29 551
Voorstel van wet van de leden Dubbelboer en Duyvendak houdende het ongedaan maken van de tijdelijkheid van de Tijdelijke referendumwet

nr. 11
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VOS EN KALSBEEK

Ontvangen 12 oktober 2004

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In de considerans wordt «dat het wenselijk is de tijdelijkheid van de Tijdelijke referendumwet ongedaan te maken» vervangen door: dat het wenselijk is de werkingsduur van de Tijdelijke referendumwet te verlengen.

II

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

A. Onderdeel B vervalt.

B. Onderdeel C wordt vervangen door:

C

In artikel 171, eerste lid, wordt «en vervalt met ingang van 1 januari 2005» vervangen door: en vervalt met ingang van 1 januari 2006.

C. Onderdeel D vervalt.

III

Artikel II wordt vervangen door:

ARTIKEL II

Indien het bij geleidende brief van 20 mei 2003 aanhangig gemaakte voorstel van wet van de leden Karimi, Dubbelboer en Van der Ham betreffende het houden van een raadplegend referendum over het grondwettelijk verdrag voor de Europese Unie (Wet raadplegend referendum Europese Grondwet) (Kamerstukken I 2003/04, 28 885, A) en het bij geleidende brief van 26 mei 2004 aanhangig gemaakte voorstel van wet van de leden Karimi, Dubbelboer en Van der Ham tot wijziging van het voorstel van wet van de leden Karimi, Dubbelboer en Van der Ham betreffende het houden van een raadplegend referendum over het grondwettelijk verdrag voor de Europese Unie (Wet raadplegend referendum Europese Grondwet) in verband met het tijdstip van het referendum (Kamerstukken II 2003/04, 29 608), tot wet worden verheven en in werking treden, wordt in artikel 28 van de Wet raadplegend referendum Europese Grondwet «zoals die luidde op 31 december 2004» vervangen door: zoals die luidde op 31 december 2005.

Toelichting

Dit amendement dient ertoe de werkingsduur van de Tijdelijke Referendumwet met 1 jaar te verlengen. Voordat wordt overgegaan tot het opheffen van de tijdelijkheid, willen de indieners eerst de evaluatie afwachten. De evaluatie wordt in december 2004 naar de Kamer gezonden.

Deze suggestie is door enkele fracties gedaan tijdens de behandeling van onderhavig wetsvoorstel.

Het is niet ondenkbaar dat deze evaluatie aanleiding kan geven om verbeteringen in de wet aan te brengen of eventuele knelpunten weg te nemen. Wanneer de expiratiedatum van onderhavige wet met één jaar wordt verlengd, kunnen de resultaten van de evaluatie worden betrokken bij een definitiever wetsvoorstel.

Indien dit amendement wordt aangenomen wordt in het opschrift «houdende het ongedaan maken van de tijdelijkheid van de Tijdelijke referendumwet» vervangen door: houdende verlenging van de werkingsduur van de Tijdelijke referendumwet.

Vos

Kalsbeek