gepromoot tijdens de bijeenkomst in Dublin. Druggebruikers blijven echter een moeilijke doelgroep, met name in Oost-Europa en de Balkan.

De middelen voor de partnerlanden zullen worden ingezet via de bilaterale kanalen. Er zijn in de 36 partnerlanden door de ambassades aidsscans gemaakt. Er wordt specifiek gekeken naar het steunen van aparte activiteiten. Er gaat multilateraal veel geld naar PPS. TMF wordt niet alleen gebruikt voor cultuur maar ook voor aidsprogramma's. Farm Access International maakt ook gebruik van het TMF-kanaal.

Door een aantal woordvoerders is gevraagd waarom Nederland met een zo recalcitrante speler op het gebied van hiv/aids en reproductieve gezondheidszorg als de VS een samenwerkingsverband aangaat. De Nederlandse regering heeft evenals de Engelse regering gemeend dat zij dit moet doen. De VS is een grote speler die zeer veel middelen heeft en daarmee in Afrika veel zal gaan doen. Nederland werkt op allerlei andere terreinen samen met de VS en wil proberen om dit ook op het terrein van hiv/aids te doen. Nederland werkt vanuit het verleden samen met US AIDS in grote programma's op het gebied van aidsbestrijding in Ghana en andere landen. In de praktijk blijkt daar niet het verschil van inzicht te bestaan dat er nu publiekelijk is met het Congres. Het Amerikaanse Congres wil niet overgaan tot het verstrekken van condooms en wil vrijwillige abortus niet laten opnemen in het totaalpakket van de reproductieve gezondheidszorg. Nederland gaat de discussie die momenteel wordt gevoerd met de nieuwe aidsambassadeur Tobias, niet uit de weg. Er lijkt sinds vorige week een kleine wijziging te zijn geweest in de opstelling van president Bush, die condoomgebruik toch impliciet wil toestaan. Zij zal nagaan wat de exacte betekenis is van deze uitspraak. Overigens is de VS de grootste producent en distributeur van condooms.

Er lopen in een groot aantal landen verschillende soorten programma's. De VS heeft in de G-8 het voorstel gedaan om met elkaar naar een nieuw vaccin te gaan zoeken. De VS vindt Nederland daar onmiddellijk aan zijn zijde. Er wordt in een aantal landen zoals Zambia, Zuid-Afrika, Bukina Faso uitstekend samengewerkt met de VS aan de uitvoering van programma's van preventie en behandeling van aidspatiënten. Nederland moet alleen oppassen dat niet het beeld wordt opgeroepen dat Nederland er dezelfde mening op na houdt als het Congres. Nederland moet bij de bestrijding van aids doorgaan op dezelfde wijze als in de afgelopen jaren. De VS heeft in 2002 de bijdrage aan UNFPA stopgezet, waarna nationaal in de VS en internationaal actie is ondernomen om het gat te dichten. Als de VS de financiering aan een abortuskliniek die voortgezet moet worden, zou stopzetten, zou Nederland zich niet laten wegdrukken door de lijn van de VS.

Er is geen financiële relatie tussen Nederland en de VS. De VS kan evenals Nederland meefinancieren bij het ontwikkelen van een vaccin. De balans zal alleen doorslaan naar de kant van de VS, omdat daar veel meer middelen zijn. Nederland vindt het belangrijk dat het bedrag van 15 mld internationaal goed wordt besteed.

De landen in het Caribische gebied zijn behalve Suriname geen partnerlanden. Ook de Nederlandse Antillen zijn geen OS-land. Bij activiteiten als preventie, bescherming en behandeling van aids en aidsgerelateerde ziekten kunnen Global Fund, UNAIDS en ngo's op financieel gebied een belangrijke rol spelen.

De succesformule in Oeganda heeft te maken met politiek commitment van boven naar beneden. De kerk in Oeganda is niet enthousiast over de aanpak. De president en zijn vrouw hebben in Oeganda baanbrekend werk verricht door de seksuele gevaren in campagnes voor jongeren aan de orde te stellen. De AB-formule en de ethische kant spelen in deze campagnes een grote rol, maar er worden ook condooms verspreid.

Er wordt veel samengewerkt met particuliere instellingen en grote ondernemingen. Veel bedrijven hebben al eerder hun eigen programma's opgezet.

Een aantal Kamerleden heeft gewezen op het belang van het in stand houden van sterke gezondheidsstructuren. Zij is het ermee eens dat dit een vereiste is om succesvol te kunnen zijn in de aidsbestrijding. Versterking van de gezondheidsstructuren is een hoofdelement bij de aidsbestrijding. Er zal daardoor automatisch meer ruimte zijn voor mensen met een speciale handicap. Het beleid voor deze groep dient te worden ingebed in de normale structuren. De toegang tot het onderwijs voor gehandicapten is bewust opgenomen in de onderwijsplannen, terwijl de ngo's de aandacht voor gehandicapten zeer consequent meenemen bij de aidsbestrijding. Het gehandicaptenbeleid wordt in de nieuwe Aidsnotitie niet expliciet vermeld, omdat er op dit gebied geen trendbreuk is met het verleden.

Het beleidskader Cultuur en Ontwikkeling zal ook nog aan de orde komen in het overleg over het belang van cultuur en religie in ontwikkelingsprocessen. De Kamer heeft naar aanleiding van het vorig jaar verschenen rapport van de inspectie ontwikkelingssamenwerking en beleidsevaluatie, IOB een advies gevraagd aan de Adviesraad voor internationale vraagstukken. Het IOB-rapport stelt dat Nederland cultuur meer als doel en instrument in het ontwikkelingsbeleid zou moeten inbedden. Dat is de bedoeling van het beleidskader Cultuur en Ontwikkeling. Niet alles is genoemd in deze notitie, omdat cultuur in zeer veel partnerlanden een automatisch onderdeel van programma's van aanpak is en er specifieke aandacht is voor culturele minderheden en culturele groepen.

Hoewel 6,5 mln euro een relatief klein bedrag is, heeft zij het idee dat er met dit geld veel gedaan kan worden. Het Prins Clausfonds consumeert jaarlijks 3,5 mln van dit bedrag. De regering heeft een tienjarig contract met dit fonds. De minister vindt dit erg lang. Het Clausfonds heeft de opdracht meegekregen om zich meer te gaan richten op cultuurprojecten die een grotere groep mensen aanspreken en slaagt hier aardig in. Een deel van de resterende 3 mln wordt besteed via het kanaal van TMF, Thematische Medefinanciering. Het Jan Vrijmanfonds en het Hubert Balsfonds kunnen van deze mogelijkheid gebruikmaken, evenals het Festival Mondial. Er zijn negen ambassades die in het kader van Cultuur en Ontwikkeling al jarenlang aparte activiteiten opzetten voor de bevolking.

MDG-8. De minister zal in de notitie over migratie en ontwikkeling terugkomen op de problematiek van de remittances. Het gaat bij remittances om particulier geld dat niet publiek kan worden ingezet. Het gaat erom te kijken naar een win-winsituatie voor mensen die middelen overmaken en die voor de ontvangende landen van grote betekenis zijn. Zij wil voorzichtig zijn met het te snel aanbrengen van een koerswijziging in het beleid, omdat de ontvangende landen hiermee in problemen kunnen komen.

Nederland laat geen gelegenheid onbenut om de donorcoördinatie van de aidsaanpak te bevorderen. Het is van belang om met elkaar op te trekken bij de uitvoering van de programma's in de ontwikkelingslanden. Aidsbestrijding is een van die programma's.

Er is gevraagd naar de Europese Landbouwagenda voor de komende tijd. De Europese Unie heeft in 2000 een plafond afgesproken voor het landbouwbeleid als het gaat om de financiële perspectieven. Het tijdpad loopt tot 2013. De EU-landen zullen tot 2013 geen euro extra krijgen voor het landbouwbeleid. Dat betekent dat hervormingen noodzakelijk zijn. Dat gebeurt in Europa via de ontkoppeling en het uitfaseren van exportsubsidies en interne subsidies. De EU is echter ook afhankelijk van de uitkomsten van de Doha-ronde die volgende maand in Brussel plaatsvindt. Als het lukt om een raamovereenkomst op te stellen ten behoeve van de volgende handelsronde, is het mogelijk om een stap verder te komen in Hong Kong. Het vaststellen van een tijdpad is onderdeel van de onderhandelingen. Er is een internationaal tijdpad nodig voor het uitfaseren van alle exportsubsidies en de interne subsidies en de importtarieven naar de westerse markten.

Sommige ontwikkelingslanden betalen inderdaad meer rente op schulden dan er geld is voor gezondheidszorg. Nederland blijft om die reden hard inzetten op schuldverlichting. Nederland blijft nummer één op de coherentie-index. Het HIPC-initiatief loopt aan het eind van dit jaar af. Er moet dit jaar opnieuw bekeken worden wat gedaan moet worden met de elf landen die nog deel uitmaken van het HIPC-initiatief en nog geen schuldkwijtschelding hebben gekregen. Hierover zal met de Kamer gesproken worden, voordat de jaarvergadering van de Wereldbank plaatsvindt. Zij zou ervoor zijn om een clausule vast te stellen om nog een tijdje door te gaan met deze landen. Er zal in deze vergadering ook gediscussieerd worden over een oplossing voor de landen die net boven de allerarmste landen komen. Er wordt steeds meer duidelijk dat het plakken van etiketten nadelen heeft. De ontwikkelingslanden willen geen ontwikkelingslanden en de HIPC-landen willen geen HIPC-landen genoemd worden. Zij is er voor om hier rekening mee te houden.

Uit de VN rapportage 2005 zal alleen zijn af te leiden wat de inspanningen zijn van ontwikkelingslanden en internationale instellingen en wat dit indicatief heeft opgeleverd in termen van ontwikkeling. Nog lang niet alle landen zitten op de 0,7% BNI voor ontwikkelingshulp, doen mee aan schuldverlichting, ontbinden de hulp en zijn bereid om subsidies uit te faseren. Dit is zelfs binnen de EU een groot probleem. Nederland hoopt tijdens het Voorzitterschap het agendapunt «coherentie» tijdens de informele raad van ministers voor Ontwikkelingssamenwerking op de agenda te zetten en een stevig debat te voeren over de bijdragen die de landen in de komende jaren zullen moeten leveren. Er zijn nog 11 jaar te gaan voordat de Millennium Development doelen bereikt moeten zijn. Er dienen afspraken gemaakt te worden wie wat doet.

De discussie over de moeilijk te behalen doelstelling voor Sub-Sahara-Afrika is al vaker gevoerd. Het in totaal uitvoeren van de agenda van de MDG-8 is een extra doelstelling. Het gaat erom de handelsverstorende subsidies uit te faseren, schuldverlichting toe te passen, te zorgen dat er zo min mogelijk wapens naar conflictgebieden gaan, de wapenexport te controleren en te zorgen dat er meer geld komt, niet alleen in de vorm van hulp maar ook via handel.

Het is niet de bedoeling dat Nederland in 2005 het VN-rapport gaat promoten. De minister wil de MDG-8-rapportage volgend jaar in Nederland bediscussiëren. Nederland vindt dat het op het goede pad zit met zijn inspanningen, maar de minister wil dit graag delen met ontvangende landen en ngo's in Nederland. Het zou mooi zijn als zij kunnen toevoegen welke inspanningen zij verrichten om de MDG's te halen. Het is de bedoeling om de MDG-8-rapportage in de toekomst te gaan verbreden. Nederland heeft op dit gebied een trendsettende rol. Zweden heeft afgelopen week een MDG-8-rapportage gepresenteerd bij de VN. De EU zal het format van Nederland overnemen voor de rapportage dit jaar in de aanloop naar de Europese rapportage in 2005. Het rapport is in Sao Paulo positief ontvangen. Zij heeft het rapport mogen overhandigen aan de voorzitter van de UNCTAD en de president van Brazilië, die een fervent voorstander is van zero-tolerance bij de armoedebestrijding.

Nadere gedachtewisseling

Mevrouw Tjon-A-Ten (PvdA) is niet tevreden met het antwoord van de minister over de gehandicapten. Zij wijst er nogmaals op dat de gehandicapten in ontwikkelingslanden altijd achter in de rij staan als het om gezondheidszorg gaat. Zij pleit er opnieuw voor om in de nieuwe Aidsnotitie een aparte plaats in te ruimen voor de gehandicapten.

Mevrouw Karimi (GroenLinks) is blij met de toezegging van de minister dat zij bij de benoeming van de nieuwe Europese Commissie het voorstel zal inbrengen om een eurocommissaris te benoemen die verantwoordelijkheid moet nemen voor het aidsbeleid. Het is van groot belang dat het onderwerp aids in alle overleggen met nieuwe toetreders, met ministers van Buitenlandse Zaken en in de Mediterranneecontacten aan de orde wordt gesteld.

De behoefte van Global Fund bedraagt ongeveer 8 mld tot 10 mld per jaar. 3,1 mld is veel te weinig. Kan de minister hier tijdens haar EU-voorzitterschap een hard punt van maken?

Bij het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw en de versterking van de positie van de vrouw gaat het ook om een ethische discussie. Zij wil geen monopolie toestaan in de richting van alleen een AB-benadering.

De heer Van Bommel (SP) vindt dat de toelichting op de taken van de aidsambassadeur meer zicht heeft gegeven op de inhoud van het werk. Hoe gaat het verslag van deze werkzaamheden de Kamer bereiken? Kan hier worden aangesloten bij de praktijk die is gegroeid bij de contacten tussen de Kamer en de ambassadeur voor de mensenrechten?

De heer Van der Staaij (SGP) kan zich in een groot aantal punten van de Aidsnotitie vinden. Hij is voor het besteden van geld aan preventieve zorg en aidsremmers, mits reproductieve gezondheidszorg niet betekent het promoten van vrije abortus of condoomverstrekking het actief accepteren van ongewenste seksuele gedragspatronen. Hij is blij dat de minister niet geheel afwijzend staat tegenover de AB-formule als een bijdrage aan een oplossing. Geeft zij aan dit punt ook concreet invulling in het beleid?

De heer Szabó (VVD) vindt een contract van tien jaar met het Prins Clausfonds veel te lang. Met wie is het contract gesloten?

Wie gaat de stimulans in de discussie over het ontwikkelingsbeleid geven? De NCDO is redelijk onzichtbaar bij inhoudelijke discussies.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking merkt op dat de NCDO jaarlijks een vast bedrag krijgt om een algemene discussie op touw te zetten over ontwikkelingssamenwerking en daaraan gerelateerde thema's. De NCDO is niet onzichtbaar maar speelt een belangrijke rol in het stimuleren van de discussie bij een groot aantal groepen. De minister is van plan om over het komende MDG-8-rapport een maatschappelijke discussie te gaan voeren. Zij zou daarvoor eventueel de NCDO kunnen inhuren.

Zij heeft niet het idee dat er een specifieke reden is geweest om destijds het contract met het Prins Clausfonds voor tien jaar af te sluiten. Het contract loopt tot 2012. Zij wil proberen tussentijds mee te sturen in de door haar gewenste uitkomst.

De minister neemt de discussie over Abstain en Be faithful zeer serieus. De aandacht voor AB en C doet niets af aan het belang van A en B, maar zonder preventieve middelen is er sprake van half werk. Gedragsverandering kost tijd. De overheid moet kijken naar de realiteit. Nederland wil een AB- en C-beleid voeren.

De minister is graag bereid om de Kamer verslag uit te brengen over de activiteiten van de aidsambassadeur.

De minister zal tijdens het voorzitterschap haar uiterste best doen om te komen tot een duidelijk aanspreekpunt voor het aidsbeleid in de vorm van een Europese commissaris. Er worden binnen de EU misschien wel twintig dialogen gevoerd, zoals tussen de EU-Rusland en de EU-Mediterraneelanden. Aids zal in al deze discussies een rol spelen. Zij zal nadenken over de wijze waarop het mogelijk is om de dialoog over aids ook in de toekomst gaande te houden.

Zij is het eens met de opmerking dat Global Fund veel meer geld nodig heeft dan de 3,1 mld. Er zal getracht moeten worden om internationaal dit additionele geld bij elkaar te krijgen.

Een aparte positie voor gehandicapten is belangrijk. Zoals bij alle mensenrechten is gelijkheid het basisprincipe van het aidsbeleid, gelijkheid voor mannen, vrouwen, minderheden, gehandicapten, blinden et cetera. Gehandicapten zijn een integraal onderdeel van het geheel met specifieke aandacht.

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,

De Haan

De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,

Van Toor


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Rijpstra (VVD), Dijksma (PvdA), De Haan (CDA), voorzitter, Koenders (PvdA), Karimi (GroenLinks), Timmermans (PvdA), ondervoorzitter, Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), Eurlings (CDA), Wilders (VVD), Van Baalen (VVD), Van As (LPF), Herben (LPF), Ormel (CDA), Ferrier (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Dijk (CDA), Fierens (PvdA), Tjon-A-Ten (PvdA), Eijsink (PvdA), Brinkel (CDA) en Szabó (VVD).

Plv. leden: Snijder-Hazelhoff (VVD), Dubbelboer (PvdA), Van Fessem (CDA), Stuurman (PvdA), Vos (GroenLinks), Arib (PvdA), De Wit (SP), Leerdam (PvdA), Kortenhorst (CDA), Hirsi Ali (VVD), Van Miltenburg (VVD), Varela (LPF), Van den Brink (LPF), Haverkamp (CDA), Rambocus (CDA), Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Kant (SP), Eski (CDA), Çörüz (CDA), Wolfsen (PvdA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Waalkens (PvdA), Van Winsen (CDA), Veenendaal (VVD) en Dittrich (D66).

Naar boven