29 631
Uitvoering van de verordening van de Raad van de Europese Unie betreffende Gemeenschapsmodellen houdende aanwijzing van de rechtbank voor het Gemeenschapsmodel (Uitvoeringswet EG-verordening betreffende Gemeenschapsmodellen)

nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 21 juli 2004

Met belangstelling heb ik kennis genomen van de opmerkingen en vragen van de leden van de CDA-fractie. Het stemt mij tevreden dat deze leden zich kunnen vinden in de keuze om de rechtbank te 's-Gravenhage – en daarmee in tweede aanleg het gerechtshof te 's-Gravenhage – aan te wijzen als rechtbank voor het Gemeenschapsmodel.

De leden van de CDA-fractie hebben gevraagd naar een raming van de mogelijke kosten van het voorstel. Zij hebben gevraagd of deze kosten worden betaald uit bestaande budgetten, of dat hiervoor extra budgetten beschikbaar worden gesteld. De Raad voor de rechtspraak heeft over het voorstel advies uitgebracht. In zijn advies heeft de Raad aangegeven dat het voorstel tot aanwijzing van de rechtbank te 's-Gravenhage – en daarmee in tweede instantie het gerechtshof te 's-Gravenhage – geen gevolgen zal hebben voor de totale hoeveelheid procedures over Gemeenschapsmodellen en dat het derhalve geen invloed zal hebben op de totale werklast. Ten aanzien van de aanwijzing van de rechtbanken als nationale autoriteit voor het exequatur heeft de Raad aangegeven dat het slechts een klein aantal zaken per jaar betreft en dat het voorstel daarom verwaarloosbare gevolgen zal hebben voor de werklast. Omdat er geen of slechts verwaarloosbare kosten van het voorstel te verwachten zijn, zullen er geen extra budgetten beschikbaar worden gesteld.

De leden van de CDA-fractie hebben voorts gevraagd of de Gemeenschapsmodellenverordening (GmodV) ook gevolgen heeft voor de Eenvormige Beneluxwet inzake Tekeningen of Modellen (BTMW). De GmodV heeft geen gevolgen voor de BTMW. De GmodV voorziet in een uniform stelsel ter verkrijging van Gemeenschapsmodellen waaraan overal op het grondgebied van de Gemeenschap dezelfde bescherming met dezelfde rechtsgevolgen wordt verleend. Ondernemingen kunnen een Gemeenschapsmodel laten registreren bij het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen). Op grond van de BTMW kan een model worden gedeponeerd bij het Benelux Bureau voor Tekeningen of Modellen. Dit model wordt beschermd binnen het Benelux-gebied. Vooral voor kleinere of middelgrote ondernemingen die slechts binnen de Benelux-landen opereren, zal het vaak niet nodig – en met het oog op de kosten minder aantrekkelijk – zijn om op Gemeenschapsniveau bescherming van hun model te verkrijgen.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven