29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 602 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 april 2015

In de procedurevergadering van de vaste commissie voor SZW van 24 maart jl. is mij gevraagd om een reactie op de actie van Young & United. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek.

Young & United is een samenwerkingsverband van de FNV en verschillende (politieke) jongerenorganisaties. Gezamenlijk zetten zij zich in voor een sterkere arbeidsmarktpositie van jongeren. Zij vragen daarbij bijzondere aandacht voor de hoogte van het wettelijk minimumjeugdloon, dat relatief laag ligt ten opzichte van het wettelijk minimumloon dat geldt voor werknemers van 23 jaar of ouder.

Ik heb kennis genomen van de actie van Young & United. De actie van Young & United focust zich vooral op de effecten van het wettelijk minimumjeugdloon op de inkomenspositie van jongeren. Naast gevolgen voor de inkomenspositie, heeft het wettelijk minimumjeugdloon echter ook belangrijke gevolgen voor de afweging die jongeren maken om een opleiding af te ronden en op de omvang van de werkgelegenheid onder jongeren. Bij de vormgeving en hoogte van het wettelijk minimumjeugdloon is een juiste balans tussen deze verschillende aspecten van belang. In het kader van de herziening van het wettelijk minimumloon en minimumvakantiebijslag, waar ik uw Kamer in september 2014 over heb geïnformeerd1, ben ik bereid om nog eens opnieuw naar deze balans kijken. Daarbij zal ik ook ingaan op een internationale vergelijking van loonniveaus van jongeren. Ik zal uw Kamer in de loop van 2015 nader informeren over de herziening van het wettelijk minimumloon en minimumvakantiebijslag.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Kamerstuk 33 632, nr. 12

Naar boven