29 643
Aanpak vrijplaatsen

nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 mei 2005

Bij deze zend ik u een afschrift van een brief1 die ik heden aan de colleges van Burgemeester en Wethouders van de Nederlandse gemeenten zond met betrekking tot de aanpak van vrijplaatsen/woonwagencentra. Dit doe ik onder verwijzing naar de brief over dit onderwerp die ik samen met de staatssecretaris van Financiën aan uw Kamer zond op 3 juni 2004 (Tweede Kamer, Kamerstuk 2003–2004, 29 643, nr. 1) en het Algemeen Overleg over datzelfde onderwerp op 22 juni 2004.

De brief aan de gemeenten behelst drie zaken. Ten eerste is zij een dringende oproep aan alle Nederlandse gemeenten om het bestaan of ontstaan van vrijplaatsen tegen te gaan: de zorg voor openbare orde en veiligheid is primair een taak van gemeenten. Zij dienen ongelijke behandeling van verschillende (groepen) burgers tegen te gaan. Ten tweede bevat deze brief ook een aanbod vanuit het kabinet om gemeenten te ondersteunen in deze rol. Deze ondersteuning kan bestaan uit het inventariseren en delen van goede voorbeelden op dit gebied (bijvoorbeeld waar het gaat om het bieden van veilige werkomstandigheden voor controleurs), maar bestaat ook uit het aanpassen van regels of procedures, indien dit de aanpak van vrijplaatsen ten goede komt. Ten derde bevat deze brief een aankondiging van de activiteiten die de rijksoverheid onderneemt om het bestaan van vrijplaatsen tegen te gaan.

In de brief wordt tevens aangekondigd dat er in 2005 en 2006 twee maal per jaar een ronde tafelsessie zal worden gehouden met de G4, Maastricht en de meest betrokken rijksinstanties. Bijzondere aandacht bij deze sessies zal uitgaan naar «duurzame normalisatie»: welke inspanningen zijn nodig om de situatie onder controle te houden? Ik zal uw Kamer op de hoogte houden van de uitkomsten van deze bijeenkomsten.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven