nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER EN VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 april 2007
De ambitie van het kabinet is dat Nederland de komende kabinetsperiode
grote stappen neemt in de transitie naar één van de duurzaamste
en efficiëntste energievoorzieningen in Europa in 2020.
Bij het formuleren van deze ambitie is het werk van de Taskforce Energietransitie
en de transitieplatforms (de rapporten Meer met energie,
kansen voor Nederland uit mei 2006 en deTussenrapportage
december 2006, zie bijlage 1)1 een belangrijke
inspiratiebron geweest. Ook het SER-advies Naar een kansrijk
en duurzaam energiebeleid (uit december 2006, zie bijlage 2)1 heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de gedachtevorming.
Om de ambities van het kabinet te realiseren is het project Schoner en
zuiniger geformuleerd.
In het Coalitieakkoord is aangegeven dat voor de zomer een beleidsprogramma
gepresenteerd zal worden. Dat programma wordt verder ingevuld op Prinsjesdag
2007. Daarmee zal het project Schoner en zuiniger nader vorm krijgen. Het
kabinet wil daarbij onder meer de adviezen van de Taskforce Energietransitie
en het SER-advies gebruiken als input.
Het is daarom nu te vroeg om in detail in te gaan op de beleidsinhoudelijke
adviezen die in de rapporten naar voren komen. Organisatorische voorstellen
en met name het voorstel van de Taskforce met betrekking tot een in te stellen
Regieorgaan Energietransitie wil het kabinet bekijken in samenhang met de
invulling van het project Schoner en zuiniger. Een dergelijk orgaan past in
het streven van het kabinet om samen met de relevante stakeholders te werken
aan een goede uitvoering van het beleid.
Het Regieorgaan Energietransitie zou naar de opvatting van het kabinet
vooral als taak moeten hebben de transitie aan te jagen alsmede het kabinet
te adviseren over te maken beleidskeuzes in het transitieproces. Beslissingen
over aanwending en allocatie van overheidsmiddelen en over de
inzet van beleidsinstrumenten blijven voorbehouden aan het kabinet.
Omdat de precieze invulling van functie en taken van het door de Taskforce
Energietransitie gewenste orgaan sterk samenhangt met het project Schoner
en zuiniger ligt het voor de hand een gedetailleerdere invulling te geven
bij de presentatie van die plannen.
De minister van Volhuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer
De minister van Economische Zaken,
M. J. A. van der Hoeven