29 575
Duurzame energie en energiebesparing

nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER EN VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2007

De ambitie van het kabinet is dat Nederland de komende kabinetsperiode grote stappen neemt in de transitie naar één van de duurzaamste en efficiëntste energievoorzieningen in Europa in 2020.

Bij het formuleren van deze ambitie is het werk van de Taskforce Energietransitie en de transitieplatforms (de rapporten Meer met energie, kansen voor Nederland uit mei 2006 en deTussenrapportage december 2006, zie bijlage 1)1 een belangrijke inspiratiebron geweest. Ook het SER-advies Naar een kansrijk en duurzaam energiebeleid (uit december 2006, zie bijlage 2)1 heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de gedachtevorming.

Om de ambities van het kabinet te realiseren is het project Schoner en zuiniger geformuleerd.

In het Coalitieakkoord is aangegeven dat voor de zomer een beleidsprogramma gepresenteerd zal worden. Dat programma wordt verder ingevuld op Prinsjesdag 2007. Daarmee zal het project Schoner en zuiniger nader vorm krijgen. Het kabinet wil daarbij onder meer de adviezen van de Taskforce Energietransitie en het SER-advies gebruiken als input.

Het is daarom nu te vroeg om in detail in te gaan op de beleidsinhoudelijke adviezen die in de rapporten naar voren komen. Organisatorische voorstellen en met name het voorstel van de Taskforce met betrekking tot een in te stellen Regieorgaan Energietransitie wil het kabinet bekijken in samenhang met de invulling van het project Schoner en zuiniger. Een dergelijk orgaan past in het streven van het kabinet om samen met de relevante stakeholders te werken aan een goede uitvoering van het beleid.

Het Regieorgaan Energietransitie zou naar de opvatting van het kabinet vooral als taak moeten hebben de transitie aan te jagen alsmede het kabinet te adviseren over te maken beleidskeuzes in het transitieproces. Beslissingen over aanwending en allocatie van overheidsmiddelen en over de inzet van beleidsinstrumenten blijven voorbehouden aan het kabinet.

Omdat de precieze invulling van functie en taken van het door de Taskforce Energietransitie gewenste orgaan sterk samenhangt met het project Schoner en zuiniger ligt het voor de hand een gedetailleerdere invulling te geven bij de presentatie van die plannen.

De minister van Volhuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven