29 612
Wijziging van de Wet waardering onroerende zaken en van enige andere wetten (meer doelmatige uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken)

nr. 16
TWEEDE NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID FIERENS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 14

Ontvangen 9 november 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel E het volgende onderdeel ingevoegd:

Ea. Na artikel 26 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 26a

Bij een op de voet van dit hoofdstuk bij beschikking vastgestelde waarde van een onroerende zaak van

meer danmaar niet meer danwordt die waarde geacht juist te zijn, indien de waarde, bedoeld in hoofdstuk III, daarvan niet meer dan het in kolom III vermelde percentage afwijkt doch ten minste het in kolom IV vermelde bedrag en de afwijking niet meer bedraagt dan € 100 000 van de bij die beschikking vastgestelde waarde
IIIIIIIV
    
€   200 0005%
€   200 000€   500 0004%€ 10 000
€   500 000€ 1 000 0003%€ 20 000
€ 1 000 0002%€ 30 000

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe een marge in te voeren waardoor een bij beschikking vastgestelde waarde geacht wordt juist te zijn indien deze waarde slechts beperkt afwijkt van de waarde bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.

De voorgestelde marge is bij objecten met een bij beschikking vastgestelde waarde van niet meer dan € 200 000 vijf procent is. Bij objecten met een hogere bij beschikking vastgestelde waarde is de marge op een lager percentage vastgesteld, omdat de belangen in absolute zin daarbij hoger zijn. Bij een object met een bij beschikking vastgestelde waarde van bijvoorbeeld € 500 000 is de marge vier procent (€ 20 000), bij een object met een bij beschikking vastgestelde waarde van bijvoorbeeld € 800 000 is de marge drie procent (€ 24 000) en bij een object met een bij beschikking vastgestelde waarde van bijvoorbeeld € 2 000 000 is de marge twee procent (€ 40 000). Het absolute maximum van de marge is gesteld op een bedrag van € 100 000, dit bedrag geldt bij objecten met een bij beschikking vastgestelde waarde van € 5 000 000 of meer.

De voorgestelde systematiek met een aanvaardbaar geachte marge leidt ertoe dat bezwaar, beroep of hoger beroep tegen een waardebeschikking alleen zin heeft als de bij beschikking vastgestelde waarde meer dan de hier bedoelde marge afwijkt van de volgens de regels van hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken vast te stellen waarde.

Fierens

Naar boven